GERHARD "Flamens" (-after 1053). The Annales Rodenses record that "in Flandriensi provintia duo nobiles germani fratres…alter Gerardus et alter…Rutgerus" were exiled from "Anthonium [Antoing]…iuxta flumen Xelda" and were granted "Wasenberch…[et] Clive" respectively by the emperor[461]. Graf von Wassenberg. 1033/1053. "Chuonradus…Romanorum imperator augustus" granted property "quam Herimannus comes in istis tribus pagis Auga, Netega, Hessiga habet" to the church of Paderborn. An undated charter, placed in the compilation among charters dated 1032, records the meeting between Nanther Abbot of Metz St Martin and Poppo Abbot of Stablo, Malmedy and Trier St Maximin (arranged at Deville by Emperor Konrad II and Henri I King of France), witnessed by "Becelinus comes de Biendeburch, Godefridus comes de Amblavia, Gozilo comes de Engeis, Gerardus Flamens"[462]. “Reinardus de Cirna, Herimannus de Gruosles, Arnulfus de Fidines, Gerardus flamens” witnessed the charter dated 1042 which records property of Stavelot abbey[463]. m ---. The name of Gerhard's wife is not known.
Gerhard & his wife had one child:
DIETRICH "Flamens" (-[1082], bur Saint-Hubert).
Bronnen:
[461] Annales Rodenses, MGH SS XVI, p. 689.
[462] Veterum Scriptorum, Tome II, col. 56, and D K II 189, p. 251.
[463] Ritz, W. (1824) Urkunden und Abhandlungen zur Geschichte des Niederrheins und der Niedermaas (Aachen), Band I, p. 53.
https://fmg.ac/Projects/MedLands/LOTHARINGIAN%20(LOWER)%20NOBILITY.htm#GerhardIGelderndied1138
Child(ren):
Fuerunt in Flandriensi provintia duo nobiles, germani fratres, aput saeculum praeclari
15: et potentes, quorum alter Gerardus, et alter vocabatur Rutgerus, invicti videlicet patriae
et rei publicae tutores. Unde gravissimis contra se exortis a principibus terrae illius praeliis, contulerunt se obsequio Romani imperatoris, qui locavit Gerardum aput Wasenberch (11)
et Rutgerum aput Clive (12), traditis utrique tot et tantis terrarum beneficiis, ut et ipsi et
eorum posteri ex rerum felicitate principes facti sint huius regionis. Horum igitur nobili
20: ex progenie, in natali eorum terra remanente, surrexit vir illustris Amorricus nomine, habi-
tans quidem aput oppidum, cui nomen est Anthonium (13), non longe a Thornaco civitate.
Civitas haec sita est in confinio Brabantiae et Flandriensis próvintiae, iuxta flumen quod
Xelda (14) nuncupatur, in aquilonari illius latere, copiosa existens et faecunda effluenti rerum =
ubertate, et illustris dignitate pontificalis cathedrae. Oppidum vero praedictum versus
11) Wassenberg terrae Iuliacen-
12) Cleve.
13) Antoing ad Scaldim, in T II. pp. 283 sqq
14) Schelde
Vertaalt:
Er waren in de provincie Vlaanderen twee adellijke, Duitse broers, bekend over de hele wereld
15: en de machtige, van wie de ene Gerard was, en de andere die Rutger heette, namelijk het onoverwinnelijke land
en de bewakers van de staat. Vanwaar de strengste maatregelen tegen hem werden genomen door de hoofdmannen van dat land?
Voor hen stelden ze zich in dienst van de Romeinse keizer, die Gerardus uitleende aan Wasenberch (11)
en Rutgers op Clive (12), die beide zoveel en zo grote voordelen hebben geleverd aan het land, zowel zijzelf als...
hun nakomelingen werden, dankzij het succes van hun zaken, de leiders van deze regio. Van deze daarom nobel
20: uit hun nageslacht, in het land van hun geboorte dat nog over is, verrees een illustere man met de naam Amorric, die in de stad woonde, wiens naam Anthony (13) is, niet ver van de stad Thornacus. Deze stad ligt op de grens van de provincie Brabant en Vlaanderen, vlakbij de rivier die Xelda (14) wordt genoemd aan de noordkant ervan. De stad in de bovengenoemde lijn
Blz 699
Annales Rodenses
MGH SS XVI
https://www.dmgh.de/mgh_ss_16/index.htm#page/689/mode/1up