Doopinschrijving Cornelia Noest, 20-07-1635
Doopplaats: Utrecht
Doopdatum: 20-07-1635
Akteplaats: Utrecht
Dopeling: Cornelia Noest
Voornaam: Cornelia
Achternaam: Noest
Geslacht: v
Aktedatum: 20-07-1635
Vader: Cornelis Noest
Voornaam: Cornelis
Patroniem: Jacobsz
Achternaam: Noest
Moeder: N.N. -
Gezindte:
Nederduits-gereformeerd (later Nederlands-hervormd)
Toegangsnummer: 711 Burgerlijke stand gemeente Utrecht en van de voormalige gemeente Zuilen: retroacta doop- trouw- en begraafregisters
Inventarisnummer: 3
Paginanummer: 156
Op 25-6-1684 laten de kinderen van Bastiaen Dirckssen van Cuylenburch ter ene zijde, een akte van insinuatie door de notaris voorlezen aan Cornelia Noest, stiefdochter van wijlen Aeltgen Goris, en Gerard Noest, stiefzoon van wijlen Aeltgen Goris, terzake van aanspraken op de nalatenschap van Aeltgen Goris. De moeder van insinuanten was een nicht ("twee gesusters kinderen") van Aeltgen Goris. Er wordt verklaard "dat de voorn Aeltgen Goris saliger de insinuanten altijt voor haere nichten en erfgenamen ab intestato heeft gehouden" en "dat volgens de rechten en costumen der stadt end provincie Utrecht een vrouw aan haer man noch aan desselfs voorkinderen staande huwelijck geen testament maecken can". Voorts "dat derhalve de gesamentlijcke kinderen van Bastiaen Dirckssen van Cuylenburch vrindelijck versoecken haer de erfenisse van de voors. Aeltgen Goris niet te willen onthouden noch te zwaaren met onnodighe vracht costen te beswaren namentlijck die geene die sij weten het haare soo van noden te hebben, presenterende de insinuanten oversulx Indièen yets tegens haer recht tot de voors. erfenisse soude connen of mogen te seggen vallen te selvighe ende alles wel te willen stellen aen twee ofte meer onpartijdighe rechtsgeleerden oof andere goede mannen. hun des verstaende (versochte?) mitsdien dat de voor gemelte Cornelia ende Gerardus Noest haer in t geene voors. contentement sullen (nenien?) en dat alles het sij aan onpartijdighe off andersints oock bij onderlingh verdrach in den minne sal cunnen afgedaen werden ende sal den notaris hiertoe versocht sijn wedervaren sulx onder inscrijving stellen en relaterende etc." De notaris heeft assistentie ingeroepen van "Nicolaas van de Kempe, clercq in den kapittele van den Dom ende Wilhelmus van Rhenen, secretaris tot Werckhoven getuijgen hiertoe versocht" die "mij verclaert ten huijse van Cornelia en Gerardus Noest en haer lieden de vorenstaende acte van insinuatie door mijn notaris van woorde tot woorde voorgelesen sijnde gaf den voorn. Gerardus Noest tot antwoord : wij sullen daar in voorsien, wij weten haer niet te wel ende antwoorde Cornelia Noest noch ick wij sullen mijn hr. de Heus daerover afspreecken". Aldus gedaen etc.
The data shown has no sources.