Index DTB Elburg dopen 1635-1757 (kind)
http://web.archive.org/web/20061009033006/http://snv-oud.pictura-dp.nl/modules.php?name=Content&pa=showpage&pid=83#BSH2
Home > Help > Artikelen Elburg > Bewoningsgeschiedenis > Noord > Ellestraat > Ellestraat 9B (C 71)
1798
Huisnr. 79
Hendrik Petersen 44 jaar, bouwman, geh.
28-01-1809
Hendrik Petersen en Hendrikje Schuurman zijn F.334- schuldig.
Als pand de helft van twee huizen in het NK. staande in de Kerkstraat bewoond door hun en Hendrik Egelink alsmede een stal in de Rosmarijnsteeg.
1818
Huisnr. 90
Eigenaar: Hendrik Petersen ter Beek
1829
Noord 90
Hendrik van ter Beek, geb. Elburg, 72 jaar, bouwman geh. Hendrika Schuurman, geb. Nunspeet, 49 jaar
1832
Kadastrale eigenaar: Hendrik ter Beek
Volkstelling Elburg 1798
Huisnr.: Achternaam: Voornaam: Beroep: Oud:
79 Hendrik Petersen bouwman 44
He is married to Hendrikje Schuurman.
They got married on April 10, 1807 at Elburg, Gelderland, he was 52 years old.
http://web.archive.org/web/20070813042647/http://snv-oud.pictura-dp.nl/modules.php?name=Content&pa=showpage&pid=368
http://snv-oud.pictura-dp.nl/modules.php?name=Content&pa=showpage&pid=368#BSB2
Child(ren):
testament van zijn grootvader?
.
http://www.streekarchivariaat.nl/nl/elburg/documentatie/31-artikelen-elburg/914-huwelijksvoorwaarden-en-testamenten-ora-144
.
Home > Elburg > Documentatie > Artikelen Elburg > Huwelijksvoorwaarden en testamenten (ORA 144)
.
Compareerde voor (doorh.: Hoog-Schelt..) regenten onderbenoemt Henrick Petersen noch gesont van licchaem ende verstandt nevens sijn twe susters soonen met namen Peter ende Abraham Arents van den Hardenberch, (doorh.: ende verklarende) sine naeste erfgenamen ab intestato dat hij met consent ende bewilliginge der selver, met goeden voorbedachten beraedt na wederroepinge en vernietiginge van alle voorgaende testamenten, (doorh.: ende) bemaeckingen en uyterste willen, die hij voor dat deses hadde (doorh.: gemaeckt en) hadde opgericht van mens (doorh.: bij forme van testament op de lestende[.]sft ende met redenen hem daer toe moverende gemaeckt hadde seeckere dispositie gelijck hij maeckte incvracht deses na de bestendichste forme rechtens, waer nu hij wilde dat sijne nalatenschap (doorh.: na dode van hem testatuerse) ende gehele hærediteit soo van gerede als ongerede goederen soude in het versterven en vererven (doorh.: sijnde) geregistreert werden. In volgende manieren; vooreerst dat hij niet en hadde noch kinden andere erfgenamen als sijn susters soonen, met namen Peter en Abraham Arents ende dat hij derhalven de selve institueerden tot erfgenamen elck voor een vierde part, ende de kinderen van yeder mede in den vierdepart, soo van gerede als ongerede goederen niet van alles uytgesondert; met dien bescheide nochtans, soo yemant van beide vaders of oock allebeide voor hem testatuer (doorh.: Henrick) Petersen quamen t’overlijden, dat als dan de kinderen in des vaders plaetse sullen treden, ende in plaetse van ¼ part d’zelfte (doorh.: sullen) genieten. En dat de vaders d’opkomsten ende vruchten van de goederen aen de kinderen gemaeckt, sullen hebben te proufiteeren tot yeders mondige jaeren toe.
Ten tweden dat sijne voorschreven erfgenamen na dode van hem testatuer sullen hebben uyt te keeren een legaetsomme van duysent gulden aen de (doorh.: nagelaten) samentlick kinderen van Peter Petersen en Henrick Petersen broeders van testatuers eerste vrouw, welcke gelijckelick onder (doorh.: aen) de voorseide kinderen als dan in leven sijnde hooft voer hooft sullen gepartageert ende gedeelt worden ende noch daer ent boven voor uit aen een soon van Peter Petersen als dan d’olste sijnde de beste silveren beecker, met dien verstande nochtans dat d’olders sullen de vruchten van het voorschreven legaat genieten, tot yeders sijns mundigen dagen/jaeren toe.
Ten derden sullen d’erfgenamen hebben uit te keeren aen Aert Jansen ter Hoeve broeders soone van testatuers twede vrouw een somme/legaet van 100/hondert gulden.
Ten vierden aen de kercke, het weeshuis, het weduwenhuis ende de diaconye (doorh.: elck een lagaet) elck een legaet van vijftich gulden.
8.2.
Welcke legaten al te mael d’ erfgenamen een jaer na testatuers doodt sullen hebben te voldoen met gereet gelt, of obligatien, soo in sijn erfenis sullen bevonden worden (doorh.: soo in) tot kuer van d’erfgenamen.
Bevelende en belustende sijne voorschreven erfgenamen dat dit sijn testament ende uyterste wille volgens sijnen inhoudt punctuelick onderhouden, ende de legaten (doorh.: daer in) oprechtelick voldaen en uytgereickt sullen worden, ‘twelcken allen oock als met haren goeden wille en weten geschiet (doorh.: Abraham) Peter ende Abraham Arents vanden Hardenberch alle na te komen met hanttastinge belooft hebben. Met voorbeholt nochtans van dit sijn testament soo lange hij leeft te mogen veranderen, verminderen, vermeerderen, te wederroepen ende den ander van nieuws te maecken nae sijn wille en welgevallen. Actum den 5 octobris 1674. Coram Wolfsen et Henrickse.
.
.
Mantgen Jans Genss Steert met Henrick Petersen haer Eheman ende in deser saecken haer gekooren momber heeft noch gesont van lichaem en verstandt met rijpen beraedt ende overleg bij forme van testament of codicil, of als sulcks in de beste forme rechtens bestaen kan, gemaeckt uyt redenen haer daertoe moverende aen (doorh.: Jans Lambertjen Ribben haer nichtje) de Diaconie aldaer de somme van 50 carolus gulden welcke haere erfgenamen binnen de tijdt van twe maenden na haer testatricen doot sullen hebben uit te keeren.
Vorders heeft (doorh.: heeft) sij testatrice alle hare verdere gerede (doorh.: ren) goederen alles daer onder begrepen wat eenichsins onder het gerede kan begrepen worden, bemaeckt (doorh.: de gelegateert) aen haer broeders noch in leven sijnde en susters kinderen als namentlick Gerrit, Franck, Aert en Henrick Jansen, en haer susters kinderen als namentlick Grietje en Fietgen Jans in plaetse van haer (doorh.: ouderen) moeder, sullende oock den voorafgestorvene broeders hier vooren genoemt treden in plaetse van haer ouderen volgens representatie na lantrechten, met beding soe die kinderen quamen te sterven, sullen yeder op sijn respective syster en broeder erven, maer alle stervende sonder kinderen sullen de goederen wederkeeren op testatricen naeste bloede als dan in den leven sijnde, mits dat d’vorseide erfgenamen (doorh.: sullen hebben uyt te keeren) aen Jacob Janse, testatricen olste broeder sulllen hebben uit te keeren de somme van 50 gulden jaerlicks, soe lange als hij leeft; sulln de onder de erfgenamen ter genoegen van den voornoemde Jacob Jansen gehouden sijn voor de jaerlicxse 50 gulden verseeckeronge te doen.
Actum den 14 (doorh.: octobris) 1674 6 april/5may 16[.] coram Wolfsen et (doorh.: Henrickse) toe Waeter.
9.2.
Henrick Petersen, om redenen hem daer toe moverende, breeckt mits desen alle t[estamenten ] of giften bij hem gedaen op wat manier, die mochten geschiet of bigebracht sijn verklaert geen erfgenamen t’ hebben of te kennen als sijn twe susters soonen, genaemt Peter Arents en Abraham Arents van den Hardenbarch yeder een recht ¼ ende de kinderen van yeder mede een ¼, soo van geereet als ongereet niet uitgesondert, vorder soo eene van beide vaders voor Henrick Petersen quamen t’overlijden soo sullen de kinderen haer vaders part genieten, ende sullen de vaders alle d’opkomsten en renten, yeder van sijn kinderen tot dat die haer mondige jaeren hebben, en sullen gemelte erfgenamen uyt het ge (doorh.: rede)meen goet uitkeeren jaer na doot van Henrick Petersen uytkeeren aen de kinderen van Peter Peters ende van Henrick Petersen, broeder van testatuers e[erste] vrouw een somme van 1000 keiser gulden om aen de kinderen als dan in leven sijnde gelijckelick hooft voor hooft gepartageert en uitgereickt te worden ende d’olste soon van Peter Petersen als dan d’olste sijnde, de beste silveren beecker, met dien verstande nochtans dat d’ouders sullen de vruchten van het selve legaet genieten tot yeders sijn mundige jaeren toe. Aert Jansen ter Hoeve broeders soone van testatuers twede vrouw een somme van 100 gulden. De kercke, het weeshuis, het Weduwenhuis, de Diaconie, ieder 50 gulden. Welcke testamenten al temale d’erfgenamen een jaer na testatuers doot sullen betalen het sij met gereet gelt, of obligatien, soo in sijn erfhuis sullen bevonden worden, tot kuer van d’erfgenamen.
Hendrik Petersen Beek | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
1807 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrikje Schuurman |