Zie overl.akte en adv.
Ten tijde van overlijden broer h in egypte;
Overlijden aangegeven ten huize van h a voet-herwig;
He is married to Louise Henriette (Vrouwe) Voet.
They got married on August 11, 1904 at Den Haag, Zuid-Holland, Nederland, he was 40 years old.Source 2
Zie Huwelijksadv., akte
Verloofd op 13/5/1904
e-mail ontvangen 14 dec. 2010
Geachte dhr.Beltzer,
Met een opluchting kwam ik uw website tegen. Mijn docent, dr.Otto Boele en ik zijn op zoek naar zoveel mogelijk gegevens van A.J.N.Engelenberg, geboren in 1864 te Batavia. Deze gegevens hebben wij nodig om het verdere onderzoek naar zijn contacten met de Russische schrijver Leo Tolstoj voort te zetten.
Mijn vraag aan u is dan ook of u meer gegevens van deze persoon heeft en of er de mogelijkheid is deze gegevens te verkrijgen?
Ik dank u alvast,
Met vriendelijke groet,
Maria Avaguimova
Slavische talen en culturen
Faculteit Geesteswetenschappen
Universiteit Leiden
De heer A. J. N, E n g e 1 e n b e r g.
Naast elkaar leefden de ambtenaren en de Toradja^s voort, zonder
dat er eenige verandering kwam in de maatschappij der laatsten. Zij
gingen als van ouds hun gang met hunne sneltochten en heksenprocessen.
Eene flauwe poging, die nu en dan door een ambtenaar werd gedaan om
deze gebruiken tegen te gaan, leidde tot niets. Maar in 1901 werd de heer
A. J. N. Engelenberg controleur van Posso en m^t hem begon eene nieuwe
periode voor Midden-Celebes. De heer Engelenberg kon zich niet verge-
noegen met een lijdelijk toezien en een zich paaien met schijngezag. Hij
trachtte zich zooveel mogelijk vertrouwd te maken met land en volfc en
ging zich bemoeien met de binnenlandsche aangelegenheden der verschil-
lende landschappen. Hij maakte eene reis door het landschap Posso en
sprak overal met de hoofden over het koppensnellen, hen vragende wat
hen er toe dreef en w^aarom zij er niet mede w^ilden ophouden. Deze
rechtstreeksche bemoeienis wekte verbazing; men begon te begrijpen, dat
men rekening moest gaan houden met de Koempania.
Waren er zaken te bespreken, dan liet de heer Engelenberg de hoofden
tot zich te Posso komen en met hen, die onder den invloed der Zending
hadden gestaan, lukte dit ook zeer goed. Alleen door het persoonlijk
optreden van den heer Engelenberg, daarbij geholpen door den voorbe-
reidenden arbeid der Zending, was een groot deel van de Posso-streek
reeds tot gehoorzaamheid aan het Gouvernement gekomen, voordat later
tot strenger optreden moest worden overgegaan. In het algemeen waren
de Toradja's in de Posso-streek den Hollanders niet ongenegen en waanneer
het alleen gegolden had een ruil van heeren, de Datoe van Loewoe tegen
de Koempania, zou er geen verzet zijn gekomen. Men wilde de Koempania
wel als heer erkennen, maar op denzelfden voet als men dit den Datoe
van Loewoe had gedaan, die zich weinig of niet met de binnenlandsche
aangelegenheden bemoeide, .zooals wij hebben gezien.
Intusschen was ook de Zending in Midden-Celebes versterkt door de
komst van den heer Ph. H. C. Hofman (in 1903).
In datzelfde jaar werd de afdeeling Midden-Celebes geformeerd met
Donggala als hoofdplaats en den "heer Engelenberg als Assistent-resident.
De heer Dumas, die reeds vroeger als controleur in Midden-Celebes had
gewoond, kwam nu in de plaats van den heer Engelenberg te Posso. In
De onderwerping van de Bar e'e-T o r a d j a's.
Nu de soldaten eenmaal in het land waren gekomen, werd er besloten
om meteen de Toradja's van het stroomgebied van de Posso met kracht
van w^apenen te overtuigen, dat zij zich thans hadden te schikken naar
de bevelen van de Koempania.
Keeds in 1903 had de heer Engelenberg als controleur, langs diplo-
matieken weg getracht de Posso-streek van Loewoe los te maken. Hij
was daartoe met den Resident Brugman en den kapitein Van Waasdijk
naar Paloppo gegaan, maar de onderhandelingen over het afstaan der
Posso-streek hadden tot niets geleid en de heeren begrepen, dat langs den
weg van overreding niets was te bereiken. Twee jaren later werd,
ten gevolge der Bone-expeditie, ook Loewoe aangegrepen en Paloppo
ingenomen. Van Loewoe uit werd nu eene colonne onder kapitein Hoedt
naar het Noorden gezonden, die tot aan de Zuidkust van het Posso-meer
doortrok en daar de colonne van Posso ontmoette onder kommando van
luit. Voskuil, die inmiddels als Civielgezaghebber en Militairkommandant
in de plaats van den controleur was getreden. De bedoeling van den heer
Engelenburg was geweest, dat een van de hoogste w^aardigheidsbekleeders
van Paloppo de colonne Hoedt zou vergezellen om uit naam van den Datoe
aan de Toradja-hoofden te zeggen, dat zij voortaan niet meer naar de
bevelen van Loewoe, maar naar die van de Koempania hadden te luisteren.
Dit verzoek wv^rd te laat ontvangen, zoodat slechts eenige ondergeschikte
• De meest rechthebbende op het radja-schap was toen Kolomboi (Papa
i Lila) een neef van Lariwoe. Deze man was echter zeer driftig en vijandig
gezind jegens het Gouvernement, dat zich langzamerhand onder den con-
troleur Engelenberg meer en meer deed gelden. De heer Engélenberg wist
te verhinderen dat Kolomboi tot radja werd benoemd. Als zoodanig werd
toen gekozen een andere neef van Lariwoe, Papa i Keta, een zwak en vrees-
achtig man, die telkens moeite heeft gedaan van zijn ambt ontlast te
worden, tot men hem eindelijk liet gaan. Hij woont nu in Dolago (Parigi).
Kolomboi is in 1905 om zijne vijandige houding tegenover het Gou-
vernement opgepakt en verbannen; hij heeft slechts een paar maanden
zijne verbanning overleefd. Aan Parioesi dacht en denkt niemand en zoo
bleef alleen overig de weduwe van Pajosoe, Indo i Saloso, die, tot Mokole
We^a werd aangesteld door het Gouvernement, en die een inkomen geniet
van ƒ 100 ^smaands.
Arie Jacob Nicolaas Engelenberg | ||||||||||||||||||
1904 | ||||||||||||||||||
Louise Henriette (Vrouwe) Voet |