He is married to Doda van Saksen.
They got married
Child(ren):
Arnulf diende het Austrasische hof onder Theudebert II (595-612) en was beheerder van de koninklijke domeinen en graaf aan de Schelde. In 613 leidde hij met Pepijn van Landen en hofmeier Warchenar van Bourgondië, de aristocratische opstand tegen de nieuwe minderjarige koning van Austrasië en Bourgondië, Sigebert II, en de koningin-overgrootmoeder Brunhilde van Austrasië die de feitelijke macht bezat - wat de oorzaak was van het conflict. De opstandelingen sloten een bondgenootschap met Chlotarius II van Neustrië. Tezamen versloegen ze de troepen van Sigebert en Brunhilde bij de Aisne, waarna Sigebert en Brunhilde werden gedood. In Andernach werd een verdrag gesloten waarin de autonomie van Austrasië en de leidende rol van de Austrasische adel werden vastgelegd.
In 614 geeft Arnulf te kennen dat hij in een klooster wilt treden maar in plaats daarvan benoemde Chlotarius hem tot bisschop van Metz, wat ook een politiek belangrijke functie was. In 623 wordt hij voogd van Dagobert I, die door zijn vader tot koning van Austrasië is benoemd (wat ook een uiting is van de Austrasische autonomie). Een jaar later onderdrukt hij samen met Pepijn een opstand in Thüringen. En in 625 bemiddelt hij een overeenkomst tussen Chlotarius en Dagobert.
In 629 treedt hij in het klooster van Remiremont, zou voor zieken en leprozen hebben gezorgd en de rest van zijn leven als kluizenaar hebben geleefd
Heilige
Wordt vaak de beschermheilige van de brouwers genoemd maar dat lijkt een verwarring te zijn met St Arnold van Soissons. Zijn naamdagen vallen op 18 juli en 16 augustus.
Volgens de legende werd Arnulf gekweld door wroeging over zijn vroegere daden en heeft hij zijn bisschopsring in een rivier gegooid en gezegd dat hij pas zou weten dat God zijn zonden heeft vergeven, als hij de ring terug zou zien. Korte tijd laterwerd de ring teruggevonden in een vis.
In 717 zijn zijn resten overgebracht naar een Benidiktijner abdij van de Heilige Apostelen bij Metz. Deze abdij werd naar hem vernoemd en werd ten tijde van Karel de Grote een prominente plaats voor de begrafenis van de Karolingen, o.a. Lodewijk deVrome en zijn moeder Hildegard (tweede vrouw van Karel de Grote) zijn er begraven. Door verbouwingen, oorlogsgeweld en door vernielingen tijdens de Franse Revolutie, zijn de abdij en de keizerlijke grafkelders verloren gegaan.
Arnulf van Metz | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Doda van Saksen |
The data shown has no sources.