Leeftijd:84y 2m 3d
Attention: Wife (Anna Van Beyma) is also his cousin.
He is married to Anna Van Beyma.
They got married on June 2, 1863 at Menaldumadeel, Friesland, Nederland, he was 23 years old.Source 1
Aktenummer A58
Child(ren):
Binnert Philip baron van Harinxma thoe Slooten (Drachten, 30 augustus 1839 - Leeuwarden, 20 november 1923) stamde uit een oud Fries adellijk geslacht en was Commissaris van de Koning(in) van de provincie Friesland.
Binnert Philip van Harinxma thoe Slooten studeerde rechten te Leiden. Hij werd vervolgens ambtenaar bij het Openbaar Ministerie, advocaat te Heerenveen en kantonrechter. In 1865 werd hij lid van de gemeenteraad van Opsterland; lid van deProvinciale Staten van Friesland (1878) en lid van de Tweede Kamer (1873). Van 1878 tot 1909 was hij Commissaris van de Koning(in) in Friesland.
Net als zijn zoon Pieter, die hem in 1909 opvolgde als Commissaris van de Koningin, ontplooide hij initiatieven op waterstaatkundig gebied (aanleg van De Nieuwe Zwemmer en het Tsjongerkanaal). Tijdens zijn bestuur waren er in Frieslandgrote sociaaleconomische spanningen die tot stakingen leidde. Hij wilde dit krachtig aanpakken, mede omdat hij het nodige inzicht in de achtergronden van de stakingen miste.
Harinxma was buitengewoon lid van zeemanscollege Zeemanszorg.
Bron: Wikipedia
HARINXMA THOE SLOOTEN, Binnert Philip baron van (1839-1923)
Harinxma thoe Slooten, Binnert Philip baron van, commissaris der Koningin in Friesland (Drachten 30-8-1839 - Leeuwarden 2-11-1923). Zoon van Maurits Pico Diderik baron Van Harinxma thoe Slooten, grietman, later adjunct-houtvester, en jkvr.Clara Feijona van Eijsinga. Gehuwd sinds 2-6-1863 met jkvr. Anna van Beyma. Uit dit huwelijk werden 6 zoons en 4 dochters geboren.
Van Harinxma stamde uit een oud Fries geslacht met veel politieke invloed. Hij studeerde rechten te Leiden. Na zijn promotie in 1863 begon direct zijn rechterlijke loopbaan als ambtenaar van het openbaar ministerie in het kantonBeetsterzwaag, waar hij in 1869 kantonrechter werd. Tevens was Van Harinxma van 1863 tot 1869 advocaat bij de Heerenveense rechtbank. Daarnaast deed hij politiek en bestuurlijk werk. Van Harinxma, die de liberale beginselen huldigde, wasvan 1865 tot 1869 wethouder, daarna tot 1873 alleen raadslid van Opsterland. In 1871 kwam hij in de Friese Staten, waar waterstaatszaken zijn interesse hadden. De stad Dokkum vaardigde hem in 1873 af naar de Tweede Kamer.
In 1878 werd Van Harinxma, die volgens de voordrachtsbrief 'onafhankelijk van fortuin en karakter' was, tot commissaris des Konings in Friesland benoemd.
Met vaste hand leidde hij de Statenvergadering, waarin hij gebrek aan mannen van betekenis signaleerde. De samenwerking in het college van Gedeputeerde Staten gaf de commissaris in het algemeen voldoening. Over de griffier mr. C.B. Menaldawas hij zeer te spreken. Van c. 1880 tot c. 1900 had Friesland ten gevolge van de agrarische depressie met ernstige moeilijkheden te kampen. Van Harinxma, die de toen vrij algemeen gehuldigde opvatting deelde, dat provinciale besturen ookop sociaal-economisch gebied weinig taken te vervullen hadden, lijkt aanvankelijk voor de malaise nauwelijks aandacht te hebben gehad. Tijdens de grote stakingen van veenarbeiders in zuidoost Friesland en van landarbeiders in Het Bildt(1888-1892), die tot de gevolgen van die malaise behoorden, wenste hij krachtig optreden, maar miste inzicht in het gebeurde. Dit gold trouwens ook voor de andere Friese autoriteiten en de ambtenaren van het departement van BinnenlandseZaken in Den Haag. Later leidde een conflict met de gemeenteraden van Opsterland en Weststellingwerf over de financiering van werkverschaffing tot het tijdelijk overdragen van enige van hun bevoegdheden aan de burgemeesters (1895).Gemeentefinanciâ´n en -belastingen baarden Van Harinxma trouwens ook geregeld andersoortige zorg. De taak van de provincie breidde zich uit, vooral op waterstaatsgebied. De commissaris hield zich speciaal bezig met de mogelijkheden voorgedeeltelijke indijking van de Lauwerszee. Overigens signaleerde hij de vergroting van het takenpakket, dat al met al nog klein bleef, niet zonder enige zorg.
Medio 1909 nam Van Harinxma ontslag. Inmiddels was hij in 1905 tot staatsraad in buitengewone dienst benoemd en hij bleef dat tot zijn dood.
Van Harinxma had de hooghartigheid en waardigheid, die ook veel andere rijke Friese adellijke grootgrondbezitters kenmerkte. Hij was een punctueel man, die door de vaste en rechte lijn van zijn beleid gezag had en, gezien in zijn tijd, opverantwoorde wijze leiding gaf aan het provinciaal bestuur.
- See more at: http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/harinxma#sthash.RvsvqeR5.dpuf
Binnert Philip Van Harinxma Thoe Slooten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1863 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Van Beyma |