Child(ren):
Woonde in kasteel Keverberg in Kessel (Limburg)
Graafschap Kessel
In de 13e eeuw was het latere Land van Kessel bestuurlijk gezien nog een lappendeken. Het merendeel van de dorpen behoorde tot 1279 tot het graafschap Kessel, maar Venray en Geijsteren hoorden bij het graafschap Gelre (Venray in ieder geval vanaf 1220 en Geijsteren vanaf 1236) en langs de Maas lagen hier en daar bezittingen van de heren van Cuijk (waaronder Ooijen), de heren van Millen (Grubbenvorst) en de heren van Broeckhuysen (o.a. Broekhuizen).
De graven van Kessel zetelden in het kasteel van Kessel aan de Maas, het latere kasteel Keverberg. Zij worden vermeld in het oudst bewaarde archiefstuk van Nederland: een acte gedateerd 7 oktober 950, waarin koning Otto I (de latere keizer Otto I van het Heilige Roomse Rijk) aan zijn leenman Ansfried het markt- en muntrecht van Kessel schenkt. Graaf Ansfried mocht er ook tol gaan heffen. Later werd hij heilig verklaard. Zijn bastaardzoon Balderik volgde hem op als graaf van Kessel.
Graaf Hendrik V van Kessel, de laatste graaf van Kessel, verkocht zijn bezittingen in het latere Land van Kessel in 1279 aan graaf Reinoud I van Gelre. Andere gebiedsdelen van het graafschap Kessel, met name Grevenbroich, Boisheim, Gladbach en Bruggen in het huidige Duitsland, kwamen door erfenis en aankoop tussen 1304 en 1307 aan de graven van Gulik.
The data shown has no sources.