Willem en zijn vrouw Hildegonde zijn begraven in de Brederodekapel van de Engelmunduskerk te Velsen. Op de zerk zijn beide personen afgebeeld
He is married to Hildegonda van Voorne.
They got married in the year 1254, he was 27 years old.
Child(ren):
Heer van Brederode was leenvolger van zijn vader. Ook van zijn neef, de heer van Teylingen, hielt hij belangrijke leengoederen. Het eerst komt hij voor in 1244 en dan reeds als ridder, terwijl de Roomse koning Willem van Holland hem in 1248 "consanguineus" en "noblis vir" noemt. Tijdens de regering van Floris V behoorde hij tot de rijkste en aanzienlijkste edelen van het graafschap. Hij overleed 3 juli 1285.
In 1264 kocht heer Willem van Dirk van Wassenaer alle vruchttienden, welke deze tussen Alphen en Woerden bezat, terwijl de ambachten Alphen en Randenborch (op de Oostoever der Gouwe) hem in 1284 al behoorden. Vlak bij dit laatste ambacht had hij in 1268 van zijn Teylingsche verwanten het land 's-Gravenbroec onder Voshol verworven. In Riederwaard, waar ook de Teylingen's gegoed waren, kon heer Willem in 1284 vrijelijk over een hoeve land te Barendrecht beschikken.
Het leeuwendeel van hun bezittingen ten zuiden van de Maas lag evenwel in het land tussen Lek en Merwede. Volkomen onbekend blijft op welke wijze de Brederode's aan hun zeer uitgebreid bezit in de tegenwoordige Alblasserwaard kwamen. Van aard en omvang van dit bezit is men voornamenlijk op de hoogte door een verklaring van graaf Floris V uit het jaar 1282, waarbij deze vorst, na onderzoek, het recht van heer Willem van Brederode erkend op het hoog gerecht in Papendrecht, Matena, Wijngaarden, Wervelkamp, Kortegrave, Goudriaan, Slingerland, Poedersynsambacht, Nieuw-Haringsveld en Oud-Haringsveld, benevens het ambacht van Heeren-Heyen-land. De bewijzen van ouder bezit lopen niet ver op. Wij vinden ze alleen voor Papendrecht, Goudriaan en Kortegrave, en wel in de volgende stukken;
1251, heer Willem van Brederode neemt van het kapittel van St. Maria te Utrecht de helft der tienden van Papendrecht in pacht.
1260, de bisschop van Utrecht vergunt denzelfde een kerk te bouwen op zijn eigen grond "infra terram suam dictam Goudriaan".
1264, Jan van Arkel en Willem van Brederode vergunnen heer Hendrik van Alblas in het land Kortegrave, dat hij van laatstgenoemde heer in leen houdt, een watergang te maken.
1277, als Floris V de dijkschouw van de Alblasserwaard regelt, word daar onder de ingelanden ook de heer van Brederode vermeld.
Willem I van Brederode | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1254 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hildegonda van Voorne |
The data shown has no sources.