(1) He is married to Anna PRINSE.
They got married on November 2, 1642 at Rotterdam, he was 24 years old.
(2) He is married to Maria van HERREWIJNE.
They got married on June 25, 1652 at Harlem, he was 34 years old.
Child(ren):
Wikipedia:
Balthasar Coymans, (Dordrecht , 15 maart 1618 - Haarlem, 19 november1690) was de zoon van Josephus Coymans (1591-1660) en Dorothea Berck. Hij was lid van de firma Coymans , heer van Streefkerk en Nieuw-Lekkerland , ridder in de Orde van deHeilige Michaël (Frankrijk) , luitenant in de schutterij van Haarlem van 1651- 1657, koopman in linnen, eigenaar van blekerijen, kapitein van de Kloveniersdoelen 1669-1675, het enige nieuw benoemde lid van de vroedschap in 1672 , commissarisKleine Bank van Justitie 1672-1673, schepen 1675, kerkmeester 1677-1680, 1688, weesmeester 1689-90, commissaris ter dagvaart naar Staten-Generaal 1690, meesterknaap Houtvesterij van Brederode, van ca 1650 tot ca 1677 eigenaar buitenplaatsCruytberg bij Santpoort , en vervolgens verkocht aan Sophia Trip en Jean Bernard.
Coymans trouwde op 2 november 1642 in Rotterdam met Anna Prins:
Compareren de a.s. bruidegom Balthasar Coymans de Jonghe van Haerlem geassisteerd door zijn vader Josephus Coymans en zijn moeder Dorothea Bercks of Berck, en dea.s. bruid Anna Prinse, dochter van wijlen Willhem Euwoutsz, brouwer in de Werelt, geassisteerd door haar moeder Maria Cornelisdr van Santen van Delft, in bijzijn van haar huidige man Jan van Blenckvliet, en ter overstaan van haar oom en momber Cornelis Euwoutsz Prinse. Zij verklaren zich op 27-07-1642 verloofd te hebben en de huwelijksvoorwaarden zijn overeen gekomen. Joseph Coymans geeft financiële steun, evenals Maria van Santen, die daarvoor de brouwerij De Werelt in huur krijgt. Sterft Anna als eerste kinderloos, dan zijn haar juwelen voor haar man, plus5000 gulden. Sterft hij als eerste dan krijgt zij 10.000 gulden
Balthasar Coymans hertrouwde in 1652 met Maria van Herrewijne; het echtpaar kreeg tien kinderen, waarvan de meeste niet oud zijn geworden:
Hester (1652-1733); Anna Dorothea (1655- ); Anna Maria (1656- ); Joseph (1658- ); Dorothea (1659- ); Isabella (1660- ); Jacoba (1660- ); Johannes (1663- voor 1669); Constantia (1664- ); Johannes (1669- ); en de tweeling Samuel en Diederik (1671- ).
In mei 1663 reisde Balthasar Coymans, heer van Streefkerk, in gezelschapvan zijn neef Arnoldus Druyvesteyn (1641-1698), toen stadssecretaris en de heer Van Leenhoven van Brussel naar Parijs. Ze bezochten de ambassadeur Willem Boreel, de schilder Jacob van Loo, en Hôtel de Guise.
Balthasar en zijn broer Josephus waren betrokken bij een subcontract van het Asiento, dat in werking trad in 1669.
In dat zelfde jaar kreeg hij bezoek van Cosimo III de' Medici , bezig aan zijn Grand Tour door de Republiek.
Balthasar Coymans werd begraven in de Grote Kerk te Haarlem.
Balthasar Coymans door Frans Hals in 1645 National Gallery of Art (Washington). Dit portret is ook bekend als zijnde Willem Coymans.
Wikipedia:
Oorspronkelijk domineerde Portugal de slavenhandel. Spanje kon door het Verdrag van Tordesillas uit 1494 zelf geen nederzettingen stichten of handel drijven op Afrika, en stelde in 1518 op aandringen van de monnik Las Casas en enkele andere kolonisten van het eiland Hispaniola een stelsel van asientos de negros in. Spanje verleende Portugal in 1595 een exclusieve asiento, te weten aan Pedro Gomes Reynel. De slaven kwamen vooral uit Angola (Luanda en Benguela), en van de Slavenkust en Goudkust , met de havensteden Elmina , Calabar en Accra en aangevoerd naar de pakhuizen in Lissabon of Cádiz. De Portugezen gebruikten voor de aankoop of ruil van goederen tegen slaven het woord "resgatar" hetgeen bevrijden of verlossen of zich beschermen betekent, namelijk uit de macht van het heidendom. Nadat in 1640 Portugal in opstand kwam tegen Spanje, de zgn. Portugese Restauratieoorlog , kwam een abrupt einde aan de slavenhandel. Spaanse kooplieden probeerden dit op te vangen, maar het resultaat viel tegen. Nadat de Tachtigjarige Oorlog in 1648 met de Vrede van Münster ten einde was gekomen, groeide het aandeel van de Republiek_der_Zeven_Verenigde_Nederlanden in de slavenhandel. In 1656 deden de Nederlanders vruchteloze pogingen het Asiento te verkrijgen; Isaac Coymans was in dat jaar betrokken bij een van de slaventransporten.
In 1662 stelde Spanje opnieuw de asiento in. Dit asiento werd verleend aan twee bankiers, oorspronkelijk afkomstig uit Genua en met een filiaal in Panama . Grillo & Lomelín, hebben het asiento op haar beurt uitbesteed aan de West-Indische Compagnie met pakhuizen op Curaçao (op Curaçao bestaat nog steeds een nederzetting die Asiento heet), de Engelsen op Jamaica , Antigua en Barbados. Later verschenen ook de Fransen op Martinique en Saint-Domingue , de Denen op Saint en Jacob Kettler , de hertog van Koerland , op Tobago op het toneel om een deel van de handel op te eisen. Ook de Toscaanse koopman Francesco Feroni, actief in Amsterdam, was vanaf 1662 betrokken in de slavenhandel tussen Angola, de Slavenkust en Curaçao.
Omdat Spanje officieel geen handel wilde drijven met een niet-katholiek land werden zoutwaternegers steeds vaker verkocht via Curaçao . Spaanse schepen haalden de slaven van het eiland om ze naar het vasteland te vervoeren. In ondercontracten werd het de buitenlanders soms toch toegestaan slaven direct aan te leveren. Daarnaast vond er ook clandestiene handel plaats, waarover uiteraard minder veel bekend is. Geschat is dat er tussen 1648 en 1713 100.000 slaven door de Nederlanders naar Zuid-Amerika zijn vervoerd.
De in 1674 heropgerichte en financieel uiterst zwakke WIC kon deze verplichtingen niet nakomen en moest de hulp inroepen van Amsterdamse kooplieden-bankiers. De firma Balthasar en Joseph Coymans stond hierbij op de voorgrond; hun neef Balthasar Coymans verhuisde naar Cádiz, en werd de aangewezen man om tussen de asiëntistas, de fa Coymans en de WIC te bemiddelen. In juli 1684 begon de Spaanse regering, die dringend verlegen zat om cash onderhandelingen over een asiento met Francisco Schonenberg, de gezant en Balthasar Coymans. Coymans begon een campagne tegen Porcio, die hij beschuldigde van incompabiliteit en insolvabiliteit. Hij zegde toe dat er geld overgemaakt zou worden voor de regering in de Spaanse Nederlanden; dat er voor de Spaanse marine vier schepen in Amsterdam zouden worden gebouwd door de fa Coymans gefinancierd en dat er katholieke geestelijken zouden worden gestuurd naar Hollandse handelsposten in Afrika.
In maart 1685 leek het asiento geregeld; het contract met Porcio werd opgezegd. De slavenhalers kregen een convooi mee om zich te beschermen tegen piraterij in de Caraïben . In mei van dat jaar kwam er echter een kink de kabel. Er werd een commissie ingesteld dat de overeenkomst met Coymans zou onderzoeken. In juli 1685 liet de Spaanse koning een commissie instellen dat het nut van het Asiento zou moeten onderzoeker. Theologen en juristen bogen zich over de kwestie. In juni 1686 werd het contract met Coymans geannuleerd; het voordeel van de slavenhandel zou bij de katholieken moeten komen te liggen en niet bij de ketterse kooplieden uit het noorden. Bovendien verstoorden de Nederlanders met hun goedkope textiel en kleding (contrabande) de Spaanse handel in Zuid-Amerika. Nadat Coymans overleed kwam het asiento weer in handen van Portugese kooplieden, die echter de leveranties ten dele aan de West-Indische Compagnie en ten dele aan de Engelse Royal African Company overlieten.
Balthasar 3 COYMANS | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1642 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anna PRINSE | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1652 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria van HERREWIJNE |
The data shown has no sources.