He is married to Elisabeth Auguste Sophie van de Palts.
They got married in the year 1717, he was 22 years old.Source 4
Karel Filips August (17 maart 1718 - † 31 maart 1724), erfprins van Palts-Sulzbach
Innocenzia Maria (*/† 7 mei 1719)
Elisabeth Maria Auguste (17 januari 1721; † 17 augustus 1794) ⚭ Keurvorst Karl Theodor van Palts en Beieren
Maria Anna (22 juni 1722 - † 25 april 1790) ⚭ 1742 Clemens Franz von Paula, prins van Beieren
Maria Franziska Dorothea (15 juni 1724 - † 15 november 1794) ⚭ Friedrich Michael von der Pfalz-Birkenfeld, uit deze unie kwamen de Beierse koningen tot 1918 voort
Karl Philipp August (24 november 1725 - † 6 mei 1727), erfvorst van Palts-Sulzbach
doodgeboren zoon (*/† 30 januari 1728)
Jozef Karel Emanuel August van Palts-Sulzbach (Sulzbach, 2 november 1694 †- Oggersheim, 18 juli 1729) was een zoon van paltsgraaf en prins van Palts-Sulzbach.
Jozef Karel was de oudste zoon van hertog Theodor Eustach van Palts-Sulzbach (1659-1732) en diens echtgenote Marie Eleonore van Hessen-Rotenburg (1675-1720). Zijn broers en zussen waren Johann Christiaan Jozef, abdis Franziska Christine van Palts-Sulzbach en Anna Christine, die getrouwd was met Karel Emanuel III van Savoye.
De lijn van de hertogen van Sulzbach was een zijlijn van het Huis Palts-Neuburg, die de keurvorsten van de Palts en hun aangewezen erfgenamen leverde in het geval van het uitsterven van de Neuburgse linie.
In 1708 was Joseph Karl naar het hof van paltsgraaf Johann Wilhelm in Düsseldorf gekomen, waar hij tot 1714 verbleef. [2] Hij begon aan een militaire carrière, vocht in de Venetiaans-Oostenrijks-Turkse oorlog onder prins Eugenius van Savoye en werd in 1721 keizerlijk veldsergeant. Volgens de inscriptie van zijn kist was "prins Eugene een getuige en heraut van zijn krijgsdeugden."[3]
De prins overleed onverwacht in Oggersheim, aan "hevige galkoorts" (tyfus). [4] De begrafenis vond plaats op de begraafplaats van de Wittelsbachs in de Karmelietenkerk in Heidelberg, en na de ontbinding van het klooster werd de sarcofaag in 1805 overgebracht naar de Sint-Michielskerk in München.