Oude Kerk
Oude Kerk
(1) He is married to Johanna Vogel.Source 1
They got married on March 19, 1699 at Amsterdam, Noord-Holland, Nederland, he was 31 years old.
Child(ren):
Event (Death of Spouse).
(2) He is married to Maria van den Bosch.Source 1
They got married on July 17, 1705 at Amsterdam, Noord-Holland, Nederland, he was 37 years old.
Uit: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, Leiden (1911-1937). Index in deel X:
Hij was een zoon van Casparus Commelin (1) (dl. VI, kol. 324) en diens eerste vrouw Margrieta Heydanus, werd 12 Sept. 1692 te Leiden als student in de medicijnen ingeschreven en promoveerde aldaar 27 Febr. 1694 tot medicinae doctor op proefschrift De lumbricis (Ludg. Bat. 1694). Na zijn promotie vestigde hij zich als geneesheer in zijn geboortestad, waar hij 14 April 1695 het poorterrecht kocht. Toen Petrus Hottonus naar Leiden vertrok, werd hij in 1696 als botanicus van den Hortus Medicus aan Fred. Ruysch toegevoegd. In 1706 werd hij tot professor botanicus aan het amsterdamsch Athenaeum benoemd. Ruysch en hij hadden het onderwijs zoo verdeeld, dat de eerste de nederlandsche, de laatste de niet-nederlandsche planten behandelde.
Casparus Commelin heeft zich naam gemaakt door zijn uitgaven op plantkundig gebied. Van zijn oom Johannes Commelin, die volgt, gaf hij uit het werk: Horti medici Amsterlodamensis rariorum plantarum... descriptio (Amstelodami 1697) en vervaardigde hierven een vervolg o.d.t.: Horti medici Amstelodamensis rariarum tam Africanarum, quam utriusque Indiae, aliarumque perigrinarum plantarum... descriptio et icones ad vivum aeri incisae. Pars altera (Amstelodami 1701)
Student Leiden 1692
geneesheer Amsterdam 1694.
Hoogleraar botanie te Amsterdam
schrijver
Caspar Commelin
Caspar Commelin of Caspar Commelijn (Amsterdam, 14 oktober 1668 - aldaar, 25 december 1731) was een Nederlands botanicus.
Biografie
Commelin was een zoon van de boekhandelaar, historicus en krantuitgever Casparus Commelin en diens eerste vrouw Margrieta Heydanus. Hij werd op 12 september 1692 te Leiden als student in de medicijnen ingeschreven en promoveerde op 27 februari 1694 op het proefschrift De lumbricis (= Over wormen, Ludg. Bat. 1694). Na zijn promotie vestigde hij zich in zijn geboortestad. Toen Peter Hotton naar Leiden vertrok, kreeg Caspar in 1696 een betrekking als botanicus van de Hortus. Hij volgde zijn oom Jan Commelin op, die samen met Joan Huydecoper van Maarsseveen (junior) als grondlegger van de Hortus Botanicus Amsterdam geldt.
Casparus Commelin heeft naam gemaakt door zijn uitgaven op plantkundig gebied. Wat zijn oom in 1692 aan voorbereidende publicaties had moeten achterlaten, werd door zijn neef afgemaakt en voltooid. Daarbij kreeg hij de steun van Nicolaes Witsen. Ruysch publiceerde het werk op kosten van de stad Amsterdam.In 1703 publiceerde hij een bundeling colleges over de systematiek van zeldzame exotische planten. In 1706 werd hij tot professor benoemd aan het Athenaeum Illustre. Frederik Ruysch en hij hadden het werk zo verdeeld, dat de eerste de Nederlandse, de laatste de niet-Nederlandse planten behandelde.
Jan Commelin, zijn voorganger, baseerde zich op het taxonomische plantensysteem van John Ray en vermeldde 2.200 nummers. Carl Linnaeus baseerde zich bij de botanische nomenclatuur van zijn Species Plantarum uit 1753 voor 259 plantensoorten op beschrijvingen en afbeeldingen van de Commelins, die de platen van Moninckx Atlas voor hun werken hadden laten graveren.
Commelin groeide op aan de O.Z. Achterburgwal, maar woonde bij zijn eerste huwelijk aan het Singel en bij zijn tweede huwelijk aan de Keizersgracht 514, de Pijnappel genaamd, niet ver van de Leidsestraat. Hij kocht de naastliggende panden 510 en 512 erbij en een stal in de Kerkstraat. In 1724 werd Caspar Commelin door Cornelis Troost geschilderd als een van de inspecteurs van het Collegium Medicum. Het schilderij is te bewonderen in het Amsterdams Historisch Museum. Hij is op 31 december deftig bij avond begraven in de Oude kerk. Prof. Commellin is opgevolgd door Johannes Burman.
[bewerken] Werken
Flora Malabarica sive Horti Malabarici catalogus exhibens omnium eiusdem Plantarum nomina, quae è variis, tum veteribus tum recentioribus Botanicis collegit, & in ordinen Alphabeticum digessit (Leiden, 1696)
Plantarum usualium horti medici Amstelodamensis Catalogus (Amsterdam, 1698)
Praeludia Botanica ad Publicas Plantarum exoticarum demonstrationes, dicta in Horto Medico, cum demonstrationes exoticarum 3 Octobris 1701, & 29 Mai 1702 (Leiden, 1703).
Horti medici Amstelaedamensis Plantae Rariores et Exoticae Ad vivum aeri incisae (Leiden, 1706)
Botano-Graphia a nominum barbarismis restituta, quam Florae-Malabaricae nomine celebrem, alphabetice ordinavit (Leiden, 1718)
Caspari Commelini Horti Medici Amstelaedamensis plantarum usualium catalogus (Amsterdam, 1724)
bron: Wikipedia
Caspar Commelin, 1667?-1731.
Caspari Commelin ... Praeludia botanica ad publicas plantarum exoticarum demonstrationes ... Lugduni Batavorum: Apud Fredericum Haringh, 1703.
Commelin was a Dutch physician and botanist and held the chair of botany at the university at Amsterdam. He was instrumental in making the Amsterdam botanical garden one of the finest of its time. Because Holland was a trading center for its colonies around the world, new plant specimens were constantly being brought back to the gardens. The plate "Geranium aftricanum" was the first depiction and description of the geranium and fixes the date of its introduction into European gardens. The plate was engraved by Pieter Sluyter.
bron: http://images.google.nl/imgres?imgurl=http://www.lib.udel.edu/ud/spec/exhibits/hort/hortimages/commelin.jpg&imgrefurl=http://www.lib.udel.edu/ud/spec/exhibits/hort/herbals.htm&usg=__g_N1Uc4GS9AMsfoWCmyGJaeOs1U=&h=528&w=396&sz=176&hl=nl&start=6&um=1&tbnid=nE1eEFkVzDhWcM:&tbnh=132&tbnw=99&prev=/images%3Fq%3Dcommelin%26hl%3Dnl%26rlz%3D1T4HPEA_nlNL306NL306%26sa%3DN%26um%3D1
Casparus Commelin | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1699 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johanna Vogel | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1705 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria van den Bosch |
Casparus Commelin
1668 - 1731
Startpagina Zoek Aanmelden
Persoon
Voorouders
Nakomelingen
Verwantschap
Tijdlijn
GEDCOM
Suggestie/Opmerking
Persoonlijke informatie | Aantekeningen | Alles
Geboren gedoopt in de Oude Kerk
Gedoopt 14 okt 1668 Amsterdam, Nederland
Geslacht Mannelijk
Beroep Botanicus
Karman Refnr. 512.5
Overleden begraven in de Oude Kerk
Begraven 25 dec 1731 Amsterdam, Nederland
Persoon-ID I39 Commelin
Laatst gewijzigd op 05 mei 2006
Vader Casparus Commelin, geb. 28 feb 1634, Leiden, Nederland
Moeder Margrieta Heydanus, geb. 1639, Rotterdam, Nederland
Gezins-ID F10 Gezinsblad
Gezin 1 Johanna Vogel
Getrouwd 19 mrt 1699 Amsterdam, Nederland
Type: civil
Kinderen > 1. Casparus Commelin, ged. 16 feb 1700, Amsterdam, Nederland
Gezins-ID F273 Gezinsblad
Gezin 2 Maria van den Bosch
Getrouwd 17 jul 1705
Type: civil
Gezins-ID F275 Gezinsblad
Aantekeningen Uit: Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, Leiden (1911-1937). Index in deel X:
Hij was een zoon van Casparus Commelin (1) (dl. VI, kol. 324) en diens eerste vrouw Margrieta Heydanus, werd 12 Sept. 1692 te Leiden als student in de medicijnen ingeschreven en promoveerde aldaar 27 Febr. 1694 tot medicinae doctor op proefschrift De lumbricis (Ludg. Bat. 1694). Na zijn promotie vestigde hij zich als geneesheer in zijn geboortestad, waar hij 14 April 1695 het poorterrecht kocht. Toen Petrus Hottonus naar Leiden vertrok, werd hij in 1696 als botanicus van den Hortus Medicus aan Fred. Ruysch toegevoegd. In 1706 werd hij tot professor botanicus aan het amsterdamsch Athenaeum benoemd. Ruysch en hij hadden het onderwijs zoo verdeeld, dat de eerste de nederlandsche, de laatste de niet-nederlandsche planten behandelde.
Casparus Commelin heeft zich naam gemaakt door zijn uitgaven op plantkundig gebied. Van zijn oom Johannes Commelin, die volgt, gaf hij uit het werk: Horti medici Amsterlodamensis rariorum plantarum... descriptio (Amstelodami 1697) en vervaardigde hierven een vervolg o.d.t.: Horti medici Amstelodamensis rariarum tam Africanarum, quam utriusque Indiae, aliarumque perigrinarum plantarum... descriptio et icones ad vivum aeri incisae. Pars altera (Amstelodami 1701)
Student Leiden 1692
geneesheer Amsterdam 1694.
Hoogleraar botanie te Amsterdam
schrijver