Graaf van Holland (17-06-1091 tot 02-03-1121). Hij maakte een eind aan de strijd met Utrecht en verschijnt in 1101 voor het eerst met de titel 'Graaf van Holland' als leenman van de bisschop van Utrecht.
Hij volgde in 1091 zijn vader op. Omstreeks 1108 huwde hij met Geertruida, de dochter van de hertog van Opper-Lotharingen en halfzuster van de Duitse Koning Lotharius van Supplinburg. Zij overleefde haar man ruimschoots en overleed op 23-05-1144 waarna zij te Rijnsburg werd begraven. Waarschijnlijk al bij haar huwelijk veranderde zij haar naam van Geertruida in Petronella. Hiermee heeft zij vermoedelijk beoogd om zo haar verbondenheid met Petrus en de Heilige Stoel te benadrukken. Uit het huwelijk van Floris II en Petronilla zijn vier kinderen bekend: Dirk die later als Dirk VI zijn vader opvolgde, Floris die bekend werd als Floris de Zwarte, Simon die kanunnik te Utrecht werd en een dochter genaamd Hadewig. Floris II werd in 1101 als eerste met de titel 'graaf van Holland' vermeld. Daarvoor werd de streek van de graven nog als Friesland aangeduid. Hij was waarschijnlijk leenman van de Bisschop van Utrecht. Over zijn uiterlijk is bekend dat hij buitengewoon zwaarlijvig was hetgeen hem de bijnaam "de Vette" opleverde. Ook wordt hij omschreven als schatrijk. Deze rijkdom was grotendeels verkregen uit de inkomsten van veenontginningen en tolheffing aan de monding van de grote rivieren. Tijdens zijn bewind werden in het graafschap enkele reeds bestaande houten kerken vervangen door stenen kerken waarbij het materiaal, tufsteen, door hem vanuit de Rijnstreek werd geïmporteerd. Na zijn dood, op nog jeugdige leeftijd, regeerde gravin Petronilla door met krachtige hand. Zij deed belangrijke schenkingen aan de abdij van Egmond.
Hij had ook nog een bastaarddochter, zie Karel de Grote reeks 133.
He is married to Gertrude Petronille de Lorraine.
They got married
Child(ren):
Floris Ii van Holland | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gertrude Petronille de Lorraine |
The data shown has no sources.