He is married to Hendrina de Graaf.
They got married
Child(ren):
Gerrit Kamphorst | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hendrina de Graaf |
Gerrit Kamphorst<br>Geslacht: Man<br>Geboorte: 20 dec 1786 - Apeldoorn, Gelderland, Netherlands<br>Doop: 24 dec 1786 - Apeldoorn, Gelderland, Nederland<br>Overlijden: 10 jan 1837 - Apeldoorn, Gelderland, Netherlands<br>Ouders: Berend Kamphorst, Willempje Kamphorst (geboren Pols)<br>Echtgenote: Hendrina Kamphorst (geboren de Graaf)<br>Kinderen: Willemijntje Kamphorst, Berend de Graaf, Willemijntje de Graaf, Johanna Bloemink (geboren de Graaf), Brand Kamphorst, Gerrit Kamphorst, Gerrit Kamphorst, Henderina Scholten (geboren de Graaf), Gerritje Bennink (geboren de Graaf)<br>Broers/zusters: Gerrit Berends Kamphorst, Janna Berends Kamphorst, Stijntje Kamphorst, Jannetje Boks (geboren Kamphorst)<br>Deze persoon schijnt dubbele verwanten te hebben. Bekijk het op FamilySearch om alle informatie te bekijken.<br> Aanvullende informatie: <br>
LifeSketch: Gerrit Berends KAMPHORST, arbeider (1811), voerman Deventer (1815), landman Apeldoorn (1828, 1834), herbergier (1830), landbouwer met dienstmeid huis 497a Apeldoorn (±1835), logementhouder Apeldoorn (1837), herbergier met 2 knechten en 2 meiden in huis L23 Het Loo (±1845), geboren op 20-12-1786 te Wiesel, gedoopt (NDG) op 24-12-1786 te Apeldoorn, overleden op 10-01-1837 te Apeldoorn op 50-jarige leeftijd, bezat ±1832 te Het Loo, aan weerzijden van de weg naar Zwolle, ±5 ha bouwland, ±1,75 ha weiland, ±0,5 ha hakhout en 2 huizen met erf en tuin. (bron: Kadastrale Atlas Gelderland 1832, deel Apeldoorn)in opgegeven lengte 169,4 cm, haar en wenkbrauwen bruin, aangezicht ovaal, neus gewoon, ogen blauw, mond gemiddeld (dwz niet groot of klein), kin rond. Dit persoonsbewijs, waarop ook Gerrit's handtekening te zien is, is hierbij afgedrukt (afd. 7 boek). Waarschijnlijk was Gerrit al in 1813 voerman. In dat jaar werd hij als bezitter van 2 merries genoemd op een lijst van aanwezige paarden in de gemeente Apeldoorn. In 1813 trouwde Gerrit Berends met de rijke weduwe Clasina Hendrika Willemina de Graaf-Hartman. Deze overleed echter al in 1814. Haar erfgenamen waren haar 7 kinderen, waaronder haar ongehuwde meerderjarige dochter Hendrina de Graaf. Deze kreeg al in 1815 van Gerrit Berends een dochter Willemijntje, die te Nijkerk werd geboren en daar werd ingeschreven onder de familienaam Kamphorst. Later ging Hendrina bij haar stiefvader Gerrit Berends inwonen. Zij trouwde niet met hem, maar kreeg van hem wel nog 10 kinderen. Al deze kinderen werden ingeschreven onder de familienaam Kamphorst. het patentrecht, zijn aangeslagen en alzoo bevoegd zijn te stemmen, tot het benoemen der leden voor de Statenvergadering, uit den stand der eigenerfden." In 1817 werd hij aangeslagen voor fl. 29,39 en in 1818 voor fl. 25,68. In 1818 had hij een huis met 5 deuren en vensters, waarvoor hij fl. 5,-- belasting betaalde. In 1819 stond Gerrit te boek als landman op Het Loo. Hij leende toen samen met Hendrina de Graaf van de logementhouder Cornelis Weijn een bedrag van fl. 200,-- tegen een rente van 5%. Als onderpand stelden zij de bezittingen van Gerrit en onroerende goederen die Hendrina van haar ouders had geerfd, waaronder de helft van een huis, schuur, hof en 8 morgen zaailand op Het Loo, grenzend ten zuiden en ten oosten aan het gemene veld, een stukje grasgrond en een kampje grasland ter grootte van een schepel op Het Loo, eveneens grenzend aan het gemene veld, een vierde van een stuk grond op de Apeldoornse markt, 2 morgen hooiland op den Ankeler, grenzend aan de domeinen en het gemene veld, en een morgen land en bosje in de Nieuwe Enk bij het dorp Apeldoorn. Eveneens in 1819 werd "ten huize en herberge van Gerrit Kamphorst", herbergier en bouwman op Het Loo, een openbare verkoping gehouden van andere onroerende goederen uit de nalatenschap van de ouders van Hendrina. De totale opbrengst hiervan was fl. 4232,50. Hiervan kreeg Gerrit een achtste gedeelte van de halfscheid ofwel fl. 264,53, zijnde "een kindsgedeelte uit krachte der wederzijdsche donatie tussen hem en wijlen zijne huisvrouw Wilhelmina Hartman bij huwelijksvoorwaarden besproken." Gerrit kocht uit deze nalatenschap een huis met schuur, hof en bouwland onder Het Loo, groot ca. 84 roeden, grenzend ten noorden aan de Deventerschen Weg en ten zuiden en ten oosten aan de Zwolsche Weg. In dit huis gingen Gerrit en Hendrina met hun kinderen wonen. Om dit bezit te completeren, kochten Gerrit en Hendrina in 1825 voor fl. 1350,-- ook nog "een kamp bouwland met grasgrond en houtgewassen" onder Het Loo, ter grootte van ca. 2,5 bunder, grenzend ten noorden aan de Deventerschen Weg, ten oosten en ten zuiden aan het veld en ten westen aan de Zwolsche Weg. In 1825 stelden zij dit als onderpand voor een lening van fl. 1500,-- tegen een rente van 5% per jaar. Door de hier beschreven aankopen bezaten Gerrit en Hendrina in 1832 te Het Loo, aan weerszijden van de weg naar Zwolle, ca 5 ha bouwland, ca 1,75 ha weiland, ca 0,5 ha hakhout en 2 huizen met erf en tuin. Enkele jaren later stond Gerrit te boek als herbergier met 2 knechten en 2 meiden in huis L23 te Het Loo. In 1834 liet Gerrit Berends, logementhouder op Het Loo, zijn testament opmaken. Hij legateerde daarin het levenslang vruchtgebruik van al zijn bezittingen aan Hendrina de Graaf "zonder beroep bij mij in De Kroon inwonende, dochter van wijlen mijn vouw Wilhelmina Hartman en Brand de Graaf." Tot enige erfgenamen werden benoemd "de kinderen van Hendrina de Graaf." Na het overlijden van Gerrit Berends in 1837 zette Hendrina logement De Kroon in huis Z8 te Het Loo voort tot in de jaren veertig van de 19e eeuw. Door de nabijheid van Paleis Het Loo kwamen er veel gasten uit de grote steden in het westen des lands. Het logement was niet Hendrina's eigendom, want nog in 1840 huurde zij het opnieuw voor een periode van 6 jaar van Mej. Anna Cornelia ten Hoove, samen met een bijbehorende stalling, schuur, koornberg, 2 tuinen, een weide genaamd De Nagelkamp en een bouwland genaamd De Fokke. Inbegrepen in de huur waren ook een bouw- en weiland genaamd De Elst en een bouwland genaamd De Bezembinder, beide elders op Het Loo gelegen, en hooilandpercelen De IJwelers en Het Harderwijkerland op De Vellert. De jaarlijkse huur voor dit alles was fl. 330,-- maar deze kon met maximaal fl. 70,-- verhoogd worden in jaren waarin een lid van het koninklijk huis meer dan 6 maanden in het paleis verbleef. Interessant zijn de huurvoorwaarden waaraan Hendrina moest voldoen. Zo moest zij in geval van verbouwingen of reparaties de ambachtslieden gratis van kost en drank voorzien. Het weiland mocht zij alleen gebruiken voor beweiding met koeien en paarden en niet voor "het snijden of maaien van gras". Zij mocht hout hakken van knotwilgen en knotpeppelen, maar niet van opgaande bomen. Verder moest zij de hagen knippen, afrasteringen onderhouden, onraad begraven en weteringen schoonhouden. Tenslotte werd bepaald dat Hendrina de jaarlijkse opbrengst zou genieten van hout, turf en plaggen van een voldeel van de Noord-Apeldoornse Markt. Dit laatste duidt er op dat De Kroon behoorde tot de gewaarde erven van de Noord-Apeldoornse Markt. Intussen ging Hendrina door met het kopen van onroerende goederen. Zo kocht zij in 1843 voor fl. 1051,-- een "wei- en bouwland met hakhout", genaamd Het Haverland en gelegen langs De Leigraaf bij De Vellert op Het Loo. Eveneens in 1843 kocht zij voor fl. 4500,-- het nog steeds door haarzelf bewoonde en geexploiteerde logement De Nieuwe Kroon met erf, schuur, verder "getimmertens", tuin en een stuk heide. Om dit alles te bekostigen moest zij in 1844 een bedrag van fl. 4000,-- lenen tegen een rente van 5%. In 1851 verkocht Hendrina in een café in de Steenstraat te Arnhem een volbloed Engels courspaard voor fl. 111,--, een kortstaart Engels rijpaard voor eveneens fl. 111,-- en een "engelsche jagthond" voor fl. 11,--. Nog in 1873 bezat Hendrina 1/144ste deel van maar liefst 133 percelen in de Noord-Apeldoornse mark. Waarschijnlijk was dit haar aandeel in de verdeling van de markegronden van Het Loo en Noord-Apeldoorn. Zij verkocht dit bezit samen met een stuk heidegrond langs de straatweg van Het Loo naar Hoog Soeren. Ook in het Wenumse Veld bezat zij grond. In 1859 verkocht Hendrina het logement De Nieuwe Kroon voor fl. 4500,-- aan Christiaan Bloemink, logementhouder te Het Loo, die getrouwd was met Hendrina's dochter Janna Kamphorst. Het huis was toen inmiddels door Hendrina vergroot en er was een "kleine woning of washuis" bijgekomen. In 1861 kocht Christiaan ook nog voor fl. 1000,-- een weiland aan de Oude Zwolsche Weg uit de nalatenschap van zijn overleden moeder. In 1861 waren Christiaan en Janna in het bezit van een stuk bouwland in het Kopermolenveld en in 1902 bezaten zij een weiland in de Noord-Apeldoornse Broeklanden. Samen met zijn zwagers Abraham Kamphorst en Jan Bloemheuvel kocht Christiaan Bloemink ook roerende zaken uit de boedel van zijn moeder, zoals landbouwgereedschappen, paardentuigen 2 boerenwagens, 4 karren, 2 koeien, 2 paarden, 2 vigilantes, 2 tentwagens en een glazenwagen. In 1863 maakten Janna Kamphorst en Christiaan Bloemink hun testament, waarin zij elkaar tot enige en algemene erfgenamen benoemden. Zij waren in goede doen, want in 1864 leende Christiaan Bloemink een bedrag van fl. 2500,-- aan zijn broer Herman. In 1865 kocht Christiaan Bloemink, logementhouder en koopman, een huis met erf en tuingrond aan de Loolaan, dat hij in 1867 weer verkocht, en ook in 1868 verkocht hij vastgoed "als lasthebber". Hieruit blijkt dat Christiaan ook handelaar in onroerend goed was geworden. Uit een advertentie in de Apeldoornse Courant blijkt dat het logement De Nieuwe Kroon in 1894 nog bestond. Eigenaresse was toen Christiaan Bloemink's weduwe Janna Kamphorst. Later werd de naam van het familiehotel veranderd in Hotel Bloemink. Dit hotel bestond in 2003 nog steeds. Hendrina's jongste dochter Hendrina kocht in 1855 een huis in de buurtschap Het Loo. Zij trouwde in gemeenschap van goederen met de stucadoor Dirk Scholten. Deze liet na Hendrina's overlijden een beschrijving opmaken van de inventaris van hun huis nr 267 in wijk A van Apeldoorn. Hieruit blijkt dat het huis bestond uit een voorkamer, een kamer links, een kamer daarachter, een keuken, een kelder, een achterhuis, een zolder en een werkplaats. Opmerkelijk in de inventaris waren een mahoniehouten linnenkast een een kerkboek met een gouden slot. Ook bezat Hendrina een zitplaats in de Hervomde Kerk te Apeldoorn. De totale waarde van de inboedel was fl. 574,33. Gerrti Berends' zoon Willem had tot 1920 in de Order Enk ongeveer 1 ha bo
De FamilySearch Stamboom wordt gepubliceerd door MyHeritage onder licentie van FamilySearch International, de grootste genealogische organisatie in de wereld. FamilySearch is een nonprofit organisatie die gespnsord wordt door The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (Mormon Church).