AH - Algemeen Handelsblad 1840
Advertentie. Algemeen Onderling Assurantie Compact voor Schepen bij Totaalverlies gevestigd te Pekel-A.
De bestuurders der beide Onderlinge Assurantie Compacten voor schepen, te Oude- en Nieuwe Pekel-A, hebben de eer, door deze ter kennis te brengen aan de heren intekenaren dezer scheepscompacten, en verdere belanghebbenden, dat zij voornemenszijn deze beide afzonderlijke instellingen tot algemeen belang der zeevaart te verenigen onder de benaming van Groot-Compact, en deze vereniging te doen ingaan onmiddellijk na afloop van dit lopende compactjaar, eindigende met de 15e januari1841. Zodat ten gevolge dezer vereniging in plaats van NLG 6.000 bij ieder compact, alsdan het dubbele of NLG 12.000 als maximum op een bodem zal kunnen worden ingeschreven, voor zo verre die som het zeven-achtste der getaxeerde waarde niet teboven gaat, en kleinere sommen naar gelang der scheepswaarde of van het aandeel. Dat wijders, dit Algemeen Onderling Compact, dezelfde strekking als vroeger blijft behouden, n.l. een jaarlijkse algemeen onderlinge assurantie, voor totaalverlies, op schepen, scheeps-aandelen, of pretensiën, beginnende van de 15e januari tot en met de 15e januari telkens, en voor de alsdan afwezige schepen tot deszelfs destinatie, waarna de ongelukken procentsgewijs worden omgeslagen over hetingeschreven kapitaal, terwijl voor de schepen welke des winters in de vaart zijn enig winterloon wordt aangerekend.
In het jaar 1823 werd alhier het eerste onderling compact tot stand gebracht, en hoewel geenszins deszelfs doel missende, waren nochtans voor de eerste compactjaren de premiën zeer uiteenlopende en door de weinige inschrijvingen bij enkele jarentamelijk hoog. Niettegenstaande dit alles bedroeg de gemiddelde premie van de jaren 1823 tot 1839 incluis niet meer dan 3½ procent in het jaar.
Naarmate het vertrouwen op de deugdelijkheid dezer instellingen meerder veld won, hebben de inschrijvingen toegenomen, zodat thans reeds de aanzienlijke som van bijna elfmaal honderdduizend is ingeschreven, en de premie voor 1839 1¾ procentheeft bedragen.
Het bestuur gevoelt zich zo zeer overtuigd van het doelmatige dezer inrichting in het belang der zeevaart, dat zij het zich ten plicht rekent, deszelfs werkzaamheden, langs deze weg ter algemene kennis te brengen. Ja, het verheugt zich met dezeinrichting, welker statuten op een negentienjarige ondervinding gegrond zijn, over het voordeel, hetwelk door de intekenaars aanvankelijk reeds is behaald niet alleen, maar het vleit zich dat hetzelve voortaan zal verstrekken tot een vaste steunvoor de zeeman en scheepsreder zowel in deze provincie als elders.
Dat onderlinge assurantie de enige grondslag legt tot het bestaan der kof-rederijen zal geen betoog behoeven; de meer of minder doelmatige kleine compacten en gilden, welke vroeger in deze provincie hebben bestaan, getuigen van derzelverheilzame uitwerking, en dezen hebben alleen wegens het te groot aantal, en daardoor te kleine omvang het bestaan aan deze inrichting geschonken.
De statuten van dit Compact kunnen door iedere intekenaar worden ingezien en gelezen, doch daar er geen gedrukte statuten voorhanden zijn, verplicht het bestuur zich aan iedere belanghebbende, buiten deze plaats, schriftelijk de gevraagdeinlichting te geven. Overigens zijn dezelve zodanig ingericht, dat ieder intekenaar die ter goeder trouw handelt, de compactwetten niet zal kunnen overtreden, aangezien het bestuur voor het belang der afwezige vrienden zorgt.
Pekel-A, 15 december 1840, M.M. Pot en L.E. Tiktak, directeuren; H.H. de Weerd en H.W. de Groot, assistenten.
Lammert Egberts Tiktak |
The data shown has no sources.