Willem I, 2e Heer van Brederode, zoon van Dirk van Teijlingen en Alverade van Heusden.
Geboren circa 1226, overleden op 3 juni 1285.
Willem was leenopvolger van zijn vader; ook van zijn neef de Heer van Teijlingen hield hij belangrijke leengoederen, komt het eerst voor in 1244 en dan reeds als ridder, terwijl de Roomse Koning Willem I van Holland hem in 1248 consanguineus en nobilis vir noemt (consanguineus = bloedverwant en nobilis vir = edelman) .
Tijdens de regering van Floris V behoorde hij tot de rijkste en aanzienlijkste edelen van het graafschap; in de Zwijndrechtse Waard was hij Ambachtsheer van Heer-Heijenland.
Willem I van Brederode begon (1) een relatie (concubine) met Margaretha dochter van Daniel III van de Merwede en Anne van Heeswijck.
Hij trouwde (2) met Hillegonde van Voorne. Zij is een dochter van Hendrik Heer van Voorne en Catharina van Peteghem- Cysoing.
Hillegonde is overleden op 5 april 1302. Zij was weduwe van Costijn van Renesse.
Kinderen van Willem en Margriet:
Willem Margarietensone.
(Bastaard) verwekt bij Margriet een dochter van Daniel III van der Merwede (ridder), vermeld 1243 en 1252 overl. na 3-7-1266) Willem kreeg in 1283 van zijn vader een leenbezit te Houweningen en Barendrecht; leefde nog in 1317, op 17 september 1317 beleent Didderic Heer van Brederode zijn broer Willem ver Mergrietensoene met alle tienden die hij (Didderic) heeft in het ambacht alsmede met een deel in Werkendam te versterven op Willems oudste wettige zoon of bij ontstentenis van het mannelijk geslacht op zijn oudste wettige dochter, dan wel hun nakomelingen.
Theodoricus
(bastaard) kreeg in 1297 kleding van de graaf (Ned.Leeuw 1926 bl. 238)
Floris de Scoten van Adrichem.
Kinderen van Willem Heer en Hillegonde:
Dirk II van Brederode.
Rikairde van Brederode. Vermeld op 1-5-1303 als non te Rijnsburg.
Alverade van Coudekerke, huwde met Dirk I van Poelgeest.
Aleit Uter Wike.
Elizabeth van Brederode.
The data shown has no sources.