Family tree Jeroen Tijl (Rademaker Bezemer) » Jan Lodewijksz. van Driel (± 1570-1623)

Personal data Jan Lodewijksz. van Driel 


Household of Jan Lodewijksz. van Driel

He is married to Neeltje Adriaensdr. (Smoor).

Wettelijk datum: BEF 08 JUN 1595
Jan Lodewijcksz. van Driel, geboren naar schatting rond 1570, overleden 22 juni
1623. Jan of Johan Lodewijcksz. van Driel was schepen van Westmaas (1598-1616),
schepen van de Group (1598-1612) en ambachtsheer van Piershil (1611-1615).Wegens
zijn vertrek uit de Group getuigden de schepenen van de Group "annex Westmaas"
op 10 januari 1612 dat hun "mede broeder in wette" Johan van Driel Lodewijcksz.,
tegenwoordig ambachtsheer van Piershil, lange jaren schepen was geweest en dat
hij van respectabel gedrag was. Aanvankelijk woonde Jan Lodewijcksz.van Driel in
de plaats waar hij geboren was, De Group onder Westmaas. In het haardsteden-
kohier van De Group van 1600 werd hij aangeslagen voor "twee schoerstenen". Ver-
moedelijk in datzelfde jaar ondertekende hij een akte als schepen van De Group.
In 1608 woonde hij in Nieuw-Beijerland. maar hiermee zal het gedeelte van De
Group "onder de dijkage van Beijerland" zijn bedoeld. Hij werd bij deze gelegen-
heid een eerste maal aangeduid mat de voornaam Johan, wat iets "deftiger" klonk
dan het gewone Jan. Eveneens in 1608 werd hij vermeld als gebruiker van land op
het Tollegors onder Oud-Beijerland, ten zuidoosten van de kruisingvan de
Plaatseweg en de Langeweg. Langzamerhand verplaatste Jan Lodewijcksz.van Driel
het zwaartepunt van zijn activiteiten naar Piershil, het geboortedorp van zijn
echtgenote. Op 25 juli 1609 kocht hij 4 gemeten land in Oud-Piershil, die enke-
le dagen later werden getaxeerd op een waarde van 620 ponden. Jan Lodewijckz.
van Driell kon deze som blijkbaar niet geheel voldoen en verklaarde 300 pond
schuldig te zijn aan de nagelaten boedel van Jop Pieters zaliger, onder borg-
tocht van zijn zwager, de Piershilse schepen Euwoudt Adrijaen Corvincx. Bij de
koop was inbegrepen "de beterschap van de lantstede" waarop Jop Pieters gewoond
had. Op 20 decemeber betaalde Jan Lodewijcz, wonende in de Group, 4000 pond aan
Frederick van Loosenraedt en Thomas de Thienens, baanderheer van Heukelom, zijn-
de de helft van 8000 pond die hij verschuldigd was wegens de koop van de
ambachtsheerlijkheid van Piershil. Dit bedrag is vermoedelijk de andere helft
van de schuld van 4000 pond, die Johan van Driell samen met zijn zwager Euwoudt
Adrijaens Corvinx had, te voldoen door een jaarlijkse betaling van 254 pond.
Deze schuld kwam voort uit de koop van twee rentebrieven inhoudende 254 pond
jaarlijks, die de ambachtsheer van Piershil op de hoeve van Slabbecorne spreken-
de had, en die door Van Driel en Corvinx afgelost en ten volle betaald waren. Na
deze financiele transacties in december 1609 werd Jan van Driel Lodewijckxz. op
10 maar 1611 door Rene van Renesse bij overdracht beleend met de ambachts-
heerlijkheid van Piershil. Dit leen van de Hofstede Putten verschafte hem het
recht op de "middelste en lage" rechtspraak, maar ook op de inkomsten uit de
visserij, vogelarij, maalrecht en veer. Bovendien was Jan van Driel gerechtigd
tot het aanstellen van schout en schepenen van Piershil, en ontving hij een der-
de van de exempte boeten van de hoge heerlijkheid en de helft van schot of bede.
Enkele maanden later vergrootte Johan Lodewijcks van Driel, ambachtsheer van
Piershil, zijn bezit aldaar door de koop van een hoeve met 99 gemeten en 200 roe
land en 1/8 deel in de opbrengsten van de tienden. Om deze koop te kunnen
financieren passeerde hij een obligatie van 16000 pond: een immense schuld, die
Johan van Driel als snel te zwaar zou worden! Wel verkocht hij nog op dezelfde
dag de zojuist verworven tienden van Oud-, Nieuw- en Klein-Piershil. Wellicht
was de gekochte hoeve, die behalve uit zeer veel land ongetwijfeld uit een ka-
pitale boerderij met bijgebouwen zal hebben bestaan, onderdeel van de "grote
staat" die Johan van Driel als ambachtsheer wilde maken. Reeds in het volgende
jaar was Johan van Driel gedwongen over te gaan tot verkoop van delen van zijn
zojuist verworven bezittingen. In november 1612 verkocht hij land in
Oud-Piershil, gelegen in "ambachtsheershoeve", met nog een kwart in de gorzen en
aanwassen met de dijkettinge van geheel Piershil. Weer een half jaar later, in
juni 1613, verkocht hij "sekere woninge" bestaande uit een "huijs met een
wagenkeete en een barch met verder heijninge of plantagie" en nog ca.16 gemeten
in de "ambachtsheerhoeve". Dat het hier niet om een simpele boerenhofstede ging
blijkt uit de bijbehorende landerijen, die uit ruim 60 gemeten lands bestonden.
Door deze verkoop bleef hij slechts eigenaar van "de schuure met twee bargen
staende zuijdwaert van de woninge". De afbrokkeling van zijn kortstondig imperi-
um was compleet, toen Jan van Driel op 25 maart 1615 door de secretaris van
Piershil de ambachtsheerlijkheid van Piershil moest laten overdragen. Een maand
later ging Jan Lodewijcxs van Dryell, opnieuw samen met de secretaris, ook nog
over tot de verkoop van de korenwindmolen van Piershil. In oktober 1617 sloot
Johan van Driel Lodewijckz., woonachtig in de Group, een overeenkomst met Willem
Willemss. jongen Borst en Jop Jasperss. Wael, beiden wonende in de Hoekse Waard.
De overeenkomst betrof de pacht van een hofstede met 65 gemeten 118 roeden land
gelegen in Ossenisse in het ambacht van Hulst (Zeeuws-Vlaanderen!). Johan van
Driel was tot op dat moment pachter en gebruiker van dit land gweest, maar moest
door de beide anderen betaald worden voor de nog resterende 3 jaren van de
pacht. Blijkbaar had Johan van Driel zich na zijn echec als ambachtsheer enige
jaren in het verre Zeeuws-Vlaanderen teruggetrokken.
Toch was zijn financiele situatie niet volledig hopeloos, want in 1618 had hij
nog diverse bezittingen in Westmaas en Piershil. In juli liet Jan Lodewijcx van
Driel 7 morgen vlas bewerken, die gelegen waren in "van Dryel sijn stede". Eind
december 1618 verkocht Jan Loodewijcxs van Dryell, als gehuwde hebbende Neeltie
Arens, ca 37 gemeten land in Oud-Piershil, waarvan ca.12 gemeten gekocht werden
door zijn zwager Euwoudt Adrijaens Corvinx. Hij huwde voor 8 juni 1595 met
NEELTJE ADRIAENSDR.(SMOOR); geboren naar schatting rond 1570 te Piershil (min-
derjarig in 1588), begraven (rekening betaald 15 juni) 1632 te Ooltgensplaat.
Zij was een dochter van Adriaen Willemsz. Smoor, schout van Piershil, posseseur
van memorielanden onder Poortugaal, en Stijntje Maertensdr.
Op 8 juni 1595 kon een bepaalde koop van land in Piershil door Jan Lodewijcx
geen doorgang vinden, omdat de verkoopster Macheltie Ariens nog niet van haar
voogdijschap was ontslagen. Voornoemde Machteltie Ariens was de zuster van
Neeltje Ariens, die in 1595 blijkbaar reeds gehuwd was met Jan Lodewijcks. Als
weduwe woonde Neeltje Adriaensdr. in 1627 te Dordrecht, blijkbaar in goede doen:
zij was borg voor een van haar zoons. [Zie: Drie verwante geslachten Van Driel
(Zuid-Hollandse eilanden, ca.1350-1650) door C.Sigmond en K.J.Slijkerman.

They got married before 1595.


Child(ren):

  1. Lodewijck Jansz. van Driel  ± 1600-1635 
  2. Arijen Jansz. van Driel  ± 1601-1648


Notes about Jan Lodewijksz. van Driel

Piershil ORA 3.08-06-1595: koop van land door Jan Lodewijks kon geen doorgang
vinden omdat Machteld Ariens (zijn schoonzuster) nog niet uit de voogdij
ontslagen was.
Piershil ORA 2, 20-12-1609: Jan Lodewijks, wonende de Group,koopt voor 4000 pond
(zijnde de helft) de ambachtsheerlijkheid Piershil.
OV 1979, blz.228 (lenen van Putten, nr.283) dd.10-03-1611 wordt Jan van Driel
Lodewijksz. beleend met de ambachtsheerlijkheid Piershil.Vanaf 1612 vind verkoop
plaats van onderdelen van deze heerlijkheid.
Westmaas ORA 7, 10-01-1612: Jan Lodewijksz. krijgt van schepenen van Westmaas
een akte van goed gedrag(=akte van onderstand/admissie).(Hij vertrekt
waarschijnlijk naar Zeeuws-Vlaanderen).
Westmaas ORA 7, 16-10-1617: Willem Willems jonge Borst, wonende Strijen en Jop
Jaspers Wael wonende Heinenoord nemen tussentijds de pacht over voor de laatste
3 jaar van een hofstede met land, gelegen in Ossenisse onder Hulst, tot nu toe
gepacht en gebruikt door Jan Lodewijksz. van Driel.
Piershil ORA 2/128v, 28-12-1618: Jan Lodewijksz. van Driel, als gehuwd hebbende
Neeltje Ariens, transporteert ca. 12 gemet in Oud-Piershil aan zijn zwager Ewout
Adriaans Corvinck.

Do you have supplementary information, corrections or questions with regards to Jan Lodewijksz. van Driel?
The author of this publication would love to hear from you!


Timeline Jan Lodewijksz. van Driel

  This functionality is only available in Javascript supporting browsers.
Click on the names for more info. Symbols used: grootouders grandparents   ouders parents   broers-zussen brothers/sisters   kinderen children

Ancestors (and descendant) of Jan Lodewijksz. van Driel

Cornelis Pietersz.
± 1485-1555
Soetje Jansdr.
± 1500-1562
Adriana Jansdr.
< 1530-1604

Jan Lodewijksz. van Driel
± 1570-1623

< 1595

    Show complete ancestor table

    With Quick Search you can search by name, first name followed by a last name. You type in a few letters (at least 3) and a list of personal names within this publication will immediately appear. The more characters you enter the more specific the results. Click on a person's name to go to that person's page.

    • You can enter text in lowercase or uppercase.
    • If you are not sure about the first name or exact spelling, you can use an asterisk (*). Example: "*ornelis de b*r" finds both "cornelis de boer" and "kornelis de buur".
    • It is not possible to enter charachters outside the standard alphabet (so no diacritic characters like ö and é).

    Relationship Jan Lodewijksz. van Driel



    Visualize another relationship

    The data shown has no sources.

    Historical events

    

    Same birth/death day

    Source: Wikipedia


    About the surname Van Driel


    When copying data from this family tree, please include a reference to the origin:
    A.Rademaker en A.Rademakerbezemer, "Family tree Jeroen Tijl (Rademaker Bezemer)", database, Genealogy Online (https://www.genealogieonline.nl/stamboom-jeroen-tijl/I5733.php : accessed September 21, 2024), "Jan Lodewijksz. van Driel (± 1570-1623)".