Family tree Stuijts / Schalk en verbonden familieleden » Cornelis Claeszoon van Driel (± 1500-????)

Personal data Cornelis Claeszoon van Driel 


Household of Cornelis Claeszoon van Driel

He is married to Margaretha Jacobs Wenssen.

They got married about 1535.


Child(ren):

  1. Thonis Corneliszoon van Driel  ± 1530-± 1572 
  2. Pieterke Cornelis van Driel  ± 1540-1620 


Notes about Cornelis Claeszoon van Driel

Stamvader van het geslacht van Driel in DORDRECHT

In 1521 beleend met een leen van de Lek en Polanen onder Sandelingenambacht. In 1539 beleend met het grafelijk leen "het Huys Leeuwenburg, gezeijd Mijns-Heeren-Herberg" te Dordrecht.

1552: Cornelis van Driel Claesz., schepen in wette, als man en voogd van Grielken Jacobsdr., Jan Wenssen, Mr. Adriaen Wenssen, advocaat voor het Hof van Holland, Aert Wenssen en Cornelis de Jonge als man en voogd van Hillegont Jacobsdr., tezamen erfgenamen van Jacob Aertszoon-, compareren te Dordrecht.

Beroep: Korenhandelaar te Dordrecht.
Beroep: Schepen van Dordrecht van 1539 tot 1552
Beroep: Dijkgraaf van Barendrecht. van 1550 tot 1550

Aan de Achterambachtseweg (nu 10a) lag een stuk land van negen morgen met een huis erop en een boomgaard toebehorend aan Willem, Heer van Oosterhout te Zwijndrecht. Het leen werd in 1521 gehouden door Cornelis (Claesz.) van Driel, terwijl in 1557 en 1562 Anthonis Cornelisz. van Driel in de kohieren van de tiende penning als eigenaar van de negen morgen met behuizing wordt genoemd.
Steeën in 't Ambacht, J.A. van der Giessen e.a.

INFO: https://www.stamboomonderzoek.com/baren127/getperson.php?personID=I42651

Cornelis Claesz. van Driel, geboren naar schatting rond 1500 waarschijnlijk in de Zwijndrechtse Waard, overleden 14 januari 1555 te Dordrecht. Cornelis Claesz. van Driel is begraven in de Grote Kerk van Dordrecht in het familiegraf Van Driel. De grote zerk van dit familiegraf is bij de restauratie van 1983/87 verplaatst van het schip van de kerk naar de noordzijbeuk tegenover de Sint Catharinakapel, waardoor zij zichtbaar is geworden. Het randschrift van de zerk luidt: "CORNELIS CLAESZ. VAN DRIEL STERF Ao XVc LV DEN 14en JANUARI"; boven- en rechterrand "(weggekapt: HIER LEYT BEGRAVEN JACOB) CLAESZOEN VAN DRIEL (STERF AN.NO) MCCCCCLXV" "DEN XXVIIIen DACH VAN MEY". In de hoeken is de zerk voorzien van de tekens van de vier evangelisten, terwijl middenboven het wapen met de dubbele adelaar is afgebeeld, onder een helm. Middenonder bevindt zich een latere inscriptie:"JOUFFR.MACHTELT VAN DEN STEEN DOCHTER VAN DE HEER EMANUEL VAN DEN STEEN EN DE JOUFFR. ELISABETH VAN DRIEL. BEGRAVEN DEN 5 MEY 1667", vergezeld van vier wapens. In zijn handschrift meldt Van Goudhoeven: "Cornelis van Driel, schepen in Dordrecht Ao 1539, obiit Ao 1555, begraven ter Grote Kercke, hadde getrout Margriet Wensen Jacobsdochter, sterf Ao 1597 aet(atis) 80, hadden tsamen XI kinderen, hij sterf in sijn huijs genaemt Mijnsheerenherberge". In 1527 en 1533 kochten Cornelisvan Driel, resp. Cornelis Cleijsz., de grafelijke korentienden van Heer Oudelands Ambacht. Door deze vermeldingen wordt aannemelijk dat Cornelis Cleysz., die in 1532 waarsman was van de Zwijndrechtse Waard (Develzijde), indentiek is met Cornelis Claesz. van Driel. Een tweede aanwijzing voor zijn herkomst uit de Zwijndrechtse Waard is het leen van de Lek en Polanen, waarmee Cornelis van Driel was beleend. Dit leen bestond uit 9 morgen land met een huis en een boomgaard onder Sandelingenambacht (1521:) in het ambacht van Roelant ducinc heer Gerijtsz. Dit land lag ten zuiden van de Waelweg, met als belenders Cornelis Loicsz,(ten oosten), Henric Cornelisz.(ten westen) en Henrick Loicksz.(ten zuiden). Wanneer Cornelis vanDriel dit leen heeft verworven is onbekend, maar dit moet geweest zijn na 12 augustus 1516, toen een zekere Jan Aernt Maesz. ermee werd beleend, na overdracht door Cornelis Adriaensz. Reeds voor 1555 droeg Cornelis van Driel het leen al weerover aan de pensionaris van Dordrecht.In 1568 werd het leen in het kohier van de achterlenen en van de geconfiskeerde heerlijkheden in Holland als volgt omschreven: "Van(de) Lecke en (de) Polanen negen mergen lants gelegen in Swijndrecht, mitten huijsinge dair op staende, mitten boomgart, int ambocht van Roeloff Duckinge dat men noempt heer Sandelings ambocht. Die brieven en houden anders geen gelegentheyt ofte limiten, ende zijn hier aff dese limiten: oistwaerts gelegen Cornelis Antoenis Lodewijcxz., ande westzijde die voorsz. Schoeck ende die kercke van Kijfhoeck en(de) d'erfgenaemen van Dingen, gesaemender hant, ande noortzijde die gemeene binnenwech, en(de) anden zuijtzijde de voorsz. Schoeck. Den voorsz.WillemSchoeck aengecoemen bij opdrachte en(de) overgifte van Corn(elis) Driel en(de) hem verlijt tot eenen onversterffelicken erfleen. Ende (...) dit goet es vrij en(de) onbelast en(de) getij(de)nloes met anderen landen daer anne gelegen groot wesende XIIJ mergen, maeckende tsaemen XXIJ mergen". In het kohier van de 10e penning van 1556 komt Anthonis Cornelisz.van Driel voor als als eigenaar van 13 morgen en van 9 morgen "leen mit dat huys dair op staende". In de daarop volgende jarenmoet het leen echter al verkocht zijn, want in 1562 huurde "jonge" Adriaen Monnensz. de 22 morgen lands van meester Willem Schoeck tot Dordrecht. Het leen moet hebben gelegen tussen de boerderij "De Rooie Haan" van de familie Van der Giessen(afgebroken in 1900) en "De Hogenberg" van de familie Lodewijcksz. (Achterambachtseweg 12). Vermoedelijk vestigde Cornelis Claesz. van Driel zich voor ca.1535 te Dordrecht want reeds in 1538 was hij tot de schepenbank toegetreden. Wellicht hield dit verband met zijn huwelijk met Margaretha Wensen, die behoorde tot een Dordtse patriciaatsfamilie. Het feit dat hij de functie van schepen van de belangrijke stad Dordrecht mocht bekleden, wijst er in ieder geval op dat hij behoorde tot de gegoede burgerij van die stad. In zijn functie van schepen zegelde hij met een dubbele adelaar. Cornelis Claesz. van Driel werd op 28 maart 1538 (voor Pasen, d.i. 1539) beleend met het gravelijke leen "het Huys Leeuwenburg, gezeyd Mijns-Heeren-Herberg" te Dordrecht. Dit huis diende als verblijfplaats van de graaf van Holland bij diens bezoeken aan Dordrecht. Het lag een tiental meters achter de rooilijn van de Voorstraat en bevond zich middenin het blok tussen de zijstratenNieuw-straat en Heer Matthijsstraat (nu Kolfstraat). Deze naar achteren geschoven positie wijst op de zeer oude herkomst van het gebouw, dat zal zijn gerealiseerd in de tijd dat de zuidzijde van de Voorstraat slechts hier en daar was bebouwden nog een landelijk karakter had. Uit het leenregister van Holland blijkt, dat het "huys geheeten Leeuwenburch staen(de) binnen Dor(dre)cht mit stallinge, hoven, vuytganck en(de) anders allen sijnen toebehoe(re)n" in 1527 in leen was gegevenaan "Goedschalck van Wijngaerden, (...) bij doode van Jacob van Wijngaerden zijn vader". Volgens het register werd het leen daarna "verlijt (aan) Corn(elis) van Dryel, bij overd(racht) van Goedschalck van Wijngaerden voorsz." Het leen was bijna een eeuw lang in het bezit geweest van opvolgende leden van de familie van Wijngaerden: Gerrit Oem(1442), Margriete Gerrit Oemsdr.(1451), Godschalk Oem van Wijngaerden(1461), Floris Oem van Wijngaerden(1463), Jacob Oem van Wijngaerden(1478) en tenslotte Godschalk van Wijngaerden (1527). Dit leen, dat zonder twijfel als "familieleen" van de Van Wijngaerdens kan worden aangeduid, werd door Floris van Wijngaerden, als voogd van Godschalk van Wijngaerden, overgedragen aan Cornelis van Driel. De gedachte dringt zich op dat Cornelis van Driel het leen heeft kunnen kopen omdat hij aan de familie Van Wijngaerden gelieerd was: de echtgenote van zijn oom Jan Pietersz.van Driel was immers een dochter van Jacob Oem Tielmansz. Interessant is dat zijn neef Claes Dircksz. van Driel, stamvader van het Ridderkerkse geslacht Van Driel, als schout van Ridderkerk de vertegenwoordiger was van de "principael schout" Floris van Wijngaerden, baljuw van Rotterdam. Floris vanWijngaerden was tevens ambachtsheer van Oost-IJsselmonde, waar het schoutambt lange tijd werd uitgeoefende door Pieter Dircksz., de stamvader van het geslacht Van Driel uit IJsselmonde! Bij de leeninschrijving van 1539 was het huis Leeuwenburg gelegen aan de "landzijde" van Dordrecht, met stalling, hof, tuin, uitgang en toebehoren, voor aan de straat, en achter o.a. aan het St.Jans gasthuis. Ten noordwesten was het huis belend aan het St.Pieters gasthuis,gaande achterwaarts meteen uitgang tot de straat genaamd Herman Thijsen straat, en zuidoost naar een poort genaamd Malleburg, behorend aan de leenman Cornelis van Driel Nikolaasz. Uit deze inschrijving blijkt wel, dat Cornelis van Driel reeds eerder in Dordrecht gevestigd was: wellicht was het beschikbaar komen van het leen Leeuwenburg een goede gelegenheid voor hem zijn bezit met het naastgelegen goed uit te breiden. In een recente publicatie wordt "Poorte Malburg" gelijk gesteld met het "graven huse"Leeuwenburg, dat sedert 1385 werd beheerd door Otto van Malburg. Deze Otto van Malburg was in 1411 verbannen, maar bleef blijkbaar in het bezit van het huis Leeuwenburg. want in 1445 werd het gehele huis "mitten toorn", dat voorheen van Adryaen van Malborch was geweest, eigendom van Gherijt van Muijlwijck Jansz. gehuwd met Machtelt van Malborch Adryaensdr. Opmerkelijk is dat van Otto van Malburch in 1403 goederen waren gepand en geeigend in Gherit Heynricx ambacht onder Zwijndrecht. In de kohieren van de 10e penning wordt de grafelijke herberg, het "Huijs Leeuwenburch" niet met die naam aangeduid: in 1532 werd Cornelis Claesz. aangeslagen voor 27 Car. gld. wegens zijn huis "ande voorstraet"(bij de "Nieustraet"), in1553 voor 40 Rijnsgld. wegens "Cornelis Claesoen van Driels huijs met de plaets", opten oostenhuyck van heren Mathij(s)straet". In 1555 moest Cornelis van Driel Claesz. 14 Car.gld. haardstedegeld betalen voor zijn huis in "heer Mathijs straete". De weduwe van Cornelis Claes van Driel werd in 1561 aangeslagen voor "een huijs met een plaets en(de) thuijn van voeren tot achteren daer sij inwoont" in "die Nieu(w)straet vuijtcomen(de) en gegaen naer heer Matthijsstraet toe aende slinckerhant (bij het Sint Joris gasthuijs). De weduwe was dus in het huis blijven wonen, al was het leengoed na het overlijden van Cornelis van Driel overgegaan op haar zoon Jacob van Driel. Behalve zijn onroerende goederen in Dordrecht bezat Cornelis Claesz. van Driel diverse landerijen op het eiland IJsselmonde: in Oud-Reijerwaard in "Gerrit Roelofs houff, die Siecken lants", in Nieuw-Reijerwaard in "Jan Covin houff" (tezamen met heer Dirck die Joede) en in "Hesselen houff", in hetnieuwbedijkte land van West-Barendrecht, in Oost- en West-IJsselmonde, in Zwijndrecht, in het Volgerland van Kijfhoek en in Heer Oudelands Ambacht. Tezamen met zijn broer Jacob Claesz.van Driel bezat hij bovendien nog land in Oost- en West-IJsselmonde en in Carnisse. Bezien in het licht van dit grondbezit op het eiland IJsselmonde, is het opmerkelijk dat de beide broers zo weinig functie vervulden in de polderbesturen: Cornelis van Driel Claesz. wordt slechts vermeld als dijkgraaf van Barendrecht (1550). Het bezit van de aanwassen in het nieuwbedijkte land van West-Barendrecht was niet geheel onomstreden. In 1551/1552 werd hierover geprocedeerd door de erfgenamen van wijlen Claes van Noorden, impetranten, contra Cornelis van Driel Claesz., en anderen. Volgens de erfgenamen van Van Noorden behoorden de aanwassen per definitie aan de oorspronkelijke bedijker van het land waar deze onstonden. De nieuwe gebruikers en eigenaren bestreden dit. Het proces voor het Hof van Holland kwam niet tot een oplossing, zodat de zaak in 1554 voor de Grote Raad te Mechelen werd gebracht. Op 17 november 1554 werd beroep aangetekend tegen het vonnis d.d. 12-9-1552 door het Hof van Holland in de zaak van de erfgenamen van Claes van Noorden, eisers contra Cornelis van Driel Claesz. te Dordrecht, en anderen, gedaagden. Na vernietiging van twee tussenvonnissen van het baljuwschap Zuid-Holland, werd de eigendomsvordering van het land onder Oost-Barendrecht van eisers afgewezen. Overigens voerden de erfgenamen van Claes Jansz. van Noorden nog diverse andere zaken voor het Hof van Holland, o.a. tegen Claes Hendricx van Driel.(Advies 14-07-1550, HvH 1153) en Floris van Wijngaerden (1550, akte218). Dat Cornelis Claesz. van Driel en zijn broer Jacob behoorden tot de welgestelde burgers, blijkt eens te meer uit het register van de door de keizer verkochte renten in het jaar 1545: "Je Henry Stercke/conseill(eur) tresor(ier) de l'ordre et Recepteur qual. des finances de l'empereur/confesse avoir Receu des Cornille Claisz. et Jacques Claisz.van Driel a Dordrecht la somme de Cent quatre vingt douze livres".[Ik Henry Stercke / raad en thesaurier van staat en gequalificeerd ontvanger van de middelen van de keizer / beken ontvangen te hebben van Cornelis Claesz. en Jacob Claesz. van Driel tot Dordrecht: de som van 192 pond]. In een post in de domeinrekening van Zuid-Holland van september 1583 blijkt, dat hier weliets tegenover heeft gestaan: Margriete Jacobsdr., weduwe van wijlen Cornelis Claesz. van Driel, en Hendrick de Raet als man en voogd van Hillegont Cornelisdochter, als erfgenaam van Jacob Claesz van Driel, waren eigenaars van een 48e gedeelte van de helft van de polder Bonaventura, gekocht voor 192 ponden bij Cornelis Claesz. met zijn broeder. Behalve de door Balen genoemde kinderen had Cornelis Claesz. van Driel nog een drietal (oudere) kinderen: Anthonis, Pietertje en Niesje van Driel.Dat deze kinderen wel degelijk tot zijn nageslacht behoorden en vol hebben gedeeld in de nalatenschap van hun vader valt af te leiden uit een aantal transporten. Hieruit blijkt dat zij landerijen gemeen hadden met Hillegont Cornelisdr.van Driel, die wel wordt genoemd door Balen. Bovendien compareerde Margaretha Wensen, de weduwe van Cornelis Claesz.van Driel, in een aantal akten die betrekking hebben op het weeskind van Anthonis Corn.van Driel. Op 6 mei 1571 verkocht Heyndrick de Raet Heliasz., man van Hillegont Cornelis van Driel Cleysdr., aan Adriaen Thonisz.(van Driel): land gelegen in de dijkage van Beijerland onder Mijnsheerenland; deze en andere gronden waren gegeven bij het huwelijk zoals Grietge Cornelis van Driel Cleysz. weduwe tegen Cornelis Splintersz. te haren huize te Dordt heeft verklaard. Op 7 juni 1575 werd land verkocht door Margareta Wenssen, weduwe van Cornelis van Driel Claess, met consent van Cornelis Thonis (Lodewijcksz.) als voogd van het nagelaten weeskind van Thonis Cornelis van Driel genaamd Ariaen Thonisz. Op 7 juni 1576 transporteerde Margaretha Wenss wed(uw)e van Cornelis van Driel Claesz. een rentebrief van 6 Car.gld. aan Cornelis Thonis., voogd van hetachtergelaten weeskind van Thonis Cornelisz. van Driel genaamd Arien Thonisz. Op 28 februari 1583 transporteerden deze Adriaen Anthoenis van Driel (de zoon van Thonis Cornelisz.van Driel) en Anthonis Geenen (getrouwd met Pieterken Cornelisvan Driel), tezamen de helft van 3 morgen 1.1/2 hont land onder IJsselmonde aan Cornelis Anthoenis Lodewijcx (man van Niesje Cornelisdr. van Driel) die reeds een kwart bezat. Het resterende kwart was in het bezit van Hendrick de Raedt (getrouwd met Hildegond Cornelisdr. van Driel). Op 20 september 1587 transporteerde Hendrick de Raedt Elyasz. zijn kwart aan Neysgen Cornelis van Driellen, weduwe van Cornelis Anthonis Loycx, die daarmee het gehele perceel in eigendom had gekregen.Uit deze transporten en gezamenliujke bezittingen blijkt wel, dat Anthonis, Pietertje, Niesje, en Hildegond broer en zusters moeten zijn geweest. Zij en hun erfgenamen hebben nog lang een aantal percelen land in gemeenschappelijk bezit gehouden. In 1561 gebruikte de voornoemde Thonis Cornelissen (van Driel), wonende in Hendrik Ido Ambacht, 2 morgen 1.1/2 hont zaailand toebehorende Neesken Cornelisdr., en nog 8.1/2 morgen weiland in Kijfhoek, toebehorende Pieterken Cornelissen enLena "haere suster". Hieruit zou volgen, dat er nog een zuster "Lena" zou zijn geweest, maar hiermee zal Hildegond (Helena?) van Driel zijn bedoeld.
Cornelis Claesz.van Driel huwde voor ca.1538 Margaretha Wenssen; geboren ca.1517 (80 jaar oud in 1597) te Dordrecht, overleden 1597 Dordrecht. Zij was een dochter van Jacob Aert Hendricks en Cornelia Jansdr.van Slingeland. Volgens het handschrift van Van Goudhoeven stierf Margriet Wentsen "Ao 1597 aet(atis) 80 hadde getrout Cornelis van Driel Claesz. schepen van Dordt Ao 1538 / hadde XI kinderen sij sterf in Mijnsheerenherberge". Haar familienaam was ontleend aan die van haar grootmoeder Anthonia Wensen, die gehuwd was met Aert Hendricksz., koopman, schepen van Dordrecht. Margaretha Wensen werd na het overlijden van haar echtgenoot in het spraakgebruik aangeduid als "Grietje van Driel" en haar naam is op die wijze inde Dordtse geschiedenis vereeuwigd als naamgeefster van "Grietje van Driel's toren". Deze toren is overigens in de loop der tijd nog met verschillende andere namen aangeduid. In 1553 werd deze in het kohier van de 10e penning vermeld: "Den toren van Cornelis Claessoen van Driel staende opter nijeu haven ande waterzij / onder een kelder en(de) bove(n) een kor

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Cornelis Claeszoon van Driel?
The author of this publication would love to hear from you!


Timeline Cornelis Claeszoon van Driel

  This functionality is only available in Javascript supporting browsers.
Click on the names for more info. Symbols used: grootouders grandparents   ouders parents   broers-zussen brothers/sisters   kinderen children

With Quick Search you can search by name, first name followed by a last name. You type in a few letters (at least 3) and a list of personal names within this publication will immediately appear. The more characters you enter the more specific the results. Click on a person's name to go to that person's page.

  • You can enter text in lowercase or uppercase.
  • If you are not sure about the first name or exact spelling, you can use an asterisk (*). Example: "*ornelis de b*r" finds both "cornelis de boer" and "kornelis de buur".
  • It is not possible to enter charachters outside the standard alphabet (so no diacritic characters like ö and é).



Visualize another relationship

The data shown has no sources.

Historical events

  • Graaf Karel II (Oostenrijks Huis) was from 1515 till 1555 sovereign of the Netherlands (also known as Graafschap Holland)
  • Graaf Filips III (Oostenrijks Huis) was from 1555 till 1581 sovereign of the Netherlands (also known as Graafschap Holland)
  • In the year 1555: Source: Wikipedia
    • January 22 » The Ava Kingdom falls to the Taungoo Dynasty in what is now Myanmar.
    • February 9 » Bishop of Gloucester John Hooper is burned at the stake.
    • March 25 » The city of Valencia is founded in present-day Venezuela.
    • July 2 » Ottoman Admiral Turgut Reis sacks the Italian city of Paola.
    • September 25 » The Peace of Augsburg is signed by Emperor Charles V and the princes of the Schmalkaldic League.
    • November 1 » French Huguenots establish the France Antarctique colony in present-day Rio de Janeiro, Brazil.

About the surname Van Driel


When copying data from this family tree, please include a reference to the origin:
Frans Stuijts, "Family tree Stuijts / Schalk en verbonden familieleden", database, Genealogy Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-stuijts-schalk/I8842.php : accessed June 19, 2024), "Cornelis Claeszoon van Driel (± 1500-????)".