D. van Dijk, Naspeuringen over het geslacht Rispens (Leeuwarden, 1961), p 5, Ryksarchyf Friesland, G 201.
Na het overlijden van Idts is er in 1562 een familiebijeenkomst om zijn eigendommen te inventariseren. Het is een complete beschrijving van het huis Lytse Wyns, de indeling, het meubilair en de overige inboedel.
Hij was eigenaar van het huis te Wyns (LYTSE Wyns, waar nu Heeg woont.) Lanck sijnde 16 facken. Te syden was een molckenkamer, wesende rondsom met stien. Ook is er een vertrek dat saal heet, waarvan het meubilair wordt opgesomd. 3 tafels stonden er, nl:1 uittrektafel en 2 anderew schrijftafels. Dan 2 kewieten (kasten), en een grote kist, 10 Deventer stoelen, 3 viervoetige draaistoelen met 3 andere driestallen, 4 kleine vrouwen stoelen, 3 stroy stoelen, 3 kinder stoelen, 5 losse banken en 5 stoelschamels.Alle stoelen uit het huis zullen wel bij elkaar gezet zijn, maar het is niettemin een respectabele hoeveelheid. Dan zijn er 8 bedden, 17 dekens, gordijnen met ijzeren roeden, beddespreien, een schoorsteenkleed dat nog in bewerking is, enz. enz. Ook een goed gevulde linnenkast. Verder nogal wat tin en koperwerk, en als wapens 2 clingen, een nieuwe en een oude
Van Voorouders Hendrika Bosma
Tot voogden over minderjarige kinderen worden gesteld: Ocke Aukezoon, burger in Sneek en Anne Claessen, burger in Franeker. De jonge kinderen uit het eerste huwelijk (met Anna Auckedr.) zijn Ymck en Claes Idtszonen. Tiette en Johannes Idtszonen waren reeds meerderjarig. Eelck Wytses wordt mombersche over haar beide zonen bij Idts Claeses, nl. Wytse en Anne.
The data shown has no sources.