(1) He is married to Jel Hettinga.
They got married after 1400.
(2) He is married to Jitske van Heemstra.
They got married in the year 1410 at IJlst.
Epe (Ype, Eppo) Harinxma is geboren rond 1375 en overleden in 1440. Epe Harinxma wordt ook vermeld als Epe Harinxma thoe IJlst. Hij is rechter te IJlst. Hij wordt genoemd in 1422 als heerschap in IJlst. Epe was voor de eerste keer gehuwd met Jitske van Heemstra. Zij is geboren in 1370 te Cornjum. Jitske is overleden rond 1400 te Cornjum. Zij wordt genoemd te Cornjum als schoonmoeder van Sytze van Martena; ook volgens de kwartieren van Maria van Grombach was zij een Heemstra (graf van Maria te Beetgum), maar haar ouders zijn niet bekend.
Na het overlijden van Jetske trouwt hij voor de tweede keer in 1410 te IJlst met Jel Hettinga. Zij is geboren in 1380.
Uit het huwelijk van Epe en Jel worden vijf kinderen geboren:
1.Sijthje (Sijtze) Ypes Harinxma thoe IJlst. Zij trouwt met Teth Hillesd. Bonninga.
2.Sierck Ypes Harinxma thoe IJlst. trouwde Trijn Otte-Sijdsd.
3.Jel Ypes Harinxma thoe IJlst, Zij is geboren in 1420 en overleden op 16 september 1467 in Cornjum. Jel trouwt voor de eerste keer met Hessel Aedes Jongema, overleden in 1459 (elders wordt vermeld: in 1440 met Sybren van Walta (1380-1445)) en trouwde voor de tweede keer in 1450 met Sijtze Doeckes Martena, geboren in 1423 en overleden in1489, weduwnaar van Hijlck Pietersdr. Camstra.
4.Auck Ypes Harinxma thoe IJlst. Zij testeerde in1507.
5.Wijthje (of: Wijtze) Ypes Harinxma thoe IJlst. Zij is overleden in 1497.
Zijn kinderen zijn met hun ooms Douwe en Agge betrokken bij een geschil met Lolle van Ockinga c.s. (OFO I-99 d.d.28-10-1447).
Heerschap
Heerschap was een bestuursvorm voortkomend uit een feodale onderverdeling van het overheidsgezag in de middeleeuwen. de term die de heerschappij van een heer over een bepaald gebied uitdrukte. De term Heerschap is gelijk aan de term Heerlijkheid. De oorsprong van de Heerschap ligt geheel bij de wil van de heer om ze op te richten. Het kwam er op aan in welke kracht en hoedanigheid deze zich ontwikkelde. En ook of niet al bestaande heerschapsrechten van anderen in het gedrang kwamen. In relatief dunbevolkte gebieden was het gemakkelijker om een heerschap op te richten dan in dichtbevolkte gebieden. Het is een term die zich vooral in de 12e, 13e, 14e eeuw ontwikkeld. De term werd vooral in het oosten van Nederland, Twente, Salland, Gelderland gebruikt. Het duitse Herrschaft en Herrschaftsrechte is van geheel dezelfde betekenis. De centrale persoon van de heerschap was de eigenaar van die rechten. Na 1500 was de term ook een opkomende titel voor leden van de Friese adel. Het predikaat Heerschap werd graag gebruikt door de hoofdelingen, die in de gunst stonden van de vreemde landsheren en bepaalde voorrechten genoten.
Tegenwoordig wordt dit woord vooral pejoratief gebruikt om een persoon van het mannelijke geslacht mee aan te duiden.
Epe Harinxma | ||||||||||||||||||
(1) > 1400 | ||||||||||||||||||
Jel Hettinga | ||||||||||||||||||
(2) 1410 | ||||||||||||||||||
Jitske van Heemstra |
The data shown has no sources.