Otto II van Gelre (ca 1215 - 10 januari 1271), bijgenaamd de Lamme, was graaf van Gelre van 22 oktober 1229 tot zijn dood in 1271. Hij is de zoon van graaf Gerard III van Gelre (ook wel aangeduid als Gerard IV of Gerard V) en Margaretha van Brabant. De graaf had vele bijnamen. Voorbeelden hiervan zijn de Lamme of de Hinkende.
Op vijftienjarige leeftijd, volgde hij zijn vader Gerard III van Gelre op. Otto regeerde 42 jaar. Otto II trouwde in 1240 met Margaretha van Kleef, de dochter van graaf Diederik VI van Kleef en Mechtild van Dinslaken
Otto II was het meest afhankelijk van de Duitse rijksvorst van de Nederrijnlanden. Hij bemiddelde vaak bij vetes in zijn omgeving. Ook werd hijzelf vaak in conflicten betrokken door zijn bezittingen in Westfalen, onder andere met de graven van Ravensberg en Tecklenburg maar ook met de bisschoppen van Münster, Osnabrück en Paderborn.
Om de invloed in de Nederrijnlanden voerde Otto II vele oorlogen met de graven van Kleef en bisschoppen van Utrecht. Zijn aanspraken op het Salland moest hij daardoor opgeven.
In 1247 werd Otto II door de paus gevraagd of hij Rooms-koning wilde worden. Hij was de tweede keus, want de hertog van Brabant had de kroon al geweigerd. Hij wees dit aanbod af, omdat dit ambt veel nadeel zou brengen.
Het klooster Grafenthal werd in 1248 gebouwd op aandringen van zijn vrouw Margaretha van Kleef. De kloosterkerk was het eerste bouwwerk op het kloostercomplex. In het zelfde jaar kwam de stad Nijmegen in zijn bezit. Otto II liet in 1250 aanvangen met de bouw van de Grote of Sint-Stevenskerk, die pas in 1476 zou worden voltooid. In 1251 werd het lichaam van Margaretha van Kleef bijgezet in de kerk van het klooster Graefenthal. Vlak voor zijn dood vocht hij nog enkele geschillen met de stad Zutphen uit. Hij trok de tolvrijheid van de stad in, een actie waar hij op zijn sterfbed spijt van had[bron?].
Otto bereikte als bondgenoot van de Hertogen van Brabant en Graven van Holland (van 1261 t/m 1262) een hoge positie in Neder-Lotharingen. Hij verkreeg vele heerlijkheden waaronder Groenlo, Bredevoort en Lichtenvoorde. Zodoende was hij beschermheer van Keulen.
Een andere bijnaam van Otto is de stedenstichter. Hij verleende tijdens zijn regeerperiode stadsrechten aan maar liefst 29 steden, onder meer Geldern (1229), Goch (ca 1230), Roermond (1231), Harderwijk (1231), Grave (1232), Emmerich (1233), Arnhem (1233), Lochem (1233), Doetinchem (1236), Doesburg (1237), Wageningen (1263) en Montfort (Waarschijnlijk in 1263).
Otto II werd opgevolgd door zijn zoon Reinoud I.
Hij ligt begraven in het klooster Graefenthal.
(1) He is married to Margaretha van Kleef.
They got married on January 24, 1240, he was 25 years old.Source 2
Child(ren):
(2) He is married to Phillippa van Dammartin.
They got married in the year 1253 at Boves, Somme, Frankrijk, he was 38 years old.Source 3
Child(ren):
Otto II "de Lamme" van Gelre | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1240 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margaretha van Kleef | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1253 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Phillippa van Dammartin |