Voorlopige stamvader van de lichtenau'se familie.
De mogelijkheid is niet uitgesloten dat hij een zoon was van de in 1614 te Atteln genoemde Caspar Pankoke. Gebrek aan aktenmateriaal heeft het tot dusver niet mogelijk gemaakt verder terug te komen dan Rabe.
In het Schottregister van 1697 wordt in het eerste-stadsviertel (=wijk) een Curdt Pankoken genoemd en tevens in een andere wijk. Bedoeld zijn ongetwijfeld de zoons van Rabe en Jost Pankoken.
Hij zal in de eerste helft van de 17de eeuw door de bisschop van Paderborn, de eigenaar van de molen, met de molen beleend zijn. De molen heeft de naam Pankokenmolen ongetwijfeld gekregen door het feit dat enkele generaties van de familie Pankoken als molenaars de molen in bezit hebben gehad. Hoewel de familienaam ook voorkomt in het naburige Atteln, is er toch reden om aan te nemen, dat Rabe's vader ook molenaar te Lichtenau was.
In het jaar 1617 wordt n.l. Adam Pfankuch, komend van Lichtenau (Westfalen) burger te Hofgeiser (Hessen). Deze Adam zou een broer van Rabe kunnen zijn. Er zijn van de familie te Hofgeismar en Lichtenau geen wapens of zegels bekend, die de verwantschap zouden kunnen aantonen.
De mogelijkheid bestaat dat met de Pankokenmolen dezelfde molen wordt bedoeld, als die, waarmee in het jaar 1482 de heren von Calenberg door de bisschop van Paderborn werden beleend (St.Arch Munster, Msc.VII, 4912).
Rabe wordt nog genoemd in het Register der Armenrenten anno 1655 en is ws niet lang na 1655 overleden.
Volgens een protocol van 4-6-1651 had zijn vrouw een twist met de vrouw van Linnenkamp, omdat deze geagd had dat Rabe Panckoken Volcks boosaardig was. Zij zouden verschillende mensen van hekserij hebben beschuldigd.
In genoemde akte werd Jost Pankoken genoemd als zoon.
He is married to N.N..
They got married
Child(ren):