Maria Filia legitima Henrici christiani
Claassens et Maria Peeters
Conjugem. Insepserunt Bernardus 20 Marti
Happert et sibilla Peeters
In deze akte wordt het beroep van Sibilla Claassens vermeld: "Bernardus Hermanus, zoon van Oswaldus Antonius Franciscus Rijsouw, overleden en Sibilla Claassens, logementhoudster, wonende te Cuijk".
In artikel 218 van de kadastrale legger worden het onroerend goed beschreven van "Dewed Antonius Rijsouw" , Logementhoudster te Cuijk.
Volgnr.....Sectie......Perceel......Soort................Grootte (Bunder Roeden Ellen)
[
1.............A..............337............Bouwland......................_..........26..........70
2.............C..............69..............Moestuin......................_............4..........._
3.............C..............70..............Huis en erf...................._............3..........58
Vermoedelijk na het overlijden van Sybilla is het onroerend goed overgaan naar haar zoon Hendricus Johannes Antonius.
In de kadastrale legger wordt als volgt de drie bovenvermelde percelen aangegeven :
"over naar" artikel 767.
Artikel 767 is Hendrikus Johannes Antonius Rijsouw , Bierbrouwer wonende te Cuijk.
Sectie C perceel 70 is het logement in de Maasstraat (zie de foto bij "persoon" en minutenplan Cuijk in het Gezinsboek) .
De bewoners van de Maasstraat zijn eigenaar van de pomp (zie foto bij persoon) aldaar, zoals in onderstaande transcriptie als volgt is beschreven: "geen gemeentens maar een gebuurlijke pomp zijnd" Onderstaand is de transcriptie van het reglement "aangaande het gebruik en onderhoud van de pomp in de maasstraat van den eersten april 1841" opgenomen.
.............................Reglement
.................. Aangaande het gebruik
................en onderhoud van de pomp
......................in de Maasstraat van
.........................den eersten april
...................................1841
Vergadering gehouden te Cuijk ten huize
van de weduwe Rijsouw, op den 1e april des jaars
1800 een en veertig. Door geregtigden tot het halen van water
aan de pomp in de maasstraat. Tegenwoordig waren:
De heer Johan Willem Roessingh, zoo voor zich als last-
hebbende vn de erven Castanien, Maarten van Welie
voor de erven van Woelderen, Johannes Lucius, de heer
Nicolaas Knaben en de doctor Adranus Wientjens,
de weduwe Rijsouw, Thomas van Duijnhooven voor
mejufvrouw Prinssen en het schoolhuis, Hendricus
Kloostermeijer voor den heer van Hoog
In overweging genomen zijnde dat geene maatschappij
kan bestaan zonder orde en dat geene reglementen zijn te
vinden op het halen van water, noch op verdeeling der
??????bijdragen tot onderhoud van de pomp in de
Maasstraat. Zoo heeft de vergadering goed gevonden ter
vermijding van alle disputen in het vervolg vast te
stellen, het hier onderstaande.
...................................Reglement
.........................................Art. 1.
De pomp in de Maasstraat geen gemeentens maar
eene gebuurlijke pomp zijnde. Zoo moet dezelve worden
onderhouden door de eigenaren der huizen, welken bewoners
hun water halen aan gezegde pomp tot hun huischelijken
dagelijks gebruik.
.........................................Art. 2.
Het is onverschillig of de huizen, welke bewoners zijn
geregtigd tot het halen van water aan deze pomp, veel of
weinig in getal zijn, of deze huizen worden bewoond door
een of twee huisgesinnen. Zulks zal geene verandering
brengen in de berekening der toelage ter bestrijding van
het jaarlijksch onderhoud.
.........................................Art. 3.
Ieder dezer huizen zal een gelijk deel dragen in de jaar-
lijksche onkosten tot het onderhoud dezer pomp, met uit-
zondering der huizen die een eigen pomp hebben, welke
zullen hunnen volstaan met betaling der helft van de som
op welke de huizen die geen pomp hebben zijn gekwantiseerd.
.........................................Art. 4.
De betaling der berekende kwota in art. 3. vermeld geschied
door de eigenaren der huizen en niet door de bewoners alzoo
het geene personeele maar eene reële schuld is en blijft alzoo
een altijd durend en onveranderlijk bezwaar, zo lang deze
pomp blijft bestaan, al ware het ook dat een huis niet
bewoond wierdt of veranderd in een pakhuis of schuur. Ja
al wierdt het geheel afgebroken, in welk geval dit bezwaar
zal blijven drukken op het erf op welk het afgebroken
huis heeft gestaan.
.........................................Art. 5.
Wanner een nieuw huis in de nabijheid van deze pomp mogt
worden gebouwd, en de eigenaar van hetzelve verlangt zijn
water te mogen halen an deze pomp, zal hij zich moeten onder-
werpen aan al hetgeen in dit reglement is vastgelgd.
.........................................Art. 6.
De gezamelijke geregtigden tot het halen van water aan
de pomp benoemen een opzigter over dezelve aan wier
de zorg wordt opgedragen om alle defecten, die door slijtatie
of bij toeval aan dezelve worden veroorzaakt, terstond te
doen herstellen, indien deze herstelling de som van twaalf
guldens niet boven gaat. Doch die omm bij raming zullende
overschrijden zal hij verpligt zijn, alvorensdeze herstelling
te beginnen, de geregtigden tot de pomp tezamen te roepen
om te overleggen of men die herstelling zal laten doen in
daggeld, en doorwelken timmerman, metzelaar en smit
of wel door de minst aannemende.
.........................................Art. 7.
Den opzigter verbind zich om in het begin van ieder jaar
de rekeningen van verbrand arbeidsloon en leverantien
van materiaal te verzamelen, om daar mede de uitgaven te
bewijzen. Daarna eene repartitie op te maken, hoe veel ieder
der contribuabelen in de gerezene onkosten bij evenredige
verdeling moet dragen. Daarvan een lijst te maken en
het geld n de huizen der contribuabelen op te halen of
te doen ophalen, op vertoon van de door hem gemakte
lijst, indien zulks moge gevergd worden. Daarna de
uitbealing te doen op kwitantie en de kwitantien
te bwearen.
Naar aanleiding van dir reglement is de volgende
repartitie opgemaakt en vastgel;egd om voortaan als een be-
stendig rigtsnoer te verstrekken aan de opzigter tot verdeling
der gerezene onkosten. Te weten: de heer J.W. Roesingh een
gedeelte, de erven van Woelderen een gedeelte, J. Lucius
een gedeelte, N. Knaben voor twee huizen, twee gedeel-
ten, de erven Wientjens voor hun achterhuis een half
gedeelte, de weduwe Rijsouw een half gedeelte, de erven
Castanien een en een half gedeelte, mejuf. Prinssen
een half gedeelte, de heer van mook een half gedeelte, en
het gemeentens schoolhuis een gedeelte.
Om te voorkomen dat dit reglement niet in onge-
rede gerake zal hetzelve worden overgegeven aan der
secretari dezer gemeente, om hetzelve bij d'archieven der
gemeente te bewaren, tegen een bewijs door dezelven
van deze bewaring stelling af te geven.
J. W. Roessingh..............................J. Lucius
T van duijnhooven..........................De wed. Rijsouw
A. Wintjens
M. van Welie...................................Kloostermeijer
N. Knaben
Zie kopie akte (BHIC Grave (Rijsouw) 05-0110 foto nog afdrukken)
Tijdstip: 10:30
She is married to Oswaldus Antonius Franciscus Rijsouw.
Permission for the marriage has been obtained in Cuijk en St Agatha on November 4, 1809.Source 6
They got married on November 19, 1809 at Cuijk en St Agatha, she was 27 years old.Source 7Zie kopie akte van ondertrouw bij de hoofd en rechtbank van Cuijk BHIC Grave 040615 3 foto'sThey were married in church on November 19, 1809 at Cuijk en St Agatha, she was 27 years old.Source 8
zie kopie akte van huwelijk bij de hoofd en rechtbank van Cuijk
BHIC 181006 2 foto's
Transcriptie trouwboek
Oswaldus Antonius Co.... Claassens
Franciscus Risouw 19 novembris et Anna Maria
et Sibilla Claassens Elisabeth Risouw
Child(ren):
Zie foto's van tekening en huidige staat van het logement
Zie drie foto's minutenplan Cuijk BHIC Rijsouw 201005
Zie foto van de pomp.
Zie foto's trouwinschrijving
Zie foto overlijden
Maria Sibilla Claassens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1809 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oswaldus Antonius Franciscus Rijsouw |
BHIC Grave, DTB doop boek Sint Martinus parochie, Cuijk en St Agatha, blz 141,1782
Rijksarchief Noord Brabant, akte van overlijden, Cuijk en St Agatha, nr. 11, 1838
Kadastrale legger Cuijk en st Agatha (oud), toegang 7136, invetarisnr. 3, artikel 218
Foto archief dienst te Cuijk
BHIC Grave, akte van overlijden, Cuijk en St Agatha, nr. 18, 1862
BHIC, Trouwboek hoofd en rechtbank Cuijk, 1809
BHIC, Trouwboek akte van huwelijk hoofd en rechtbank Cuijk, 1809
BHIC Grave, DTB boek Sint Martinus parochie, Cuijk en St Agatha, blz 178,1809