Family tree Stuivenberg » Atze Hendriks van der Sluis (1710-1761)

Personal data Atze Hendriks van der Sluis 

• He was born in the year 1710 in Oostermeer (Gem. Tietjerksteradeel).
• He was christened on April 28, 1715 in Oostermeer, Friesland, Nederland.
• Profession: Molenaar.
• He died in the year 1761 in Oostermeer, Friesland, Nederland, he was 51 years old.

Household of Atze Hendriks van der Sluis

He is married to Sjoukje Douwes.

They got married

Child(ren):

1. Hendrik Atzes van der Sluis  1741-1817 
2. Yke Atses (Atzes)  1741-1818

Notes about Atze Hendriks van der Sluis

1755/60 Eigenaar: Atse Hendriks, brouwer x Sjoukjen Douwes, van 71 naar 50.

Zij kwamen al in 1743 uit Augustinusga en kochten de molen, waarvan zij tot 1755 eigenaar bleven. Het echtpaar had voor die aankoop geld geleend van Geert Meskes x Auckien Joukes, wonende te Augustinusga. Het ging om een bedrag van 500 Caroli Guldens.

Echter jaren later, in December 1759, kwamen er moeilijkheden toen Auckien Joukes, weduwe wijlen Geert Meskes, 'oud in het 70e jaar, woonachtig tot Augustinusga', geen rente van het geleende geld ontvangen had.

Auckien was op 3 December 1759 naar het huis van Atse Hendriks gegaan met haar obligatie bij zich om bij hem 'een jaar verschenen interesen op te halen of te beuren'. De vrouw van Atse trok haar aan de mouw en zij kwam bij Atse terecht. Deze zei tegen Auckien, terwijl hij wees op geld dat op een half tonne agter in de schure bij de bestbeesten lag: 'Daar leyd uw geld. Wilt U het overzien.'

Auckien haalde de obligatie voor den dag en schreef aldaar een jaar interessen op af en leggende, zonder enig nadenken, de obligatie op de halff tonne neer, zeggende tegen hem: 'Is het zo niet goed, Atse?'. Deze antwoordde van 'Ja'. Auckien kwam toen tot de ontdekking dat zij van de interessen anderhalf stuiver terug moest betalen. Zij had geen kleingeld bij zich, waarom de vrouw van Atse Hendriks naar binnen liep om wisselgeld te halen.

Atse zag toen de kans schoon. Greep de obligatie en scheurde deze 'in veele stukken'. Wat er te verwachten was gebeurde. 'Al waaromme ik (Auckien), attestante, seer weemoedig begon te schreijen en te kermen, biddende hem, Atse Hendriks, hij zoude mij de stukken daar weder geven. Dan wilde ik deselve aan malkander naijen. Het welke hij mij heeft geweigert'.

Maar nadat de vrouw zich met de zaak had bemoeid, beloofde Atse haar 'een handschrift van voornoemde kapitaal te geven'. Doch hij wijzigde met opzet de datum, door die te veranderen van 3 december in 3 september.

Toen Auckien dit in de gaten had begon ze te schreien en om hulp te roepen. Hierop kwam de kleermaker Teije Dirks, die voor het huis aan het naaien was bij haar en kreeg te horen wat er gebeurd was. Atse beweerde toen dat Auckien de obligatie zelf in stukken had gescheurd. Teije wilde dat niet geloven. Daarop is Auckien naar de oom van Atse, de veerschipper Sioerd Atses gegaan, met het verzoek haar te helpen. Dat leverde niets op.

De volgende dag, 4 december, is Auckien met haar zoon, Jouke Geerts, naar Oostermeer gegaan en heeft Sioerd Atses, de volle oom van Atse Hendriks, om hulp verzocht. Deze keer had ze sukses. Atse Hen­driks en zijn vrouw, Sjoukjen Douwes, bleken 'geheel verslagen en aanstonds geresolveerd, door toedoen van meer zijnne oom, om Auckien te betalen'. Daar Atse niet voldoende geld in huis had, zijn hij en zijn vrouw, benevens Auckien en haar zoon, naar Bergum gegaan om bij notaris Wilhelmy een nieuwe akte te laten opmaken.

Atse heeft aan Auckien de hoofsom ad 500 Carolie Guldens betaald, blevende ongeveer een half jaar interssen schuldig. Aldus haar verklaring van 27 december 1759. De uitspraak van het Hof van Friesland is gekomen op 27 oktober 1760.

Atse Hendriks werd veroordeeld tot het betalen van 50 Carolie Guldens en het betalen van de proceskosten. Binnen 14 dagen te voldoen, of zou de deurwaarder door middel van executie het geld invorderen.

Hoe die mensen gingen en met wat voor vervoer? Of alles per voet en dan nog wel in de winter.

Lang heeft Atse Hendriks de brouwerij niet meer gehad, want in 1760 wordt Dirk Harts de eigenaar. Deze woonde toen op SK. no. 106 en was timmerman.

Dirk Harts en Tjalke Poppes, egt. te OM, kopen: zekere huizinge, schuyre met de brouwerij en het brouwersgereedschap, staande en gelegen aan de Wal. Hebbende Steven Wopkes ten oosten; de Lits ten zuiden en westen; de weg ten noorden. Beswaart met twee Car. Glds. jaarlijkse grondpagt aan de Wed. Heere Ritm. Poutsma, des weder inbeurende van Steven Wopkes huisinge vijftien Stvs., belast met het onderhoud van de weg ten noorden gelegen, op conditien, dat de copers op 12 May 1760 op hun kosten, tot taxatie van onpartijdige personen, hun des verstaande, zullen moeten ontvangen: de brouweketel, kuip, koelbak, onderbak met vaten, floten, stellingen, tuit, grensboom, schuppen, roerstokken en verdere, geen exempte, gereedschappen dan bij het verkogte gevonden wordende en de te taxeerde prijs van dien te betalen in Silveren, klinkende munte, sonder 's Lands obligatien, op twee termijnen als 1 november 1760 en 1761, telkens de geregte helfte.

Voorts zullen de copers het vercogte ontvangen soo groot en klein, goed en quaad mag zijn en al hetgeene aan de huzinge aard, band, spijker en nagel vast is. Wijders met alle lasten, profijten, actiën, servituten en geregtigheden, soo genoemd en ongenoemd, als daartoe en aan behooren, alles ingevolge de vercoper eigen is geweest.

Alzoo gecogt van Atse Hendriks, mr. brouwer te OM voor de somma van Drie Hondert Vijf en Twintig Gout Guldens à XXVIII Stvs. het stuk, te betalen in Silveren en klinkende munte, zonder 's Lands obligatien, alsmede in gelde en geen ongelde. Exempt op twee termijnen als 1 November 1760 en 1761, telkens de geregte helfte, breder per coopbrief gemeld in dato 31 December 1758, dog bij continuatie vertekent te Bergum den 14 Januari 1760. (P. 14)

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Atze Hendriks van der Sluis?
The author of this publication would love to hear from you!