Op 21 juli 1492 worden Johan Spierinck van Well en zijn neef (zwager), Arnt de Cocq van Delwijnen, de jonge, door hertog Karel van Gelre aangesteld tot schatmeesters over Zaltbommel, Bommeler- en Tielerwaard, Beesd en Rhenoy met de opdracht de twee eerstvolgende pondschattingen in te vorderen. Deze bestonden o.a. uit het innen van belastingen en verbeurd verklaarde goederen. Dus begon Karel in het jaar van zijn aanstelling al meteen goed.
Arnt III wordt 15 april 1493 door Karel, hertog van Gelre en Gulick en graaf van Zutphen, beleend met een Huys en Hofstede te Delwijnen, afkomstig van zijn zoon Johan. Deze had dit bezit, dat voorheen aan zijn voorvader Daniël toebehoorde, gekocht van Johan van Balveren Adriaenszn, die daarmee op 10 oktober 1473 was beleend. Na het afsluiten van het koopcontract werd Johan de Cocq van Delwijnen hiermee op 31 mei 1486 beleend.
Hij verkoopt 16 september 1461, samen met zijn vader Arnt II, de erftijnsbrief over 4 morgen land te Delwijnen in de “Rampert” aan Gijsbert Morinck, t.b.v. de vicaris van het altaar van Onze Lieve Vrouwe in de kerk van Kerkwijk. (Mac.reg.nr.19).
In1494 wordt Johan Spierinck van Well door Karel van Gelre schuldig bevonden aan doodslag, door hem aan zijn neef Arnt de Cocq van Delwijnen, de jonge, begaan tijdens de oproer, die was ontstaan wegens het besluit van Karel van Gelre belasting te heffen op ieder getapt vat bier.
(1) He is married to Anna van Loon.
They got married
Child(ren):
(2) He had a relationship with Adriana van Balveren.
The relationship started
(3) He has/had a relationship with Johanna de Cocq Van Opijnen.
The relationship started
broers en zussen ca 6
Arnt komt voor op een riddercedel van 1460. Hij ontvangt in leen het “Hoge Huys” (kasteel) in Delwijnen op 4-11-1462 van Walraven van Broeckhuysen, Heer van Ammerzoden en Waardenburg
(1457-1465), (zn.v.Gerrit en Walrave van Brederode).
“4 november 1462
Inden yerste anno lxii den woensdach na aller(heiligen)dach Arnt de Cocq van Delwijnen heeft ontfangen van den Heer van Ammerzoyen dat Hoge Huys te Delwijnen mitten cyngel ende graven, met twe mergen lants daer affter ende mit alsulcken mannen mit oer Brieven die hoer leen daer affhaldende sijn, mit namen Jan de Cocq van Kerkwick van eenre thiend die van Cocke Steyne was.
Item Engbert de Cocq [broer van Arnt, schepen van Zuylichem, overl.22-4-1466], van de thiend in die Boesehoren. Item Arnt van den Pol Hillens voor twe mergen lants to Driel op die Vlyert. Item Herberen Arntszn van 2 mergen lants tot Delwijnen. ItemArnt Ghijbenszn van 2 mergen lants uit Ammerzoyense Broeck. Hier zijn geweest als mannen van leen Gherit van Berck en Gielis Egberts.”
(Mac.Reg.nr.21.)
Arnt (III) de jonge de Cocq van Delwijnen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna van Loon | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna de Cocq Van Opijnen |
The data shown has no sources.