Pieter van Aelst oder Pieter Coecke van Aelst
(* 4. August 1502 in Aalst; â 6. Dezember 1550 in Brüssel)
war ein flämischer Maler.
Pieter Coecke van Aelst war ein Schüler von Bernard van Orley. Nach einer Italienreise um 1524-25 trat er 1527 der St.-Lukas-Gilde in Antwerpen als Meister bei. Bereits für die Jahre 1522-23 wird er
in Antwerpen genannt und war vermutlich als Geselle in der Werkstatt seines späteren Schwiegervaters Jan van Dornicke (der Meister von 1518) tätig. Im Jahr 1533 folgt eine Reise nach Konstantinopel. Seine künstlerischen Arbeiten sind im Vergleich mit seiner Verlegertätigkeit in den Hintergrund getreten. Auch architektonische Entwürfe sowie Vorlagen für Glasmalereien und Wandteppiche sollen von seiner Hand stammen. Seine Malereien folgen kunsthistorisch den Arbeiten der Antwerpener Manieristen. Außerdem zeichnete sich Pieter Coecke van Aelst als Übersetzer von Sebastiano Serlio aus, dessen drittes Buch 1539 auf flämisch und 1545 auf französisch erschien. Pieter Coecke van Aelst war Lehrer und Schwiegervater von Pieter Bruegel dem Älteren.
1 PRIN MH:I6566
Hij introduceerde de Renaissance in Vlaanderen.
Volgens J.P. Coucke is Elisabeth Cuupers
de moeder van Pieter,
op de site van het Stadsarchief Aalst daarentegen
staat te lezen dat Ida de Pauw zijn moeder was.
1 PRIN MH:I6566
Coecke was perhaps taught
by Bernaert van Orley.
In 1527 he was chiefly active in Antwerp,
where he was a master.
In 1533 he was in Constantinople;
he also may have visited Rome.
He was painter to Mary of Hungary and to Emperor Charles V.
Coecke also designed and
executed buildings, sculptures, stained glass and tapestries,
and ran a large workshop.
1 PRIN MH:I6566
Pieter Coecke van Aelst (Aalst, 14 augustus 1502 - Brussel, 6 december 1550) was een Vlaams architect, beeldhouwer, prentkunstenaar, schilder, auteur en tekenaar. Ook ontwierp hij wandtapijten en werkte hij met gebrandschilderd glas.
Levensloop
Hij was van 1517 tot 1521 leerling van Bernard van Orley in Brussel en verbleef midden jaren '20 enige tijd in Italië waar hij kennis maakte met de Italiaanse renaissancekunst. In 1527 werd hij lid van het Antwerpse Sint-Lucasgilde en in 1533 vertrok hij voor een jaar naar Constantinopel in een mislukte poging zakenrelaties te verwerven voor zijn tapijten.
Coecke zette in 1544 een atelier op in Brussel; daar maakte hij o.a. zijn schilderijen, prenten en tapijten. Pieter Brueghel de Oude was een gezel in dit atelier en trouwde in 1563 Van Aelsts dochter Maycken. Andere leerlingen waren Willem Key en Nicolas de Neufchâtel, en zijn zonen Pieter II, Michiel en Pauwels.
Coecke heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het verspreiden van de Renaissance naar het Noorden met zijn werken maar ook door zijn boeken. Hij vertaalde Sebastiano Serlio's Architettura dat in 1539 werd gepubliceerd. Hans Vredeman de Vries fungeerde als zijn heraut.
Coecke was vlak voor zijn dood nog korte tijd hofschilder van keizer Karel V.
1 PRIN MH:I6566