Laurentia is waarschijnlijk in Eikenduinen / Haagambacht geboren omdat hun ouders er woonachtig waren.
Na het overlijden van haar vader in 1601 is haar moeder Tryntgen Dircxsdr die inmiddels waren verhuisd van Eikenduinen naar hun familie in Haagambacht bij de Westerbeecq bij het gelijknamige Kasteel Westerbeeck, gelegen t.h.v. de huidige De La Reyweg / Beeklaan in Den Haag. De neef van Trijntgen Dirxcsdr haar man; Pieter Dircks van Rijn en haar zwager Cornelis Cornelisz van Rijn hebben waarschijnlijk als voogden toezicht gehouden op de kinderen (lees vermelding moeder).
Voor de weeskamer van Den Haag heeft Tryntgen (Catharina) Dircxdochter, weduwe van Pieter Cornelisz van Ryn, wonende op de Beeck, de inventaris gedaan van alle goederen van hem met de dood ontruimd, met voogden (zie boven) van de twee achtergelaten kinderen, Neeltgen en Laurencia (Tryntgen) van Rijn.
Tryntgen Dircxsdr is daar hertouwd met Lenert Cornelisz Hets (was wonende op de Beeck) en heeft haar kinderen achtergelaten in het aldaar gevestigde weeshuis.
De Beeklaan.
Vanouds fungeerde deze laan met de Westerbeek, waarnaar zij genoemd is, ook als scheiding tussen de twee polders in dit gebied, de Mientpolder en het kleine Veentje. In de 17e eeuw treffen we er enkele boerderijen en buitenplaatsen aan, gesitueerd langs de Beeklaan en de Loosduinseweg, zoals Noorderbeek en Groenestein. Bij de kruising van deze wegen lag van oudsher de herberg 'De Vink'.
Trijntje van Rijn stamt af van een Welgeboren Boerengeslacht (Herenboeren) waarvan de bron op de gemeente grens van Zouterwoude (ambacht) / Voorschoten ligt aan de Rijn, daar waar de Oude Rijn Leiden binnen stroomt.
De groep Welgeborenen is een pre-feodale sociale laag van welgestelde boeren of afgezakte adel die het zich konden permitteren een paard en wapenuitrusting te kopen. Zij werden door hun omgeving tot de ridderschap gerekend en droegen militaire steun bij aan de hogere heren.
De welgeborenen zijn vooral geconcentreerd rond die plaatsen die reeds voor het jaar 1000 bestonden en stammen uit de Frankische tijd. Het grootste deel van het tegenwoordige Duitsland en het Oosten van Nederland en België wordt tot dit gebied gerekend. Welgeborenen waren de bewapende welgestelde inwoners van de Frankische koninklijke domeinen voordat de autonome territoriale graafschappen ontstonden, zoals bijvoorbeeld Holland en Gelre. Ze waren er al vele eeuwen voor het ontstaan van de ridderstand. Waarschijnlijk waren het vazallen op de domeinen.
Veelal bezaten deze geslachten een kleine leen, ontvangen van een heer, waarna ze zitting kregen in de vierschaar. Men betaalde eenmalig een heergewade en kon hier een leven lang zonder huur te betalen gebruik van maken. Daarnaast was men schotvrij. Later kon men soms alleen aan hun functies zien dat men met dergelijke geslachten te maken had.
Wie van de welgeborenen vanaf het ontstaan van de feodale verhoudingen (8e eeuw) tot de ridderschap wilde worden gerekend en die goed had geboerd, kocht een paard en wapenuitrusting en werd als ridder gezien. Degene die door de omgeving tot de ridderschap werd gerekend was overigens niet automatisch van adel.
De term welgeborenen heeft naast wehrbauer (in Duitsland Hausmann) betrekking op ridderboortigen (familie van ridders maar) exclusief ridders of knapen. Ze zijn in enge zin edel, maar leiden geen adellijk leven. Vanaf de zeventiende eeuw gaan de welgeborenen in de Republiek op in de zich dan vormende gegoede burgerij. Formeel is de stand van welgeborenen nimmer opgeheven, in Nedersaksen en Oost-Friesland is zij nog steeds herkenbaar.
Bepalend of iemand tot de groep der welgeborenen behoort zijn bepaalde functies binnen dorpsbesturen. In Nedersaksen en Oost-Friesland hebben deze functies het langst bestaan (soms tot in de twintigste eeuw).
De functies:
schout
schepen
schotvanger
aalmoesmeester
morgengeldgaarder
heemraadschapman
waterschapsman
weesmeester
armenvoogd
ijkmeester
gildenmeester
kerkmeester.
Deze waren vaak tot in de 19de eeuw als zodanig herkenbaar. Veelal was tot die periode één op de drie personen binnen het kerkbestuur welgeboren.
She is married to Cornelis Ariensz Roosenburch.
They got married about 1652.
Child(ren):
Laurentia (Trijntje) Pietersdr van Rijn | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
± 1652 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Cornelis Ariensz Roosenburch |
The data shown has no sources.