He is married to Maria Peters van Woudenberg.
They got married on March 31, 1695 at Leersum, Utrecht, Nederland.Source 3
Child(ren):
In 1718 geven Gerrit Jacobs Blotenburg x Jacobje Jans te kennen dat zij op 23-4-1695 met de zoon van Gerrit, Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria Peters, geassisteerd met Peter Dirksz Woudenberg haar vader, een maaggescheid hadden geformeerd waarbij o.a. was gestipuleert dat Jacob in aensien van sijn moederlijk versterf in eijgendom souden hebben de landerijen genaemt Het Schot met het lant gelegen inde Ginkel en den Hoogen Hoek mitsgaders Jan Elissen Hofsteden ook den acker gelijk tselve bij Gerrit was gebruijkt en door overlijden van zijn grootvader Rutger Aelberts aenbestorven. Gerrit zou daarbij genieten jaarlijks de pachtpenningen van de hofstede die toen gebruikt werd door Cors Jansen. Zij maken nieuwe afspraken over het moederlijk versterf van Jacob. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2474; 11-04-1718).
In 1718 willen Gerrit Jacobsz Blotenburg x Jacobje Jans vermits hun hoge ouderdom niet langer zichzelf verzorgen maar willen verzorgd worden door Jacob Gerrit Blotenburg x Maria Peters Woudenberg. Daartoe transporteren zij aan hen al hun goederen, dus specialijk mede de jarelijxen pagtpennige of inkomste van sekre huijsinge hofsteede aende Haar met het aenhorig landt jegenwoordig gebruijckt wordende bij Hendrik Janse (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2474; 11-04-1718).
In 1718 verkopen Gerrit Jacobsz Blotenburg x Jacobje Jans aan Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria Peters Woudenberg twee stukjes weijlandt waervan t eene groot is omtrent drie dammaten gelegen onder den geregten vande Haar of de polder van die naem en t ander in Selder onder den geregten van Hoogelandt sulx den eersten compt voor desen van seijn broeder Teunis Jacobsz Blotenburg is aengekomen. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2474; 11-04-1718).
In 1719 maken Dirk Petersz van Woudenberg, Gijsbert Petersz van Woudenberg, Cornelis Petersz van Woudenberg en Jacob Gerritsz Blotenburg x Maria van Woudenberg, kinderen en erfgenamen ab intestato van Pieter Dircksz Woudenberg maaggescheid. Dirk krijgt 1/4 portie van een huijsinge hofstede berg en schuur duijfhuijs met 40 morgen land met de schaapsdrift. Jtem nog 1/4 part in een stuk land genaamd den Aalsberg groot 4 morgen item nog 1/4 part in een stuk land gekomen van Jan Robben waar een schot op staat. De hofstede staat in Leersum en wordt door Cornelis Peterse Woudenberg gehuurd. Item nog aenden selven een stuk lant gelegen onder Woudenberg genaamd de Kwel groot 1 morgen in huur gebruikt door Dirk Tonissen Brouwer. En nog een obligatie van 1200 gl tot laste van Jan Jacobse van der Haar, molenaar te Woudenberg. Cornelis Petersz Woudenberg krijgt 1/4 portie in die hofstede en ene obligatie van 500 gl ten laste van Antonij Lamberts en een obligatie van 500 gl ten laste van de wed Dirk Hendricksz en een obligatie van 100 gl ten laste van Dirk Brouwer. Verder krijgt Gijsbert Peterse een obligatie van 600 gl ten laste van Cornelis Verweij, wijnkoper te Wijk bij Duurstede en een obligatie ten laste van Gerrit Otten Huselaar van 300 gl en een van 200 gl ten laste van Elis Jansen, timmerman te Doorn. En aan Jacob Gerritsz Blotenburg is te lote gevallen de helft van de hofstede en een obligatie van 1000 gl ten laste van de graaf van Rochford en een van 100 gl ten laste van de wed Jan van Ommeren te Darthuizen. Dirk zal aan Cornelis, Gijsbert en Jacob ieder 105 gl moeten betalen en Jacob aan Gijsbert 1000 gl. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2474; 08-11-1719).
In 1719, 1725, 1735 en 1745 is Jacob Gerritsz van Blotenburg eigenaar van 7 morgen land in de Lageweij (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 16b).
In 1729 testeren Jacob Gerrits Blotenburg x Maria Peters Woudenberg, won. Ginkel op elkaar en hun kinderen Geertje Jacobs Blotenburg x Antonij Lamberts Lagerweij, Teuntje Jacobs Blotenburg x Gerrit Hendriksen Davelaar en Willemina Jacobs Blotenburg x Arnoldus van Geijtenbeek, notaris. Maria Antonis Lagerweij, dochter van Antonij en Geertje, woont bij Jacob en Maria in huis. Zij zal haar leven lang genieten de huurpenningen voor de helft van seekere huijsinge hoff en hoffstede met de annexe landerijen genaamd de Zandschulp in de Ginkel, gebruikt door Tonis Dirksen, waarvan de wederhelft competeert de wed en erfgenamen van Jan Jacobsen (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2480; 16-10-1729).
In 1729 laten Jacob Gerrits Blotenburg en Maria Peters Woudenberg hun testament maken. Erfgenamen: Geertje, gehuwd met Anthony Lamberts Lagerwey; Teuntje, gehuwd met Gerrit Hendrickse Davelaar, en Willemina, gehuwd met Arnoldus van Geytenbeeck, notaris (Recht. Arch. Leersum 1239, nr. 97; 16-10-1729).
In 1730 machtigt Gerardus van Geijtenbeek, won. Amersfoort Hendrik Vermeulen, won. Woudenberg om te verklaren voor het gerecht van Woudenberg of voor de Heer van Renswoude dat hij f 700,= heeft geleend van Jacob Gerritsen Blotenburg. Onderpand: huis, hof en hofstede met 4 1⁄2 mrg. op de Wetering (AT037a001 fol. 36; 27-10-1730).
Lidm. Woudenberg ca. 1736: Jacob Gerritz Blootenburch en Maria Peterz van Woudenberg.
Jacob Gerritsen Blotenburgh machtigt Hendrik Lagerweij. Getuigen: Jan Morren van Dompselaer en Barendt Ruijsseveen. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 387; 15-07-1734).
Testament (Recht. Arch. Leersum 2488; 06-10-1738)
Ov. Leersum 23-02-1754: Marie Woudenberg
Lidm. reg. Woudenberg 1746: Jacob Gerritz Blotenburg.
In 1748 is Jacob rentenier. Hij bezit dan 39 morgen land dat hij verhuurt en heeft één meid. Hij woont dan te Woudenberg.
Jacob Gerritsz van Blotenburg | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1695 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Peters van Woudenberg |