She is married to hans eck van wysbaeden.
0124 Hof van Gelre en Zutphen, Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1548, Inventarisnummer 4915, scan 182-183, kopie akte d.d.19-8-1535:
Wordt gemaakt een erfmagescheid tussen Jan van Renesse met joffer Aemgert zijn huisvrouw ter eenre en Hans Eck vader van Henrick zijn zoon en Geertruij en Anna zijn dochters, kinderen bij wijlen joffer Ida van Renesse echte huisvrouw Hans voors verkregen ter andere zijde, herkomende van zaliger Henrick van Renesse. (afgesproken wordt o.a. dat er een deling plaats zal vinden een half jaar nadat de kinderen op mondige leeftijd zijn gekomen). Akte is mede ondertekend door Hans Eck van Wijsbaden.
0124 Hof van Gelre en Zutphen, Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1548, Inventarisnummer 4915, scan 180-181, brief van Henrick en Geertruijd Eck aan het Hof, ongedateerd ca. 1548:
Wij Henrick en Geertruijt Eck met Hans Eck onze lieve vader verklaren dat onze oldevader Henrick van Renesse na dode van onze oldemoeder zaliger, zijn huisvrouw is blijven zitten in alle goederen ongescheiden van zijn kinderen. En zo onze vader Hans Eck aan onze zaliger moeder Joffer Ijda van Renesse, Henrick van Renesse dochter, een tijdlang gehuwd is geweest, hebben onze oldevader Henrick van Renesse en Johan van Renesse zijn zoon en onze vader Hans Eck als man en momber van Joffer Ijda zijn huisvrouw, onze moeder, Henrick van Renesse dochter, met vrienden een rijpelijk en eendrachtelijk erfmagescheid gemaakt, onder andere dat Johan van Renesse en onze vader met joffer Ijda zijn huisvrouw, onze moeder en haar erven na dode van onze bestevader gelijk gerechtigd zullen wezen aan alle nagelaten goederen rede en onrede. En ingeval dat Johan van Renesse onze oom of joffer Ijda onze moeder afleven zou voor Henrick van Renesse hun vader dat hun kinderen gerechtigd zullen wezen in de deling als het ware of de vader of moeder nog in leven zouden zijn. En zo onze zaliger moeder joffer Ijda van Renesse nu jaren geleden is heen gegaan, en wij kinderen nochtans jong en onmondig waren heeft Johan van Renesse uit onze erfenis en goederen die ons van onze moeder, bestevader en bestemoeder aanbestorven waren (met daarbij de Zutphense Leengoederen, die onze bestevader heeft achter gelaten) ons jaarlijks een kleine penning uitgericht, zo veel als het hem belieft heeft. En nu wij kinderen tot onze mondige jaren zijn gekomen hebben wij in billijkheid aan Johan van Renesse verzocht om onze aanbestorven erfenis en het gerechtigd derdendeel van het leengoed na Zutphens Recht uit te richten. (het antwoord van Johan van Renesse op deze brief , scan 186-188, wordt ondertekend door Jan van Renesse van de Borch).
0124 Hof van Gelre en Zutphen, Civiele procesdossiers, hoofdreeks, 1548, Inventarisnummer 4915, scan 190, brief van Henrick en Geertruijd van Eck: Alsoe Johan van Renesse vande Borcht onse Oem woonende tot Wageningen etc.
ORA Arnhem, Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe, inv 984, d.d. 9-5-1548: 365 Missive van het Hof aan Johan van Renesse, burgemeester van Wageningen, met last om Henrick en Geertruyt Eck, benevens hun vader Hans Eck tevreden te stellen. Zie brief No. 374
ORA Arnhem, Regesten, inv. 396, fol. 141r, d.d. 20-06–1553: Hanss Eck en Joffer Gertruyt, zijn dochter, potentiaverunt Henrick Eck, zijn zoon en haar broeder, dat hij met recht verdedingen en verantwoorden zal mogen alzodane inleiding en rechtsvordering als Kaerll van Steenbergen aangeheven en gedaan heeft van en op de helft van een erf en goed, in de schependom van Wageningen gelegen.
2000 Oud archief Arnhem, regest 6215, d.d. donderdag post Bonifare: Voor den genen die dezen brief zullen zien of horen en lezen doen wij verstaan Johan van Renesse en Johan die Ruijter schepen van Wageningen en andere gemeente schepen met ons en oorkonden dat voor ons gekomen zijn Johan van Renesse voors tuigende voor hem zelf en Kaerl van Steenbergen met joffer Geertruijd van Renesse zijn echte huivrouw en hebben beleend voor haar en voor haren erven heer Willem Bongert en Derrick Vercuijl priesters als toevangers en in behoef der Vicarien van der moeder der Heiligen Parochien binnen de stad van Arnhem, zeven gouden gulden jaarlijks…., als uit de gerechte helft van zes morgen land gelegen in de Wageningse Neude op den Middelcamp, daarvan Hans Eck met zijn kinderen Henrick Eck en joffer Geertruijd de andere helft toebehoren, … in het jaar onze Heer duizend vijfhonderd vier en vijftig op donderdag post Bonifari.
Hendrick van Eck was erfgenaam van zijn oom Adriaen van Renesse pastoor te Bennekom.
ORA Arnhem, Regesten, inv. 401, fol. 27v, d.d. 29-10–1569: Comparuit Jheronimus van Reness met recht besat ter instantie van Zijbert van Hezevelt en heeft getuigd dat hij met Jan Hoetinck en zijn broeder Rutger van Reness deze verleden zomer omtrent in mei geweest is ten huize van heer Gaert Brouwer, vicaris te Bennecum, alwaar bij, deposant, laten halen heeft Henrick van Eck en dezelve gevraagd waarom zij hem niet mede kenden in het erfhuis van zal. heer Adriaen van Reness, waarop Henrick geantwoord: "Swijcht daermede still, want ghij weet waell dat het anders is", waarop hij, deposant, vroeg: "wat is dat?"; heeft Henrick gezegd: "onss Oehm is een averwonnen hoerekijndt, sijn guedt kompt die koeninck toe; daerom hebben wij het testament gemaeckt, dat wij die coeninck daer gern uijt wolden sluijten"; Doe heeft hij, deposant, gezegd: "dat moegh dij doen; ghij soldt doch mijnen schemelen broeder wat toe gedeilt hebben, had dij mijn niet willen geven”.
They got married about 1520.
Child(ren):
ida van renesse | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1520 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hans eck van wysbaeden |
The data shown has no sources.