Geboorteakte nrt. 492, Schiedam
Datum: (woensdag 8 jul 1874)
Plaats: (te 's-Gravenhage)
He is married to Sara Schell.
They got married on March 8, 1899 at Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland , he was 24 years old.
Child(ren):
Zijn zoon Johan Christoffel Frederik schrijft over hem: Cornelis, mijn vader, had het oog laten vallen op een meisje, dat bij grootmoeder als naaister aan huis kwam. Dat was Sara Schell, mijn moeder. Zij waren als jongechtpaar door grootmoeder aangewezen om zijn zuster Griet in de zaak opte nemen, waaruit die bewuste deconfiture is ontstaan. Met Margaretha heeft mijn moederen een poosje een zaak in Hilversum gehad, maar dat heeft maar kort geduurd, omdat mijn vader ook nog een bedrijfjein Schiedam had. Daarna hebben ze ook een zaak in de Aert van Nesstraat in Rotterdam gehad. Later heeft hij de zaak van Dirk overgenomen op het Haagseveer in Rotterdam, waarna Dirk geen zaken meer zou doen. Omdat hij toch weer een zaak begon hebben die twee broers zich van elkaar verwijderd. Er bestaat een foto van de zaak op het Haagseveer, waar mijn vader met een petje aande deur staat en waar hij trots kijkt naar het raam, waarop vermeld "Dirk Heijstek, Poffertjes en Wafelen".
Er is ook een tragisch verhaal van mijn vader over een zuster van tante Jet, de moeder van Mimi, Han en Fiek. Enigszins aangeslagen vertelde hij dat verhaal aan mij op latere leeftijd. Deze vrouw ging niet in op de avances van Nelis. Zij zocht het hogerop dan wafelkraam. Deze verbintenis was echter de oorzaak van een 'crime passionel', die eindigde dat beiden het leven lieten.
Cornelis kreeg vier kinderen. In het tijdvak van 1902-1910 is een dochtertje geboren, dat kort na mijn geboorte is overleden. Bij haar begrafeniswas mijn vader zo overstuur, dat hij die middag in de wafelkraam in de hoek in de beslagteil ging zitten.
Mijn vader had aan de Rottekade in Rotterdam een pakhuis waar de wafelkraam in delen lag opgeslagen. Die wafelkraam was al door Jan en Pieter Heystek gebruikt in de zomer, wanneer de Rotterdamse kermistijd aanbrak. Hijbetaalde de pacht voor de kraamaan de weduwe van Pieter Heystek, namelijk Margaretha Wallebroek, die in die tijd ergens aan de buitenkant van Rotterdam woonde.
Zo'n wafelkraam opbouwen was een groot karwei. De kraam bestond hoofdzakelijk uit houten schotten. Eerst werd de vloer waterpas gelegd, een vierkant van houten balken die in elkaar pasten werden waterpas gelegd. In diebalken zaten vierkante gaten, waarin de palen werden gestoken, waarin deschotten werden geschoven. Boven in de schotten zaten de ramen voor het licht van de dag, dat in de respectievelijke zij-boudoirs viel. Met golfplaten werd het dak afhellend afgedekt. Dan werd de buitenvlonderaangebracht, waar de poffertjes gashaard werd aangesloten en de wafelhaard met wel 10 wafelijzers werd geplaatst. In de binnenruimte stonden tafeltjes met vier stoelen en de zij-boudoirs werden met tulen gordijnen opgehoudenen door koorden afgesloten. Het plafond bestond uit een wit laken, opgespannen om de golfplaten om de golfplaten van het dak aan het oog te onttrekken. In dit vierkant lagen dan lopers van cocosmatten om het lawaai vande houten vloer te dempen. Was de kermismaand voorbij, dan werd alles weer afgebroken, de pacht aan de gemeente betaald, de balans opgemaakt ende hele kraam werd in delen in het pakhuis opgeslagen. Op 16 augustus 1908 stond die kraam op de Goudse Singel. De ontvangsten in die week bedroegen NLG 536,-. De poffertjes kostten NLG 0,25 per portie met roomboter.De wafels NLG 0,25 per twee stuks met boter en suiker. De weekopbrenstop 23 augustus 1908 bedroeg NLG 291,00. De weekopbrenst op 30 augustus 1908 bedroeg NLG 229,00.
[[Niet verwerkt:
CHAN _WT_USER Fred]]
The data shown has no sources.