Over het beroep van Egbert tasten we enigszins in het duister , doch een acte uit
1723 verschaft ons enige houvast 22 .
Op den 29 dec. 1723
Coram* L. Aberson Righter.
Gerichtsl. A. Gosens en Jan Cremer.
Compareerde Jan op den Pol, in dezen geassisteert
met zijn bediende J.H. Hessels, en .. summatio
teegen Egbert Alberts om binnen den tijd van 14 dagen
à dato deezes aen den compt. Te voldoen zoodoende
3 gld. Als den zelven aen den compt. Weegens eek
vaeren van 2 dagen in den jaere 1720 op t Doutelaar
alsnog schuldig en ten agteren is, met notificatie en,
dat in cas van enig vertrek en geene betalinge tegens
hem zal worden geprocedeert, zoo en als zulk nae
regten behoort, etc.
Een dag later lezen we in de betreffende gerichtsboek:
1723, den 30 Dec.
Hebbe ik Egbert Albers t origineel van deeze summatie
voorgelezen en geinsinueert, en heeft daar op geantwoort
, dat hij Jan op den Pol, niet heeft gekregen en
die hem hadden gekregen, die zal hij aanspreken.
Het genoemde eek* moet betrekking gehad hebben op de
bereiding van leer, zodat Egbert vermoedelijk leerlooier was.
Hij was eigenaar van de Poortenaarsplaats op de Lusinkbrink.
Deze Poortenaarsplaats bestond uit:
Bestaende in huys, hoff, Saey- en weijdelandt met nogh wat
vheens daer toe behoerende 23, waarop hij boer was.
In 1710 koopt hij nog een stuk land op de Pasmanskamp.
ik kan de doopdatum van Egbert (nog) niet vinden.
In het doopboek van Ruurlo, ontbreken de gegevens tussen 13-12-1673 en
7-3-1675. Misschien.....Dit geldt ook voor Willemina.
Gerichtelijke Protocollen Ruurlo 24-1-1750:
Egbert is dan ca. 80 jr -'wel oud en swak van Lighaem edog van goeden verstande en uytspraeke"
Kort voor zijn dood op hoge ouderdom, verkeerde Egbert in grote financiële
moeilijkheden 27. In 1751 werd dan ook gerichterlijk bepaald (uitgebreide acte in
de C.V.R.) dat "alle de gerede goederen, levendige inboedel des huyzes, bougereetschappen in het
landt, mest en mesreght en wat verder enigzins onder het gerede behoord" openbaar verkocht
zullen worden "aen het huys van Jannes Gotinck hier in het dorp Ruerlo".
De acte is enigszins onduidelijk over de oorzaak, doch de schuldeisers,
"Harmen Ruijters en momber zijner huysvrouw B. Bovemans, erfgenamen van
haeren vader Jan Bovemans", waren genoodzaakt dit te doen daar Egbert zijn
debiteuren niet meer kon betalen.
Medio 1751 overleed Egbert op 79 jarige leeftijd
Camerdt Nijlandt, burgemeester der stad Deventer als
volmachtiger van de Heer Dr. Wyllum Marijënborgh over
houtverkoop.
Hij zou voor struweel betaald hebben, terwijl hij eikenbomen laat
hakken.
Aan Egbert en zijn arbeiders wordt gerichterlijk aangezegd het
werk voorlopig te staken 24,
"Op den 19 mey 1712(13)
Coram L. Aberson Richter
Gerichtsl. Wyllum M. en
Jan Cremer.
Erschenen de Hoogh Gestrengen Heer Camerdt Nijlandt Burgemeester der Stadt Deventer, als
volmaghtig van de Heer Dr. Wyllum Mariënborgh te kennen gevende dat den Heer Comparant is
mijslijdt op het zegghen van zijn door als dat daer een weijten geschied onder het aangrenzende bos
in het ampt van Ruerlo waar in staat opgaende Eijckenboomen en dat de veerkoper het nuet heeft
gezien alls op het aen valden (?) van den Dorser beerent, zo is dat hem daervan is bericht, alls dat
het maer struwellen en acker maelt zoude wezen, en all zoo den Heer veertig nu naeder daer van
onderricht is.
Dat het opgande boomen zijn en op het hoghste daer door is benadelt, zoo is dat deren volmaghtigher
aen Den kooper Eghbert Albers en heeft geprofijt tot zoodanige 95 gulden alls hij voor het voorst hout
heeft betalt neffens zijn Costen en profijte,.... etc."
In 1725 werd hij gerichterlijk aangesteld als voogd van Wilhelmina Albers, dochter
van Berend Albers en Judith Aberson 25 , en in 1729 tevens van Louis Albers en
Berend Albers 26.
Op den 1 juni 1725
Coram L. Aberson, Righter
Gerichtsl. Garrit Engberts
En Jan Cremer.
Erscheenen Berent Albers zullende hertrouwen en
Verzoght over zijn onmondigh kind: moght worden
Aangestelt gerichtelijke mombaren met de naeme
Egbert Albers en Garrit Terspenke welke de mom-
Barschap* hebben aangenomen.
Bij handtastuige in des plaetje en verklaeren dat zij den boedel zoodanigh hebben
bevonden dat de vader heeft beweesen aen zijn dogter Wilmijne die nu omtrent
zeventien jaeren olt is een facit van vijftien hondert gulden zegge - 1500 -.
Als zij drien en twintigh jaren oldt is, waer tegens de vader Berent Albers
zal hebben en holden boedel zoo gerede als ongerede zoo en als hij tegenwoordig
bezidt, mits dat de dogter Willemijna daar wijdt moet trecken 2 kasten en haar
moeder zalegers kiste, midts dat de vader alle schulden op zigh neemt te betalen
die tot laste van den boeden mogh worden bevonden zoo dat de vader Berent
Albers met het bewijzen aen zijn doghter Willemijna Albers hier voorn benomt
Een facit van 1500 gulden zijn persoone en goederen daer voor verbindt was meede de vader
Berent Albers wel volstaen kan.
He is married to Willemina Aelbrinck.
Permission for the marriage has been obtained in Ruurlo on April 14, 1705.
They got married on May 3, 1705 at Ruurlo.Child(ren):