Van het overlijden is aangifte gedaan op 15-11-1927 [bron: Aktenr.172]. Bij de overlijdensaangifte van Gijsbertus waren de volgende getuigen aanwezig: Johannes Kleine (geb. 1882) en Roelof van der Vecht (geb. 1884).
(1) He is married to Aaltje Hendriks Bremer.
They got married on May 14, 1859 at Hoogeveen, Drenthe, Nederland , he was 26 years old.Source 1
Als Gijsbertus Leijssenaar op 14 Mei 1859 in het huwelijk treed met Aaltje Hendriks Bremer, voor de Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, de heer Albert Zeper, dan wordt eveneens vermeld dat hij heeft voldaan aan de verplichtingen ten aanzien van de Nationale Militie, zoals blijkt uit een certificaat dat is afgegeven door de Heer Commissaris des Konings in de provincie Drenthe onder nummer 371. Bij het huwelijk van Gijsbertus en Aaltje zijn aanwezig, Jan Philippus Leijssenaar die op dat moment huisschilder van beroep was en Hendrik Jannes Bremer, ook bekend als "Hendrik Bremer", arbeider van beroep. Deze beide vaders gaven toestemming voor het huwelijk. De moeders van de bruidegom en de bruid waren reeds overleden en de overlijdensakten waren als bijlagen toegevoegd. De aankondigingen van het voorgenomen huwelijk werden gedaan op de zondagen 1 en 8 mei 1859 telkens des middags om 12,00 uur ter plaatse bij de wet voorgeschreven, voor de deur van het Gemeentehuis. Aangezien er geen stuiting of verzet heeft plaatsgevonden, kon aan het verzoek tot huwelijksvoltrekking worden voldaan. De getuigen woonden allen in Hoogeveen en waren geen verwanten van de echtelieden. De huwelijksakte werd getekend door de bruidegom en de bruid, door de vier getuigen, de beide vaders en door de Ambtenaar. Gijsbertus en Aaltje zijn ruim negenentwintig jaar gehuwd geweest en in die jaren hebben zij samen veel beleefd en meegemaakt. Zoveel mogelijk zijn hier levenservaringen opgetekend welke van overlevering bekend waren en verder al hetgeen dat terug te vinden is in akten en andere stukken of daaruit is af te leiden. Levenservaringen die van betekenis en van invloed zijn geweest op hun leven en functioneren.
Gijsbertus is arbeider van beroep en Aaltje Hendriks is arbeidster. Gijsbertus is altijd arbeider, landarbeider of landbouwer geweest en het vermoeden bestaat dat hij altijd of in elk geval overwegend voor de familie Bruins Slot heeft gewerkt. Dat zou men kunnen concluderen uit de gegevens met betrekking tot de plekken waar zij hebben gewoond en wie de eigenaar van die grond met woningen was. Uit de gegevens van de Cadastrale Atlas van 1832 blijkt namelijk dat de familie Bruins Slot in elk geval de eigenaren waren van die behuizingen in Hollandscheveld en Alteveer. Het is heel goed mogelijk dat zij met het werk en/of hun baas meeverhuisden, zoals in die tijd niet ongebruikelijk was. Uit overleveringsverhalen zou kunnen worden afgeleid dat Gijsbertus nooit veenarbeid heeft gedaan, maar dat is toch niet helemaal uit te sluiten, want als arbeider werd in die tijd alle voor de hand liggende arbeid gedaan. Dat echter uit de verhalen naar voren komt dat hij toch overwegend landarbeid heeft gedaan, kan evengoed als aannemelijk worden aangemerkt, omdat de geschiedenis leert dat het werk in het veen in die tijd een afnemende zaak was en landerijen ontgonnen dienden te worden.
Veel mensen trokken ook weg om elders in hun levensonderhoud te voorzien. Gijsbertus en Aaltje zijn niet verder weggetrokken dan een korte periode naar Ambt Hardenberg- Slagharen, maar verder zijn zij altijd in Hoogeveen blijven wonen. Zij woonden dus na hun huwelijk te Streek Hollandscheveld Wijk A, nummer 347c en daar is hun dochter Jantje geboren. Uit de gezinskaart uit het Bevolkingsregister van Hoogeveen, bladnummer 434, blijkt dat Jan Johannes Leijssenaar, de jongere broer van Gijsbertus, vanaf het begin van het huwelijk bij hen inwoont. Hij is bij hen blijven wonen tot 11 april 1865. Jan Johannes is op die datum vertrokken naar Oosterhesselen. Bij de geboorte van hun zoon Hendrik woonden zij op nummer 337a en bij de geboorte van hun zoon Jan en dochter Aaltje, respectievelijk in juni 1863 en juni 1865, woonden zij op nummer 348. Echter bij het overlijden van deze Jan en Aaltje, in december 1866, woonden zij op nummer 307a. Dat concentreerde zich dus allemaal in een gebied dat thans ongeveer het centrum van Hollandscheveld is. Op 11 april 1867 zijn Gijsbertus en Aaltje, met twee kinderen, verhuisd naar Ambt Hardenberg Wijk M, nummer 18. Volgens het bevolkingsregister van Hardenberg was Wijk M, Collendoornerveen onder Slagharen. In de geboorteakte van dochter Aaltje op 25 mei 1867, staat vermeld dat zij woonden in Slagharen en dat Gijsbertus van beroep landbouwer was. Op 8 augustus 1868 keren Gijsbertus en Aaltje, met drie kinderen, terug naar Hoogeveen-Hollandscheveld, namelijk Streek Hollandscheveld Wijk A nummer 357 en dat is opnieuw het gebied rond het begin van de Riechshoogtendijk. Aldaar werd op 1 september 1869 zoon Jan geboren. Als echter op 26 oktober 1871 zoon Arend geboren wordt, dan blijkt dat te zijn Streek Hollandscheveld Wijk F nummer 109. Dat was Hoogeveen-Alteveer. Daar zijn ze nog een keer verhuisd naar nummer 127, maar zij hebben op die plek toch vrij langdurig gewoond.
Aaltje Hendriks is op dat laatste adres overleden op 17 december 1888. Gijsbertus en Aaltje zijn samen aanwezig geweest bij de huwelijken van hun kinderen Jantje, Hendrik en Aaltje. Zij hebben ook samen de geboorte van kleinkinderen meegemaakt, namelijk de drie oudste kinderen van Jantje, de twee oudste kinderen van Hendrik en de oudste zoon van Aaltje. Het overlijden van de twee oudste kinderen van dochter Jantje, in december 1887, zal voor hen een trieste ervaring zijn geweest. Het is aan te nemen dat er goede kontakten zijn blijven bestaan tussen Gijsbertus en Aaltje en de broers en zusters van Gijsbertus.
Zuster Margje is, nadat zij in 1864 weduwe was geworden, uit Friesland teruggekeerd en heeft zeer lange tijd Op Slood gewoond en is aldaar in juni 1888 overleden. Broer Gerrit heeft tot 1871 ook in Hollandscheveld gewoond. De echtgenote van Gerrit overleed in febr.1888. Broer Jan Johannes heeft, nadat hij huwde, lange tijd op Alteveer gewoond en later in Zuidwolde. Egbert Oosterhuis heeft kunnen doorgeven wat zijn moeder, Annigje Leijssenaar (jongste dochter van Jan Johannes), daarover heeft verteld. Deze Annigje Leijssenaar heeft uit eigen kennis kunnen verhalen, onder andere over de begrafenis van Gijsbertus, waarbij zij aanwezig is geweest en waarvan Egbert nog een overlijdensbrief in zijn bezit heeft. Uit die verhalen is bekend dat Gijsbertus en Jan Johannes in elk geval intensieve kontakten hebben onderhouden en dat "ome Bart"heel goed bekend was in de familie. Daaruit komt ook tot uiting dat de broers, in elk geval lange tijd, dezelfde kerkelijke gezindte waren toegedaan, namelijk Christelijk Gereformeerd. Uit diezelfde verhalen komt ook naar voren dat zuster Geesje jaarlijks vanuit Zaandam een bezoek heeft gebracht aan haar broers Jan Johannes en Gijsbertus. Het is (nog) niet bekend of Gijsbertus en Aaltje ook kontakt hebben behouden met zijn jongere broer Christoffel (geb.1840). Er is te weinig bekend over de verdere levensloop van deze Christoffel om conclusies te kunnen trekken. Bekend is slechts dat Christoffel in 1860 is opgeroepen voor de Nationale Militie en was ingedeeld bij het 8e Regiment Infanterie. Of er ook zulke kontakten zijn geweest met de broer van Aaltje, Hendrik Hendriks Bremer, is (nog) niet bekend, maar als dat zo is, dan hebben Gijsbertus en Aaltje ook geweten van zijn overlijden, in elk geval vóór 1889. Na het overlijden van Aaltje Hendriks Bremer waren de zonen Jan en Arend nog thuis bij Gijsbertus.
Child(ren):
(2) He is married to Frederika Regina Prigge.
They got married on March 27, 1889 at Hoogeveen, Drenthe, Nederland , he was 56 years old.Source 1
Bij het burgerlijk huwelijk van Gijsbertus en Frederika waren de volgende getuigen aanwezig: Jan Roelofs Klomp (geb. ±1820), Samson (Hijmanszoon) Godfried (geb. 1841), Johannes Conrad Fischer (geb. ±1862) en Albertus Martijn (geb. ±1863).
(3) He is married to Trijntje Everts.
They got married on November 22, 1916 at Hoogeveen, Drenthe, Nederland , he was 84 years old.Source 1
Gijsbertus Leijssenaar is ´s morgens om 3.00 uur geboren ten huize van zijn ouders, Streek De Groote Kerksteeg Wijk C, nummer 795 te Hoogeveen. Als zijn vader, Jan Philippus, op dezelfde dag om 10.00 uur v.m. aangifte doet van de geboorte van zijn zoon, dan is dat (voor zover bekend) de eerste keer dat in een akte de familienaam Leijssenaar wordt vermeld. Daarmee was Gijsbertus het eerste kind in de familie die deze naam droeg. Het is niet bekend of er door de broers Jan Philippus, Hendrik, Fredrik en Jacobus Leisner overleg is geweest of dat er afspraken zijn gemaakt over de te voeren familienaam. Duidelijk is echter wel dat Jacobus als enige op dat moment niet is meegegaan met de verandering en de naam Leisner heeft behouden. Duidelijk is ook dat alle kinderen uit de gezinnen van Jan Philippus, Hendrik en Fredrik, welke na 21 September 1832 zijn geboren, Leijssenaar zijn genoemd en dat de broers zelf vanaf die tijd, die familienaam voeren.
Daar is een enkele keer vanaf geweken. De oudere zuster van Gijsbertus, Marchje, bleef Leisner heetten, maar zij werd ook wel Leisner of Leijssenaar genoemd, dus met een dubbele naam. De oudere broer van Gijsbertus, Gerrit, heeft zijn naam nooit veranderd en bleef de naam Leisner behouden, evenals zijn kinderen. In het boek: "Hoogeveen, van Echtens Morgenland", waarin het o.a. gaat over de geschiedenis van de Afscheiding rond 1834, wordt de naam van veldwachter Jan Philippus Leijssenaar verschillende keren genoemd. De naam Leisner wordt daarbij niet één keer vermeld.
Waarschijnlijk is Gijsbertus in het ouderlijk huis opgegroeid en is hij daar blijven wonen tot hij zich in 1851 heeft aangemeld voor de Nationale Militie. In die levensfase heeft hij veel van het gezins- en familiegebeuren meebeleefd. Zo heeft hij meegemaakt dat er acht broers en zussen zijn geboren, waarvan één tweeling en één drieling. Van die acht kinderen zijn er vijf vroegtijdig overleden. Dat betekent dat Gijsbertus in elk geval is opgegroeid met één oudere- en één jongere zuster en één oudere- en twee jongere broers. Gijsbertus was elf en een half jaar toen zijn grootvader, Jan Jacobs Pauwels Leisner, in April 1844 overleed. Bijna twee jaar later is, in Februari 1846, zijn moeder overleden. De grootmoeder van Gijsbertus, Geesje Spaar, woonde op hetzelfde adres en het is waarschijnlijk dat zij de zorg voor het gezin en de kinderen op zich heeft genomen. Hoe het precies is gegaan is echter niet bekend. Dit temeer omdat niet duidelijk is hoe de woonsituatie er precies uitzag, want uit de geboorteakte van Albert Peeks, blijkt bijvoorbeeld dat hij op 5 Maart 1847 is geboren ten huize van Jantjen Jans Peeks-Farnhout, moeder van Johanna Peeks, die kennelijk ook woonde Streek De Groote Kerkteeg Wijk C, nummer 795. Dat is dus hetzelfde adres als dat van de hele familie Leijssenaar.
Uit de gegevens blijkt dat in April en November 1846 de kinderen Jacob en Johanna zijn overleden. Gijsbertus was erbij toen zijn vader in April 1848 in het huwelijk trad met diezelfde Johanna Peeks en het kind door wettiging ook de naam Leijssenaar verkreeg. Johanna Peeks was op dat moment zwanger en dat kind is in Juli van dat jaar geboren en werd Jacob genoemd. Gijsbertus had dus twee stiefbroertjes, maar niet voor lang, want Jacob werd slechts twintig maanden en Albert acht jaar oud.
In het voorjaar van 1851 heeft Gijsbertus zich aangemeld voor de Nationale Militie en hij staat als zodanig vermeld in het Inschrijvingsregister voor deze Militie, lichting 1851, onder nummer 42, lotingsnummer 61. Bij deze aanmelding had Gijsbertus een lengte van 1,572 meter, terwijl de minimaal vereiste lengte 1,556 meter was. Het signalement van Gijsbertus werd als volgt omschreven; hij had een ovaal gezicht en een rond voorhoofd, de ogen waren lichtblauw, zijn neus en mond ordinair(gewoon), hij had een ronde kin, zijn haar en wenkbrouwen waren lichtbruin en hij had verder geen merkbare kentekenen. Gijsbertus was op dat moment arbeider van beroep en van zijn vader, Jan Philippus, staat vermeld dat die op dat moment Schilder-Glazenier was.
Het beeld dat er later in de familie bestond, dat opa Gijsbertus een grote,statige man was, komt dus niet overeen met de werkelijkheid. Hoelang of tot wanneer Gijsbertus dienst heeft gedaan bij de Nationale Militie is niet uitgezocht, maar meestal bestreek zo´n diensttijd een reeks van jaren. Gijsbertus staat nog vermeld op zijn vaders gezinskaart uit het bevolkingsregister van Hoogeveen bladnummer 964, tot hij huwt met Aaltje Hendriks Bremer. Hij werd vanaf dat moment overgebracht op zijn eigen kaart. Of hij feitelijk nog bij zijn vader en diens tweede vrouw, Johanna Peeks, woonde valt te betwijfelen, want alle kinderen hadden zeer vroegtijdig het ouderlijk huis verlaten. De verhalen over de redenen daarvoor zijn, in het vage, niet erg positief en zouden vooral te maken hebben met Johanna Peeks.
Gijsbertus Leijssenaar en zijn eerste echtgenote, Aaltje Hendriks Bremer, waren van huis uit lidmaten van de Ned.Hervormde Kerk en alle kinderen zijn vrijwel zeker Hervormd gedoopt. Die waren dus allemaal Ned.Hervormd. Van zoon Hendrik en dochter Aaltje is bekend dat zij veel later zijn overgegaan naar de Gereformeerde kerk. Uit aantekeningen op de gezinskaart uit het bevolkingsregister van Enschede blijkt o.a. dat zoon Jan zijn kerkelijk lidmaatschap heeft opgezegd. Uit de verschillende Gemeentelijke akten blijkt nergens dat Gijsbertus en Aaltje van religie zijn veranderd en dat is wel gebeurd, zoals uit andere bronnen is gebleken. Kleindochter, Fredrika Zwiep, heeft altijd verteld dat opa Gijsbertus Gereformeerd was en haar moeder Aaltje Leijssenaar ook. Volgens Fredrika ging haar opa op latere leeftijd in elk geval naar de kerk midden in Hoogeveen en was hij daar ook zeer vele jaren ouderling. Zij bedoelde nadrukkelijk de kerk aan de Hoofdstraat. Hoewel er lange tijd onzekerheid bestond over de juistheid van die verkregen informatie, is uit gegevens welke verkregen zijn, via Egbert Oosterhuis, van het Kerkelijk bureau duidelijk geworden dat Gijsbertus Leijssenaar al in een vroeg stadium is overgegaan naar de Gereformeerde kerk. Egbert Oosterhuis weet te berichten dat zijn grootvader, Jan Johannes Leijssenaar, samen met zijn broer Gijsbertus, naar de Christelijk Gereformeerde diensten ging. Vanaf welk tijdstip is dus niet bekend. Een bevestiging van het lidmaatschap, van Gijsbertus, van de Gereformeerde kerk van Hollandscheveld, is terug te vinden in de lijst met Ambtsdragers in de tweede helft van de 19e eeuw, opgesteld door Albert Metselaar in 1999 te Hoogeveen. Daaruit blijkt dat Bart(Gijsbertus)Leijssenaar ouderling was van 1 januari 1888 tot 27 april 1890. Dat houdt in dat Gijsbertus misschien vóór of tijdens zijn huwelijk met Aaltje is overgegaan naar de Gereformeerde kerk. In een brief van Gijsbertus aan zijn dochter Aaltje, gedateerd oktober 1917, schrijft hij dat hij het erg druk heeft als ouderling om zieken te bezoeken en met begrafenissen. Als vijfentachtig jarige was hij kerkelijk dus nog zeer actief.
Fredrika Zwiep vertelde over haar opa, dat hij een hoog ontwikkeld en wijs mens was, die kon lezen en schrijven en boeken las als hij de kans kreeg en dat hij in hoog aanzien stond bij velen en zelfs door jongeren zou zijn beschouwd als een vraagbaak en vertrouwenspersoon.
Beroepen: Arbeider, Landarbeider. Landbouwer
Gijsbertus Leijssenaar | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1859 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aaltje Hendriks Bremer | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1889 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Frederika Regina Prigge | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1916 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trijntje Everts |