Abraham van Strijthagen (oudste vermelde heer van Streithagen) volgens Quix, een zoon van de heren van Rode.
De heer Quix een historicus uit Aachen uit de 19e eeuw suggereerde in een van zijn boeken over de kastelen en adel in en om Aachen heen dat hij mogelijk van Lotharingen zoud af stammen. Mogelijk dat Quix dit vond omdat de Paltsgraaf van Lotharingen ook te Richterich was gezeteld niet ver van Hertogenrath verweiderd.
Maar hij zou net zo goed van Forst kunnen afstammen.
Het Rode waar deze familienaam van afstamd is naar alle waarschijnlijkheid uit het huidige Herzogenrath en Kerkrade, de plaats Roda genaamd werd bij de komst van de Hertog van Limburg opgedeeld in Hertogenrode en Kerkrode. (Herzogenrath en Kerkrade) vlg's Akte van Hendrik.
Zo werd in de Annales Rodenses vermeld dat Graaf Hezelo bij zijn overlijden familie van Graaf Adolf van Saffenberg Heer van Rode was, zijn dochter Mathilde huwde de Hertog van Limburg.
De oorspronkelijke plaats Rode werd later opgesplitst in het Kerkrode en Hertogenrode afgeleid van de Hertog van Limburg die de burg betrok na zijn erven door met de dochter van van Saffenberg te huwen en later ovenemen van het voogdijschap over het klooster Rolduc. Maar ook de streek om de plaats Rode werd het land van Rode genoemd. Deze graafschap werd bestuurd daar de graven van Saffenberg en daarna door huwelijk overgenomen door de hertogen van Limburg.
In 1107-1122 schenkt ene Hendrik aan het kapittel van St. Servaes te Maastricht de helft van de kerk te Roda. Bronnenboek nr 48 st. Servaes. Als familieleden worden hierbij vermeld ; Gero , Folboldus, Sigemarus, Lambertus, Godefridus.
De Rode's zien we te Duren (Dld), Kerpen Dld, Limburg Wijnandsrode, Belgie en tot in Brabant waar zij de voogdij uitoefenden voor de Bisdommen en Kloosters van oa Echternach, waar ook de heer van Boxtel uit Randerath van het gebied van Rode, zich in Brabant vestigde, deze familie stamt af van Immo van Sponheim (tak uit de Betuwe) familie van Ansfried stichter van het klooster Thorn deze diverse Goederen in het Rode land te Ubach aan het klooster schonk.
De vroegs bekende heren van Rode waren van de familie van Saffenberg dit waren nakomelingen van Hermann I Pusillius van Lotharingen (Pfalsgraaf van Lotharingen 985-996, Bonngau (970, 992, 993, van Eifelgau 975, 978, van Zülpichgau 991, van Auelgau 996) en deze wederom zijn terug te vervolgen tot o.a. Clovis I (Chlodwich) der Franken (Koning van Frankische rijk 481-511)
Adolf I van Saffenberg was Graaf van Roergau, Kolngau en het Rode land.
Het vermoeden is dan ook dat een van de kinderen van Lotharingen de stamvader van het geslacht Rode is geweest.
Zo had Hezelo van Lotharingen Phalzgraaf van Zulpich de burg gebouwd bij Esch bij Bergheim niet ver van de stad Kerpen waar Johan van Rode Voogd van was.
Der Schoffenmeister beanspruchte jedoch gleiches Vorrecht mit dem Vogte, was die Zahl der Schweine angeht, und obwohl das Waldbuch einen Beschluss vom Jahre 1572, dem scheffenmeister werde insbesondere keine verken auf den busch gestattet", anfuhrt.
So zeigt ein späterer Eckerzettel dennoch für den Schoffenmeister Abraham von Streithagen (um 1020) sieben schweine auf.
Aus diesem ihrem Rechte leiteten nun die Schoffen weiter gehende Befugnisse ab: sie wollten auch
mitwirken bei der Bestimmung über die Zahl der aufzutreibenden Schweine sowie bei der Festsetzung der Zeit des Auf- und Abtriebes derselben. Uit Aachener vorseiten, vlg's Quix.
Abraham van Streithagen (Heer, Schoffenmeister zu Strijthagen 1020) |
The data shown has no sources.