ALFBAD (ABBA), Graaf van de West-Fresonen 734-786
Abba of Alfbad was een Friese graaf die halverwege de 8e eeuw regeerde.
Uit naam van de Frankische koning Pepijn de Korte bestuurde hij het gebied Oostergo in de tegenwoordige provincie Friesland.
Geschiedenis
Abba was afkomstig uit de stand van de Friese elite en maakte onder het bewind van de Franken opgang.
Nadat de nederlaag bij Jirnsum in 734 een einde had gemaakt aan het Friese Rijk, viel Friesland ten westen van de Lauwers in Frankische handen.
Onder het bewind van hofmeier Karel Martel werd er een begin gemaakt met de kerstening van de heidense Friezen, waarbij de Friese adel een belangrijke rol heeft gespeeld.
Vanuit deze optiek moet ook de benoeming van Abba worden gezien.
Hij behoorde tot de Friese adel en is naar alle waarschijnlijkheid één van de eerste bestuurders in de periode na de heerschappij van de Friese koningen.
Hij speelde een belangrijke rol bij de kerstening van de Friese bevolking.
Zo is bekend dat na de dood van Bonifatius in 754 er in Dokkum een kerk gebouwd werd, gewijd aan Bonifatius, waarbij Abba de leiding had.
Verder zijn er aanwijzingen dat Abba, een directe afstammeling zou zijn van de Friese koning Radboud.
zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Abba_(graaf)
Radbout werd in 749 (na de dood van zijn broer) als Radbodus II koning van het (West)Friese Rijk en tevens de laatste Friese Koning en de eerste Heer van Egmond. Raetbout werd Christelijk opgevoed door St. Aelbrecht. Toen zijn vader stierf was hij nog onder de hoede van Aelbrecht. Voor zijn 20ste levensjaar had Raetbout al een religieus boekwerk geschreven. In het jaar 739 kiwam zijn grootvader Dagobert 3 maanden bij hem op bezoek. In datzerlfde jaar kreeg hij het koningsschap van Vryslant aangeboden. Hij weigerde en trouwde kort daarop Ammaroi van Hongarije.
Vader: Agillus, Koning v.h. Friese Rijk Zie Hfdst. 25 bl. 07
Moeder: Edeltrudem, dochter van Dagobert, Koning v. Engilant Zie Hfdst. 25 bl. 08
Geboren d.d. voor 720 *1 te:
Gehuwd d.d. te:
Met: Amaea (Amorron / Ammaria)
Dochter van: *** Koning v. Hongarije *b
en:
Zij geb. d.d.
Zij gest. d.d. na 28-01-792 *e Begraven te Rinnegom, Radboutkerkhof.
Gestorven d.d. 28-01-792 *d te: Rinnegom t.g.v. val van paard.
Begraven d.d. te: Rinnegom, Radboutkerkhof.
Kinderen:
1 Garbrant Zie Nr. 27
2 Wollebrant Zie Nr. 28
3 Maria (Anthonette) Geh. met:*** Koning van Zweden.
v/d Schelling
Radbout zoon van Adgillus VIe Koning van
Vriesland kleijn-zoon van Radbout de Ve
eerste Heer van ‘t Landschap, Land, en
Heerlijkheid van Egmond, in het Nedervriesland,
troude Vr. Amaea, Dochter van den
Koning van Hongarie, bij de welke hij drie
kinderen gehad heeft, Garbrant, Wollebrant
en Maria Koningin van Zweden. Hij was een
braaf en grootmoedig Prins, en zeer geleerd
door de leere van S. Adelbert zijn
leermeester, op wiens aandrang hij afstand
deed van het Koningrijk van Vriesland, het
welke Pipijn Hertog van Brabant *1, na dat
hij ‘t zelve overwonnen had, hem aanbood.
Hij stigte de Dorpen Warmenhuijsen,
Huijsduijnen, Limmen en Schorel. Hij stierf
door een val van ‘t paard den 28 Januarij 792.
Hij legt te Rijnegom, waar van daar de plaats
nog genaamt word Radbouts Kerkhof. Hij
heeft geregeert 25 jaaren.
He is married to Amaea (Amorron Ammaria).
They got married
Child(ren):