He is married to Sophia Nicolaesdr.
They got married.
Child(ren):
Luitenist (luitspeler).
Maaike Melsen van Croonenburgh (of hoe je het wenst te spellen) was geboren bij de Develsluis rond 1628Haar vader Mels Jansz van Croonenburgh was daar schipper en sluisCornelis was luitenist (luitspeler). Hij trouwde met Sophia Claesdr , ca. 1595, begr. 28.04.1640 in Utrecht (St. Catherijnekerk). Cornelis begr. 27.07.1619 in Utrecht (Domkerk). Woont te Utrecht in de Donckerstraat. Op 02.09.1600 verklaren Cornelis en Sophia schuldig te zijn aan Frans Wtenbogaert, brouwer te Utrecht, 200 carolusguldens gevestigd op hun huis aan de Donkerstraat. Hij bezat een huis met "kameren" aan de noordzijde van de Kerckstraet, achter de Buurkerk. Cornelis valt wat zijn beroep betreft in de familie wat uit de toon, zijn 2 broers zijn resp. rentmeester en schout van Nijenrode, zijn zuster trouwt eveneens een schout. wachter. Maaike kwam uit het eerste huwelijk ;met Catharina (Trijntje) Cornelisdr. Van den Bongaert. Zij was geboren in 1595 in Utrecht, als dochter van Cornelis Jansz van den Bongaert. Dat moet een bijzonder mens zijn geweest! Hij was luitenist (luitspeler), terwijl hij twee broers had, die resp. schout en rentmeester op Nijenrode waren. En een zuster huwde met een schout. Allemaal geen onbelangrijke mensen. En dan tokkelt hij er een muziekje doorheen…. Hij woonde in de Donckerstraat in Utrecht. Een straat tussen de Steenweg en de Zadelstraat in het hartje van de stad. Om alle voorvaderen van deze Cornelis te behandelen is wat te veel gevraagd van uw chroniqueur. Geheel in stijl zal ik in galop de mensen de revue laten passeren:
Cornelis was luitenist (luitspeler). Hij trouwde met Sophia Claesdr , ca. 1595, begr. 28.04.1640 in Utrecht (St. Catherijnekerk). Cornelis begr. 27.07.1619 in Utrecht (Domkerk). Woont te Utrecht in de Donckerstraat. Op 02.09.1600 verklaren Cornelis en Sophia schuldig te zijn aan Frans Wtenbogaert, brouwer te Utrecht, 200 carolusguldens gevestigd op hun huis aan de Donkerstraat. Hij bezat een huis met "kameren" aan de noordzijde van de Kerckstraet, achter de Buurkerk. Cornelis valt wat zijn beroep betreft in de familie wat uit de toon, zijn 2 broers zijn resp. rentmeester en schout van Nijenrode, zijn zuster trouwt eveneens een schout.
Dit betreft een zwakke schakel (zie Oud Utrecht 1975, p. 189). Een direkt bewijs dat deze Cornelis van den Bongaert, die meestal als Cornelis Jansz. van den Bongaert wordt vermeld, de tweede zoon met voornaam Cornelis uit het gezin van Jan van den Bongaert en Cunera van Lichtenberch zou zijn, daar waar er bewijsbaar al een andere zoon genaamd Cornelis was, ontbreekt nog.
Cornells van den Bongaert.
Zijn beroep was lutinist ofwel luitspeler.
208
) Hij werd door de Dom van Utrecht overluid op 27 juli 1619. Hij
was getrouwd met
Sophia Nicolaesdr.
Het kwam vaker voor dat twee kinderen
in een gezin dezelfde naam hadden. Een direct bewijs dat deze Cornells
van den Bongaert, die meestal als Cornelis Jansz. van den Bongaert wordt
vermeld, de tweede Cornelis uit dit gezin zou zijn, is niet gevonden. Slechts
enkele gegevens kunnen een aanwijzing zijn, zoals dezelfde hypotheekhouder
als die van zijn vader Jan van den Bongaert, de namen van de kinderen, de
relatie met een zelfde notaris, de in de familie gebruikelijke Domoverluiding
en zijn handtekening waarin hij dezelfde spelling volgt als zijn broer
Cornelis. Het uitvoerige onderzoek heeft geen enkele aanwijzing in een andere
richting gegeven.
Het echtpaar verklaarde op 2 september 1600 schuldig te zijn aan Frans
Gerartsz. Wtenbogaert, ook genaamd Bogaert, brouwer te Utrecht, een som
groot 200 carolusguldens, gevestigd op een huis en kameren gelegen te Utrecht
aan de noordzijde van het Kerkstraatje achter de Buurkerk aan de Donkerstraat,
209
) in welk huis zij woonden. 22 juli 1606 is Cornelis getuige bij het
passeren van het testament van Hans Peterss. van Brussel, harpspeler, en
diens vrouw Catharina van den Berch, waaronder zijn handtekening.
210
)
Sophia Claesdr. maakte haar testament op 11 april 1626 waarin zij haar
dochters en een van de kleinkinderen tot erfgenamen benoemde. Josina werd
de oudste dochter genoemd.
211
) Op 4 juli 1633 deed zij dit nogmaals doch
met benoeming van twee voogden, nl. Matheus de Pauw te Amsterdam en
Johan Bogaert, zilversmid te Utrecht.
212
) Op 17 juni 1637 erkenden de
gezusters Van den Bongaert met hun respectievelijke echtgenoten schuldig
te zijn aan Maria van Reede, weduwe van Lubbertus van Pallaes, een losrente
groot 150 carolusguldens, welke lening op 20 november 1638 werd
afgelost.
21
^
205) GAU. Inv. S 196.
206) Ibidem.
207) GAU. Inv. S 200.
208) GAU. Inv. S 192. akten van 12 november 1638 en 2 mei 1640.
209) GAU. Inv. II 3243. Registers van transporten en plechten.
210) GAU. Inv. S 189.
211) GAU. Inv. S 196.
212) Ibidem.
213) GAU. Inv. S 201. Protocol van notaris Willem Brecht te Utrecht
De familie machtigde op 12 november 1638 Adolf van der Poel om aan
Maria van den Bongaert en haar man Wilhelmus Roo de huizen in het
Kerkstraatje te transporteren.
214
) Het transport vond plaats op 20 november
daaropvolgend, waarbij ook de hypotheek van 200 gulden ten behoeve van
Maria van Sompeken, de weduwe van Frans Gerritss. Bogaert werd genoemd.
Deze hypotheek werd blijkens een marginale aantekening op de akte
van 2 september 1600, op 5 januari 1639 afgelost.
215
)
Sophia Claesdr. is in de ochtend van dinsdag 28 april 1640 overleden
216
)
en staat op 11 mei 1640 ingeschreven als begraven in de St. Catharijnekerk.
21
")
Cornelis Jansz van den Bongaert | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sophia Nicolaesdr
|
The data shown has no sources.