(1) He is married to Maijken Pieters Ruijchrock.
They got married on October 4, 1598 at Dirksland, he was 25 years old.
(2) He is married to Lijsbeth Cornelisdr.
They got married
Adriaen Aertsz | ||||||||||
(1) 1598 | ||||||||||
Maijken Pieters Ruijchrock | ||||||||||
(2) | ||||||||||
11. Adriaen Aertsz., geb. Dirksland 1573, landbouwer, schepen en manne van beschikke der
heerlijcheijt van Dircxlandt, woonde tijdens zijn eerste huwelijk op de Molendijck ald. en ten
tijden van zijn tweede huwelijk ‘aen de Perdemarckt’, overl. 1632, tr. 1e Dirksland 4-10-1598
Maijken Pieters Ruijchrock, geb. Dirksland ca. 1575, testeert op 18-7-1604,4 overl. Dirksland
1604, dochter van Pieter Iemansz. Ruijchrock en Pietertje Arens, tr. 2e Dirksland 10-4-1611
Lijsbeth Cornelisdr., j.d. van Dirksland (1611), dochter van Cornelis Witte(n)sz., schout van
Melissant, en Leentje Lenerts Roothaer (Leentje was eerder gehuwd met Ieman Adriaensz.,
schout van Herkingen); Lijsbeth tr. 2e Dirksland 17-4-1633 Leendert Jacobsz. Palingh,
dijkgraaf te Dirksland.
18-7-1604: Maijken Pieters Ruijchrock laat in haar testament opnemen ‘dat de goederen bij haer
gestelt in de huwelicxe voorwaerden tusschen haer ende haeren man Adriaen Aertsz. gemaeckt, erven
ende besterven souden op haer kindt ’t welck denselven Adriaen Aertsz. aan haer hadde verweckt ende
in ’t voors. kindt daer naer deser werelt quame te overlijden, dat als dan de voors. goederen souden
erven en besterven op de kinderen van wijlen Neeltgen Adriaensdr., haer overleden moeije, met
namen Claes Jansz., Aeffgen ende Grietgen Jansdochteren’. Dit waren kinderen van Neeltgen
Adriaens bij wijlen Jan Claesz. van Goudtswaert. Hun voogd was Adriaen Claesz. van Goutswaert,
burgemeester van Gouda.4
12-10-1604: Inventaris van de goederen van Maitjen Piers, huisvrouw van Aren Aertsz., ‘metter doot
geruijmt ende achtegelaten’. Gemaakt in presentie van: Dingeman Lenertsz. Roothaer, voor hem zelf
en als voogd van de kinderen van Leentgen Lenerts (Roothaer) zal.; Huijch Thonisz. (Ruijchrock),
3
voor hem zelf en vervangende zijn zuster (Pietertke Thonis Ruijchrock alias Capmans); en Dirck
Piersz., Cornelis Jansz. ’t Hoot en Jan Thonisz. Hagens als Heilige Geestmeesters van Dirksland in
plaats van Lenert Gijsbertsz. (Ruijchrock).5, 6
6-4-1605: Taxatie van successie, gedaan van de goederen, de erfgenamen van Maitgen Piers,
huisvrouw van Aren Aertsz., aanbestorven als volgt, gedaan door: jonkr. Arent Pels, baljuw en schout,
Jan Thonis Hagenaer, Wouter Thonisz. en Aren Jansz., schepenen van Dirksland. Getaxeerd werden al
het eigendom van land en erven gelegen in percelen binnen Dirksland.
Eerst een stuk van 11 gem. 150 r. land liggende aan de noordzijde in de lanthoeve die Aren Lenertsz.
Piet in zijn leven ‘plach te bannen’, getaxeerd op 16 pond gr. Vlaams per gemet; totaal 184 pond. Nog
een stuk land met ‘seeker timmeragie van huijs, schuijr, buijr ende berch’, getaxeerd op 70 pond. Nog
een stuk land groot 5 gem. 179 r., gelegen aan de westzijde van Dirksland in de lantstede van Aert
Arensz., eertijds in gebruik bij Claes Matheeusz. Goeree en nu gebaand door Lauris Bastiaensz.,
belend ten westen Jan Duijm, oost en noord Aert Arensz. en zuid Claes Jansz. Boogertman, getaxeerd
op 13 pond Vlaams per gemet, totaal 72 pond 13 st. 2 gr. Nog 6 gem. 34 r. land ‘off daeromtrent’,
gelegen in den Buijstelblock, belend ten westen Jan Jansz. Duijm, ten oosten ’s Herenwech, ten
noorden Crijn Cornelisz. en ten zuiden het land van Cornelis Piersz. Duijm, getaxeerd op 14 pond
Vlaams per gemet, totaal 85 pond 7 st. 3 gr. Nog een stuk land groot 3 gem. 17 r. gelegen buiten het
dorp Dirksland, belend ten zuiden Cornelis Piersz. Duijm, ten noorden en oosten ’s Herenwech en ten
westen de boomgaard van Dimmen Gerbrants, belast met een rente van 20 gld. 10 st. per jaar en de 16e
penning toekomende de Heren Staten, de eerste rente zal ten laste komen van de erfgenamen Bammis
1605, getaxeerd op 7 pond Vlaams per gemet, totaal 21 pond 8 st. Het totale taxatiebedrag bedroeg
433 pond 8 st. 5 gr. Vlaams.2
7-4-1606: Aert Arensz., Jan Thonisz. Hagenaer en Aren Jansz., schepenen van Dirksland, oorkonden
dat voor hen compareerde Jan Arensz., wonende ‘op te Stadt’, gehuwd met Neelken Thonis Capmans,
die verklaarde te transporteren aan Dirck Piersz. en Huijch Thonisz., zijn zwagers, 2 gem. land, hem
aangekomen als erfenis van Maitgen Piers (Ruijchrock), zal. huisvrouw van Aren Aertsz., gelegen in
het Bustelblock binnen Dirksland. Belend ten noorden Crijn Cornelisz., ten oosten ’s Herenwech, ten
zuiden Franck Thonisz. met Cornelis Piersz. Duijm en ten westen de erfgenamen van Jan Jansz.
Duijm. De koopsom bedroeg 29 pond gr. Vlaams.2
23-11-1607: Jan Thonisz. Hagenaer, Aren Jansz. en Lenert Lenertsz. Schipper, schepenen van
Dirksland, oorkonden dat voor hen gecompareerd is Aren Aertsz., die verklaarde te transporteren aan
Cornelis Piersz. Duijm, als voogd van de weeskinderen van Jan Claes Jacobs zal., in zijn leven
dijkgraaf te Middelharnis, een stuk land groot omtrent 4½ gem. met de portie van het huis en gevolg
daarop, staande en gelegen in de voors. Cornelis Piersz. Duijm’s stee. Te betalen over een jaar, ieder
gemet 16 pond gr. Vlaams.2
17-11-1609: Comp. Cornelis Piersz. Duijm en bekende dat hij in het jaar 1603 gekocht heeft van Aren
Aertsz. een half huis, schuur en gevolg, staande en gelegen op de hoek van de Molendijck binnen
Dirksland, voor de somme van 950 gld. waarvan betaalt moest worden op Bamisdag 1604 de somme
van 60 gld. en verder elk jaar op Bamisdag een zelfde bedrag.2
10-7-1611: Lenert Lenertsz. en Arien Geritsz. Breeman, schepenen van Dirksland, oorkonden dat voor
hen verschenen zijn Aren Aertsz. en Doen Dingemansz., beiden wonende te Dirksland, welke
bekennen voor henzelf en als procuratie hebbende van de gemene erfgenamen van wijlen Aert
Arensz., wel en deugdelijk schuldig te zijn aan Tijs Claesz., als voogd van de nagelaten weeskinderen
van wijlen Thonis Jobsz. Bol, de somme van 300 gld. terzake van de koop van een huis, staande
binnen Dirksland aan de Peerdemerkt. Belend ten oosten de voors. Peerdemerkt, ten westen Dorps
Scheij sloot, ten noorden Aren Aertsz. huij singe en ten zuiden het huis van Jonge Jan Poppesz., ‘elcx
aldernaest’.2
14-3-1613: Rekening, bewijs en reliqua, bij Aren Doensz. overgeleverd door Aren Aertsz. en Arentge
Aerts, wed. van zal. Doen Dingemansz., in zijn leven samen met de genoemde Aert Arensz.
gemachtigd bewindhebber van de gemene boedel van zal. Aert Arensz., ter zake van hun handelen en
administratie van de voorn, boedel sedert het overlijden van Aert Arensz. Overgeleverd bij Aren
Aertsz. in kwaliteit als voors., Aren Gerartsz. Breeman, Claes Lenertsz., Aren Cornelis Wittesz.,
Willem Cornelisz. en Dingeman Lenertsz. Roothair, allen erfgenamen in de boedel van zal. Aert
Arensz., ten overstaan van Aren Imansz., stedehouder, Lenert Lenertsz., Lenert Danckertsz. en Thonis
Woutersz., schepenen.3
4
5-5-1613: Aren Aertsz. en Aren Cornelis Wittesz. worden als borgen vermeld van Joris Thonisz.
Schoenmakers inzake een schuld van 925 gld. aan Thonis Lonisz.2
18-6-1616: Aren Aertsz. bezit land gelegen in het block Doorloo, ten oosten van het land van Dirck
Dircxs Smit.2
20-2-1617: Aren Aertsz. c.s. bezit land gelegen in het block Blommendael, ten oosten van het land van
Joris Arentsz. Veeck, stedehouder.2
6-3-1618: Aren Aertsz. koopt voor 28 gld. van de erfgenamen van zal. Doen Dingemansz. een kwart
part in het achtste part van het huis waar hij in woont, te betalen in jaarlijkse termijnen van 6 gld. 5 st..
Hiervan bedraagt de 40e penning 26 st. 8 penn., waarvan Gerrit Pietersz., voocht van Jobgen Doens de
ene helft betaalt, bedragende 13 st. 4 penn.2
13-2-1619: Aren Aertsz. koopt bij de uitkoop in Den Briel, in de Keijser, van Jacob Heerman,
gemachtigde van de kinderen van Hendrick van Loon, 5 gem. land, gelegen in de stee van Jonghe
Aren, ’t gemet tegen 116 gld., te betalen met een derde part gereed geld en elk jaar een derde part.
25-4-1619: De erfgenamen van Aert Arensz. bezitten land gelegen in het Smalen Block, ‘geteeckent
op te chaerte nr. 7’, ten noorden van het land van Gerbrant Dimmisz.2
22-6-1619: Comp. Franck Thonisz., wonende te Dirksland, en bekent schuldig te zijn aan de gemene
erfgenamen van zal. Aert Arensz., de somme van 40 pond Vlaams inzake de koop van een huis dat
tegenwoordig door hem bezeten wordt, eertijds door hem van Aert Arensz. gekocht, staande en
gelegen in ’t Achterdorp aan de Peerdemerckt. Belend ten noorden het lege erf annex Aren Aertsz.
huis, ten zuiden Jan Poppesz. huis dat door Jan zelf bewoont wordt, ten westen ’t Dorps Scheijsloot en
ten oosten de ’s Heerenstraet.2
4-5-1620: Aren Aertsz. is eigenaar van een ‘bogaertsland’ gelegen in de Zuijtbelst te Dirksland, ten
noorden van de 264 roeden ‘boogertslant’ van Joris Thonisz.2
22-12-1620: Comp. Jacob Lenertsz., wonende te Dirksland, en bekent schuldig te zijn aan de gemene
erfgenamen van zal. Aert Arensz., de somme van 22 pond Vlaams, inzake de koop van een huis met
gevolgen, gelegen op de Molendijck. Belend ten oosten de Molendijck, ten westen ’s Heeren Rijbaen
benevens de Goije, ten zuiden het huis waar Cornelis Dingemansz. in woont en ten noorden de erve
naast ‘derolie smiths schuijt’, eertijds door hem gekocht van Aren Aertsz. en tegenwoordig bewoont
door Daniel de Rijck, ’s Heeren Diender.2
20-2-1621: Rekening, bewijs en reliqua, gedaan door Adriaen Aertsz. als momboir en voogd van de
twee onmondige kinderen van zal. Bellem Cornelisz. en Maijtgen Andries, met name: Cornelis en
Jacomijntgen, in tegenwoordigheid van Huijch Thonisz. Ruijchrock als aanbehuwd oom van de voorn,
wezen en in presentie van Cornelis Bellems als oudste wees.7 Maijtgen Andries was een dochter van
Andries Jansz. en Wijntje Harmans en een zuster van Clijntgen Andries die gehuwd was met Huijch
Thonisz. Ruijchrock.
24-1-1623: Comp. Roei Geertsz., ’t dorps nachtwaecker, wonende te Dirksland, die bekende schuldig
te zijn aan de gemene erfgenamen van zal. Aert Arensz., de somme van 38 pond Vlaams, inzake de
koop van het huis waar de comparant tegenwoordig in woont, staande en gelegen in Dirksland aan de
Achterstraet. Belend ten noorden de voors. straat, ten oosten het huis waar Leuntgen Botges in woont,
ten zuiden Anthonij d’ Waert’s schuur en ten westen het huis waar Dirck Piersz. in woont.2
24-12-1625: Comp. Anthonij Woutersz. Smith, wonende te Dirksland, als erfgenaam nomine uxoris in
de goederen van Dirck Piersz. en Pietertgen Thonis Capmans zal., voor hem zelf en als voogd van de
weeskinderen door voornoemde overledenen nagelaten, en verklaarde te transporteren aan Adriaen
Aertsz. 1½ gemet land, gekomen uit de boedel van Maetgen Pieter Imants, gelegen in het Meenten
Block. Belend ten oosten ’s Heeren Wech, ten westen Thonis Woutersz. land, ten zuiden de bruikwaar
van de wed. van Joris Thonisz. zal. en ten noorden de weeskinderen van Neeltgen Thonis Capmans
zal. De koopsom bedraagt 120 gld. per gemet.2
30-12-1625: Schout en schepenen van Dirksland als oppervoogden en weesmeester oorkonden van
wegen de nagelaten weeskinderen van zal. Jan Aertsz. de Langhe en Neeltken Thonis, verkocht te
hebben aan Adriaen Aertsz. 1 gem. 21 r. 8 voeten ‘cosbaer lants’, gelegen in het Meenten Block,
gemeen in een stuk van 3 gem. 65½ r. Belend ten oosten ’s Heeren Wech, ten westen Thonis
Woutersz. land en ten noorden de Heilige Geest eigendom. De koopsom bedraagt 20 pond Vlaams per
gemet.2
7-2-1626: Adriaen Aertsz. bezit land gelegen in de Noordt Houck in Dirksland in het block genaamd
den Grooten Honingeter, ten oosten van het land van Joris Arensz. Veecq.2
5
8-3-1626: Adriaen Aertsz. bezit land gelegen binnen Dirksland in het Buijstelblock, ten zuiden van het
land van Jan Thijmonsz. van der Linden.2
10-5-1626: Comp. Adriaen Aertsz. in zijn kwaliteit als voogd over de weeskinderen van zal. Willem
Cornelisz. en bekende te zake van de ‘huijsbrieff van Leenert Jansz. Wagenmaecker betaald en
voldaan te zijn.2
8-7-1636: Inventaris van alle goederen die Adriaen Aerts ‘metter doot geruijmt ende naergelaten
heeft’, gemaakt door de schout jonch. Geerit de Cocq in presentie van Willem Cornelisz. van
Nieuwenhoven en Anthonij Frans, schepenen, mitsgaders de erfgenamen van de voorn. Adriaen
Aertsz: Adriaen Geerridtsz. Breeman en Claes Leendertsz., schout en secretaris van Stadt, wegens hun
onmondige kinderen, Aren Cornelis Wittensz., schout van Herkingen, Ieman Leendertsz., Cornelis
Michielsz., Willem Cornelisz. Lodder, Cornelis Jorisz. en Clijntgen Aerdts, wed. van Dingeman
Roothaer.
De inventaris vermeldt o.a. aan ‘eijgen landen ende huijsingh’ (boven de reeds genoemde ⅝ en ⅛
parten): het huis waar de voorn. Adriaen Aertsz. gestorven is, staande binnen de dorpe van Dirksland
aan de Perdemarckt; ‘een stede lants’ groot 28 gem. met ‘huijsinghe, schuijre, buijre ende voordere
getimmerte’, staande en gelegen binnen Dirksland in het block genaamd den Grooten Honingeter; in
toaal 37 gem. 278 r. land in diverse andere blokken; in Oud Melissant 7 gem.; in Roxenisse 5 gem.
277 r.; en in Altekleijn 12 gem. Bij de verantwoording van de schilderijen werd vermeld dat in de
achterkamer een schilderij hing van de Hertog van Alva en een betreffende de historie van Beltsal.2
Kind uit het eerste huwelijk:
1. N.N., jong overl.4
Kinderen uit het tweede huwelijk:
2. Aert, ged. Dirksland 7-7-1613 (get. Isaack Iemansz., Heijltje Jobs, Cleijntje Aertsdr.),
verm. jong overl. (voor 5-7-1615).
3. Aert, ged. Dirksland 5-7-1615 (get. Johannis Damman, Cornelis Arensz. Swaen, Cornelis
Wittesz., Lijsgen Aertsdr., Tanneken Cornelisdr.).
Eerder gepubliceerd in ‘Ons Voorgeslacht’, jrg. 53 (1998), een uitgave van de/ Ons Voorgeslacht
Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie