getuigen: Klaas Pieterszn. van den Ende en Clasina Maartensdr. v.d. Kock
He is married to Anna Cornelisdr. Ruijgrok.
They got married on April 27, 1822 at Maasland, Zuid-Holland, Nederland , he was 32 years old.
Dingenaar van den Ende 70 jaar eerste assessor (=wethouder), Willem Wildschut 70 jaar bode, Arij Stelleman 42 jaar veldwachter en Gerrit Roem 35 jaar kasteleinszoon.
Child(ren):
In de huwelijksakte lezen we:
"des Breugoms Moeder verklaard niet te kunne schrijve ".
Uit de 'Huwelijks bijlagen' blijkt Cornelis, van beroep bouwman, voor de Nationale Militie "geremplaceerd te hebben bij de consumptie". Waarschijnlijk heeft hij dus vrijstelling gekregen vanwege onmisbaarheid in het boerenbedrijf. Van hem hebben we een signalement: lengte 1 el, 7 palm, 2 duim, 7 streep (69cm.+ 70 cm.+ 5 cm.+ 7 mm. = 144,7 cm.!). Hij heeft een rond aangezicht, plat voorhoofd, blauwe ogen, zwart haar en zwarte wenkbrauwen.
Cornelis en Anna krijgen zes kinderen:
Waarschijnlijk zijn Cornelis en Anna ten tijde van hun huwelijk niet arm. In 1851 zijn ze in ieder geval rijk, althans volgens Teun van der Kooij in zijn boek 'Dorp in rust en onrust. Maasland 1851 - 1897. Cornelis zou dan ca. 52 ha. land bezitten en mogelijk twee boerderijen, want een normale boerderij telt in die tijd 25 tot 30 ha. grond (en 30 tot 40 koeien). Waar Van der Kooij zijn mening op baseert, is niet duidelijk. Als Cornelis in 1871 overlijdt, laat hij slechts een woonhuis na! Na hun trouwen gaan,Cornelis en Anna wonen op een boerderij aan de Westgaag C No 22. Zij hebben dan meteen ook een huishouden van vijf of zes personen. De gewone Maaslandse boer heeft namelijk een boven- en een onderknecht en de boerin een boven- en een ondermeid. Zoals gebruikelijk hebben de knechten en de meiden een contract dat loopt van 1 mei tot 1 mei van het volgende jaar. Antje verhuist zelf op 1 mei 1820 vanuit Pijnacker naar Maasland. Ook zij zal dus op een boerderij als meid gewerkt hebben. De knechten en de meiden wonen bij het gezin in en krijgen naast hun loon kost en inwoning. Uit de volkstelling van 1825 blijkt dat er op dat moment in het gezin van Cornelis en Antje één knecht is en twee meiden.
Soms blijven zij lang. Zo blijft Gerrit Hueving uit Hannover van 1837 tot 1846 bij Cornelis werken. Dan vertrekt hij naar Amerika! En Dina Ruijgrok (familie?) werkt er van 1 mei 1836 tot 1 mei 1847, wanneer zij naar Maassluis vertrekt. Ook uit een testament van zijn broer Adrianus, getrouwd met Catharina Koelewijn, van 17 maart 1842, waarin Cornelis tot voogd van hun minderjarige kinderen wordt benoemd, kunnen wij lezen dat hij bouwman aan de Westgaag is, met als adres Wijk C No 22.
In november 1839 blijkt Cornelis raad (gemeenteraadslid) van Maasland te zijn. Van de zeven leden, benoemd door Gedeputeerde Staten in Den Haag, zijn er twee rooms-katholiek: Cornelis van den Ende en Frans Roodenrijs. Later is Cornelis jarenlang het enige rooms-katholieke raadslid. Overigens is dit wel in overeenstemming met de verhoudingen in Maasland, waar immers maar circa twintig procent van de bevolking rooms-katholiek is. Cornelis blijft raad tot 1851. Dan worden er voor het eerst verkiezingen gehouden. Kiezers zijn de mannelijke meerderjarigen die minimaal f 16,= belasting betalen. De kiezerslijst wordt opgesteld door de belastingdienst en bevat 141 namen. Er zijn geen kandidaten gesteld. Op 9 september 1851 komen er 127 mannen naar het stembureau. Cornelis van der Ende Sr. krijgt 52 stemmen, wat te weinig is om rechtstreeks gekozen te worden. Twee weken later echter krijgt hij 92 stemmen en wordt daarmee lid van de eerste gekozen gemeenteraad van Maasland. Hij blijft dit tot 1855. Cornelis is in deze periode het enige rooms-katholieke gemeenteraadslid. Jammer genoeg wordt er in de notulen van de gemeenteraad niet vermeld wie waarover gesproken heeft. We weten daarom niet wat de politieke opvattingen van Cornelis zijn geweest. Bij dezelfde verkiezingen krijgt Cornelis' broer Adrianus trouwens maar één stem!
Uit de 'Bevolking Maasland 1850 - 1860 blijkt dat in december 1854 aan de Westgaag C nr. 22 is komen wonen Jan v.d. Kuil met zijn gezin. Hij is vlasser van beroep. Op hetzelfde adres woont ook nog de vlassersknecht Adrianus de Zeeuw met vrouwen kind. Dat zou kunnen betekenen dat Cornelis en Antje verhuisd zijn, mogelijk naar de Commandeurspolderkade. Er doet zich nu een onduidelijkheid voor. In 'Bevolking Maasland 1870-1880' staat dat op 31-12-1859 op het adres Commandeurspolderkade A.N.90, maar nu (1880) No 1, is ingeschreven Cornelius van den Ende, geboren 15 november 1790, rentenier, die op 8 juli 1871 is overleden. Behalve dat de geboortedatum niet klopt (hoogst merkwaardig), blijft onduidelijk waar Cornelis en Antje tussen 1854 en 1859 gewoond hebben. Op 8 juli 1871 overlijdt Cornelis.
De Memorie van Aangifte is interessant genoeg om in zijn geheel te citeren:
"Memorie van aangifte wegens de nalatenschap van den Heer Cornelis van den Ende Senio1; in leven particulier, gewoond hebbende aan de Commandeurspolderkade, Wijk A, nummer 1 te Maasland en aldaar overleden den achtsten July 1800 een en zeventig.
De ondergeteekenden:
1. Cornelis van den Ende Junior, meester timmerman
2. Leendert van den Ende, bouwman, beide te Maasland
3. Adriana van den Ende, Overste in het Rooms Katholijk Liefdegesticht te Groningen, aldaar woonachtig; nagelaten kinderen van bovengenoemde overledene, gesproten uit zijn huwelijk met de vooroverledene Johanna Ruigrok;
4. Cornelis VIjverberg, bouwman, te Naaldwijk, in kwaliteit van voogd over de minderjarige kinderen van beide wijlen Petrus of Pieter Vijverberg en Maria van den Ende, indertijd echtelieden, genaamd Petronella, Cornelis, Adrianus, Hillegonda en Anna VIjverberg; daartoe benoemd en beëdigd door den Kantonregter te Naaldwijk, den 12 December 1867. Zijnde der minderjarigen moeder Maria van den Ende geweest eene vóór overledene dochter van bovengenoemden Cornelis van den Ende Senior; mede in huwelijk met Johanna Ruygrok verwekt. Allen te deze domicilie kiezende ten sterfhuize voorschreven Verklaren
Dat de bovengenoemde Heer Cornelis van den Ende Senior, ab intestato is overleden, nalatende als eenige erfgenamen bij versterf, zijne kinderen, de ondergetekenden Cornelis, Leendert, en Adriana van den Ende, uit eigenhoofde ieder voor een vierde, en de afstammelingen van zijne voor overleden dochter Maria van den Ende, genoemde vijf minderjarigen bij representatie hunner Moeder, tezamen voor het overige vierde gedeelte.
Dat de overledene geen goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik bezat, en door dit overlijden geen periodieke uitkeringen bij opvolging overgegaan of vervallen zijn; Eindelijk dat door den overledene is nagelaten volgend onroerend goed, zijnde:
Een huis met erf en tuin, staande en gelegen aan de Commandeurspolderkade, aan het Zuideinde van het dorp, te Maasland: Kadastraal bekend sectie C, nommer 769, ter grootte van twee are.
Gedaan en getekend den (niet ingevuld) November 1871,
C van den Ende A. van den Ende
L van den Ende C. Viverberg"
Klaarblijkelijk is Cornelis gaan rentenieren en is hij in een kleiner huis gaan wonen veel dichter bij het dorp aan de
Commandeurspolderkade, tegenwoordig Burgemeester v.d. Lelykade. Het is niet duidelijk of hij zijn boerderij en land verpacht of verkocht heeft aan Jan v.d. Kuil. Anna Ruigrok overlijdt in Maasland op 3 oktober 1861.
De vader vanAnna, Cnelis (Cornelis) Ruijgrok, is de "eerste" van de tak van de familie Ruijgrok die Wassenaar verlaat om zich als bouwman in Pijnacker te vestigen. Hij is op 4 mei 1744 in Wassenaar (r.k.) gedoopt en overlijdt op 9 november 1818 in Pijnacker. Eerst trouwt hij in Zoetermeer met Anna van der Poel en krijgt vier kinderen. Na haar overlijden in 1781 trouwt hij opnieuw, nu in Berkel met de weduwe (van Vrank van der Burg) Helena Coot. Bij haar krijgt hij nog zeven kinderen, onder wie Anna. Helena overlijdt op 27 mei 1812 in Pijnacker.
Cornelis van den Ende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1822 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna Cornelisdr. Ruijgrok |
The data shown has no sources.