Hertog van Bohemen
Hij vluchtte met zijn moeder en broer Jaromír naar Regensburg voor zijn halfbroer Boleslav III van Bohemen maar zij keerden in 1004 weer terug in Bohemen. Op 12 mei 1012 zette hij Boleslav met de hulp van Hendrik II van het Heilige Roomse Rijk af als hertog en accepteerde Hendrik op dat moment als leenheer. Later zou hij meerdere keren proberen los te komen van de afhankelijkheid van de keizer. In deze fase over de heerschappij viel een lichte stilte in het dan onrustige Bohemen. In 1033 wordt hij voor het hof in Merseburg verwacht, maar verschijnt niet. Daarop neemt hij de zoon van keizer Koenraad II van het Heilige Roomse Rijk (de latere Hendrik) gevangen, en de keizer liet hem afzetten als hertog ten gunste van Jaromír (die weer opnieuw hertog werd). In 1034 viel Oldrich weer ingenade bij de keizer en hij keerde weer naar Bohemen terug. Hij liet daarop Jaromír gevangen nemen en blind maken, en zijn zoon Bretislav, die beleend was met Moravië, verdreef hij het land uit. Maar kort daarop stierf hij op 9 november 1034.
Hij verstootte zijn wettige vrouw, omdat die geen kinderen kon krijgen, en huwde met Bozona (Beatrix) een boerendochter, die de moeder was van zijn natuurlijke zoon Bretislaus.
He is married to Bozona.
They got married
Child(ren):
The data shown has no sources.