van het gerecht Driebergen in 1790
He is married to Fijgje Ariez van Garderen.
They got married on January 30, 1774 at Driebergen.
Child(ren):
(Research):Notities over Willem Evertsz van Rhenen
Uitgeleverd op zegel van 5 gulden
Op heden den 10 Maij 1796 compareerden voor ons ondergess: Geregtslieden der Hooge en Vrije Heerlijkheid Driebergen Willem van Rheenen en Fijgje van Garderen Echtelieden woonende alhier ons welbekend zijnde de tweede comparante ziekelijk dog beide hun verstand volkomen hebbende en gebruikende als uiterlijk bleek.
Voornemens te zijn te Disponeren over hunne tijdelijke na te laten goederen verklaarende de Comparanten in bas dit Huwelijk door Doode van een van hen beide mogt komen gescheijden te worden zonder Kind of Kinderen uit het zelve aan elkander verwekt na te laaten malkanderen dat is den Eerst Stervende de Langstlevende te nomineren en te institueren tot eenige en universele erfgenaam in alle des eerste stervendens na te laten Goederen voerende en onroerende Actien en Crediten niet uitgezonderd.
Dog wanneer dit haarlieder Huwelijk door Doode ven Een van Beijde wierde gedisolveerd en er als dan Kind of Kinderen uit het zelve overig en in Lieven waren zoo verklaarden de Comparanten de Eene de Andere in alzulks den Eerststervende de Langstlevende te maken en bespreeken den Eijgendom van alle den Huijsraad en Inboedel gelijk zij Comparanten ook den anderen en alzulks maaken en bespreeken, alzodanige Goederen als Levenden zullen worden staande Huwelijk gecongristeerd te zijn.
En ten Regnarde van alle andere Goederen die de Comparanten komen na te laten en waar inne Zijlieden (Zijbeiden) den anderen den Eijgendom niet maaken of bespreeken konnen daarinne Verklaarden zijn Comparanten den Anderen Reciprognelijk te maaken en bespreeken de Lijftogt omme die Goederen in Lijftogt en ten Lijftogten regten te bezitten, zijn of haar Leeven lang geduurende of tot Hertrouwen toe; En in gevalle de Comparanten mogte komen na te laaten, onmondige kinderen zoo verklaarden dezelve daarover tot voogd of voogdesse te stellen en te constitueren de langstlevende van haar beijden; geevende aan die langstlevende zodanige magt en authoriteit als aan voogd competeerd en gegeeven kan worden ook met die magt om een of meer voogden neffens hem of haar te assimileren of in dezelver plaats te Surrogeren en dit met Expresse uitsluijtinge van alle Haaren Weesmeesteren van de plaats alwaar het Sterfhuijs zal komen te vallen of de Goederen gelegen zijn, niet willende dat aan hun eenige openinge des Boedels zal worden gedaan of eenige Bewind overgelaten.
Al het geene voorschreven is betuijgen en declareeren de Comparanten te weezen Hun Testament laatste en uiterste Wille die zij begeeren en ordonneerde dat na hun Dood volkomen Effect sorteeren en achtervolgd worden zal, zoo als dit best zal kunnen bestaan al waarom schoon alle vereischte solemniteiten bij deze niet geobserveerd dezelve houdende voor geinsereerd.
Aldus gedaan en gepasseerd ten overstaan van de Heer Aart van Lutzenburgh Schout, Heijmen van Selm en Reijer van Woudenberg Schepen der Hooge en Vrije Heerlijkheid Driebergen ten Huise van de Comparanten die deze mede hebben ondertekend te Driebergen op dato als vooren des na de middag ten half vijf uuren.
w.g. Willem van Rheenen
Feijgje van Garderen
A. v. Lutzenburgh
H. v. Selm
Reijer van Woudenbergh
In kennisse van mij secret[ari]s:
A. van Lutzenbugh
RHCZOU, archief van de dorpsgerechten, inv. nr. 544, protocol van akten van overdracht, 1781-1811, folio 132-132v.
Wij Hendrik Kamperdijk Schout Reijer van Woudenberg en Hijmen van Zalm Scheepenen van Driebergen doen te weeten dat voor ons gecompareerd is Willem van Reenen weduwnaar van Fijgje van Garderen ziekelijk na den lichaam doch zijn verstand memorie en uitspraak volkomen machtig en gebruikende als ons klaarlijk bleek denwelke verklaarde onder presentatie van . beneden vijffduijsend guldens gegoed te zijn voornemende zijnde over zijne na te laten goederen bij forme van codicile eenige beschikkingen te doen zo verklaarde hij bij deeze te prolegateren aan zijn zoon Arij van Reenen zekere huijsinge genaamd het Veentje met zijn tuijn, Boomgaard groot vijftig à zestig roeden geleegen onder dezen Gerechte alwaar ten zuidwesten de Arnhemse Wegh ten zuidoosten het gemeene Wagen spoor naast gelegen is alsmeede aan zijn minderjarige dochter Maria van Reenen een Huijsinge met schuur en Bergen, tuijn en Boomgaard mitsgaders twee morgen landt gelegen in den Dorpe van deezen Gerechte alwaar ten zuidwesten de gemeene weg, ten zuidoosten Jochem van Zalm, ten noordwesten Jan van Vulpen en Bart van Elst en ten zuidoosten Jan Vermeer streckende tot op het midden op de Traayweg alwaar ten noordwesten Gerrit Koudijs, ten zuidwesten het bovengemelde perceel naast gelegen is mitsgaders de huisraad en inboedel bouw en melkgereedschap, twee koeijen, een paard varkens en verders al het geene op het overlijden van den comparant op de voorgrond bevonden zal worden waaronder de winkel met al zijn toebehooren zo van linnen, wollen, kruijdernierswaaren en des zeers gereedschappen welke voorsz prolegateert den comparant aan zijne twee kinderen verklaard te hebben gemaakt onder deeze mits en conditie dat zij eenieder voor zijn geprolegateerde in den gemeenen inboedel van de comparant en zijne overlden Huisvrouw daar voor zullen moeten inbrengen zodanige sommen als zij onderling zullen overeenkomen en wanneer zij in aenbepaling van de somma niet mogten overeenstemmen alsdan zodanige sommen als al het zelve gerechtelijk mogt worden gewaardeert en wanneer het prolegaat van Maria van Reenen alsdan blijken mogt meerder soms te bedragen dan hetgeene aan Ary van Reenen is geprolegateert zal dat meerdere onder Maria van Reenen moeten blijven berusten tot zolange zij het zelve aan haar Broeder zal kunnen aflossen en zal zij daar van jaarlijks aan denzelve interest moeten betalen tegens drie en een half % in het jaar bij fout van welke betaling voor Ary van Reenen het zelve ten allen tijde zal kunnen opeischen en zal inmiddels voor die uitkeering ten behoeve van Ary van Reenen verbonden blijven den Huijsinge aan Maria van Reenen geprolegateert . Blijvende onder den comparants erfgenamen in het gemeen een stukje land groot tachtig à negentig roeden (.)
Aldus gepasseert ten woonhuijse van den Comparant te Driebergen op den 16e februarij 1807. w.g. Willem van Rheenen, H Kamperdijk, Reijer van Woudenbergh, H van Selm. In kennisse van H Kamperdijk, secret[ari]s.
RHCZOU, archief van de dorpsgerechten, inv. nr. 544, protocol van akten van overdrachten, 1781-1811, zf
Zie Steenwijk, D., Voorbij de Driebergse Brug, Reinders, Bunnik, ISBN 90-72507-08-8, pp 59-60 en 78.
Willem Evertse van Rhenen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1774 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fijgje Ariez van Garderen |
The data shown has no sources.