He is married to Marritje Tijmens.
They got married
Child(ren):
In 1635 eist Willem Thonisz, op Kolfschoten bet. van een obligatie van f 51-5 van Cornelis Jansz Ouwenlangelaer (Recht. Arch. Scherpenzeel 1, fol. 57vo en 2, fol. 32vo,33; 27-07-1635).
In 1637 eist de schout vier herenponden boete van Rijck Peters wegens vechten met Willem Thonisz. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 69-73vo; 11-12-1637 - 12-03-1638).
In 1637 eist de schout vier herenponden boete van Willem Thonisz, op Colfschooten wegens messentrekken tegen Rijck Peters, op de Haer. (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 69vo,97vo) 11-12-1637– 09-12-1639).
Van 1643-1644 huurt Willem Thonisz het erf Kolfschoten van het Convent Mariënhof voor 236 gl., in 1651 voor 240 gl, van 1657-1663 voor 245 gl. (Archief Eemland, Pachtboek Convent Mariënhof).
In 1646 verklaart Gerridt Aertsen als borg voor Jan van Osen en Hendrick Huijbertsz uit Buren, dat hij het geld voor de geleverde schapen zal betalen; f 212-5 aan Roeloff Sanders, op Twiller, f 11-2 aan Jan Jansz, op Groot Donckelaer, f 9-6 aan Willem Thonisz Colffschoten en f 2-10 aan Cornelis Faesz (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. na232vo; 14-09-1646).
In 1647 eist Gerrit Jansz Wildeman van Willem Thonisz Colffschoten om een akkoord na te komen om schoenen te ruilen tegen vellen (Recht. Arch. Scherpenzeel 2, fol. 241vo-245; 01/22-02-1647).
In 1655 eist de schout 30 herenponden boete van Willem Thonisz Colfschoten, op Colfschoten,wegens korenmaaien op biddag (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 15-01/05-03-1655).
In 1655 eist de schout 100 herenponden boete van Willem Thonisz Colfschoten, op Colfschoten, wegens het ingooien van ruiten van de molen. (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 15-01/05-03-1655).
Lidm. lijst Scherpenzeel 1657: Willem Teunissen en Marritien Timens, op Groot Colleschoten.
In 1662 draagt Willem Tonissen op Colfschoten 6-6-0 gl. bij tot de reparatie van het leidak van de kerk van Scherpenzeel (Herv. Gem. Scherpenzeel 273; 1662).
Lidm. lijst Scherpenzeel 1673: Willem Teunissen op Groot Kolfschoten.
Oth Henricksz en zijn vrouw Willemtgen Thonis Keuijers, won. Hamersveld lenen 1400 gulden van Ghijsbert Brantsz, op Huijgenbosch, onder Scherpenzeel. Dit geld moet geleend worden omdat zij borg stonden voor een lening van 600 gulden van d.d. 21-03-1669 en 300 gulden van d.d. 11-11-1669 en 500 gulden van d.d. 29-06-1670 die Ghijsbert Brantsz had geleend aan Willem Thonisz, op Colverschoten. Met deze lening lossen zij die drie leningen af. Onderpand: een erf en goed, met huis, hof, hofstede met ca. 16 morgen land, onder Leusden. Oost: de Asschatterbeek, zuid: Johan Sprengel, west: jkvr. van Westrenen, noord: Peter Saren, de Asschatterweg en Aert Matheusz van der Maeth. Marge: afgelost doordat Ghijsbert Brantsz deze hofstede heeft gekocht. Gerechtsman en geërfde van Hamersveld: Aert Matheusz van der Maeth en Matheus van der Maeth. (Dorpsgerecht Leusden 1050, fol. 209vo-210vo; 13-01-1676).
In 1678 eist Willem Thonisz Colfschoten bet. f 18,= van Huijbert Cornelisz van Wolfswinckel (Recht. Arch. Scherpenzeel 3; 29-04-1678).
In 1696 wordt Aalbert Cornelissen gedwongen de Weerthof te verkopen wegens schulden aan o.a. Willem Teunissen, op Kolfschoten van f 700,=. (Westerholt 248 nr. 9: 11-10-1696).
Akkoord tussen Meerten Meijnsz, tegenwoordig eigenaar van de hofstede Sniddelaer, in Donkelaar, onder Leusden, en de erfgenamen van Willem Thonisz van Colverschoten, als eigenaren van land, genaamd de Wormshoeve, naast Sniddelaer, in Donkelaar, onder Leusden. Er was onenigheid ontstaan over het betalen van de belastingen van vier morgen land. In de blaffaard van het Oudschildgeld van 1599 staat dit op naam van Willem Thonisz c.s., gebruiker: Herman Jansz, ten bedrage van zeven oudschilden en zes stuivers. Ook nog een morgen land, in het Ouschildgeldregister op naam van Aernt Wolfertsz, gebruiker: Herman Jansz, gesteld op 18 stuivers. Om verdere onkosten te voorkomen zijn Meerten Meijnsz en de gebroeders Thijmen en Jan Willemsz van Colverschoten, mede namens de erfgenamen van hun overleden broer Henrick Willemsz van Colverschoten overeen gekomen dat de Colverschotens het oudschildgeld van de vier morgen zullen betalen en ook voor twee morgen en 500 roeden. Meerten Meijnsz zal betalen voor zeven morgen en 200 roeden land. Hij zal ook betalen voor de morgen, die ooit aan Aernt Wolfertsz behoorde. (Dorpsgerecht Leusden 1052; 22-03-1701).
Willem Thonisz Colfschoten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Marritje Tijmens |