get. Joanna Lucas Bukentop
Joannes van Weirdenburg
(1) He is married to Arnolda alias Artie Gerrits van Teeffelen alias van Tefele.
Permission for the marriage has been obtained in Lith on June 15, 1726.Source 3
They got married on June 30, 1726 at Lith.Source 3Beiden niet eerder getrouwd en van en wonende te Lithoijen.They were married in church on June 30, 1726 at Lithoijen.Source 4
get: Peter Ger. van Teeffelen en Margereta Ger. van Teeffelen
Child(ren):
(2) He is married to Jacoba van Hees.
They got married before 1748.
Child(ren):
(3) He is married to Wilhelmina alias Mentje Driessen alias Ariessen alias Aarts.
They got married before 1753.
Child(ren):
- R.A. Lithoijen 28, 13-04-1694, p. 107: Voor Nicolaes de Leeuw stadhouder, Nicolaes Marcelis Coolen president en Jan Peterss de Groot, schepenen in Lithoijen, is verschenen Lijsken weduwe Leendert Leenders. Zij heeft getransporteert aen Frederick Jacobs van Werdenburg seeckere beleenbrieff van eenen mergen landts in de langbremde onder Lithoijen, soo en gelijck Heijlken weduwe Hanrick Beecken die aen haer gecedeert hadde voor schepenen van Lithoijen d.d. 27-6-1690, ende daer te vorens in belendinge vercregen door Hanrick Beecken van Jan Cling vuijt crachte van procuratie breder blijckende bijde vestbrieff daer van gemaeckt 12-2-1676.
den 40en penn. hier van beloopt eenen gulden 5 stuijvers sijnde den coop 50 gulden is betaelt en prothocolleren.
Akte doorgehaald.
IN MARGE: compareert voor schepenen des dorps ende dinckbanke van Littoijen Frederik van Weerdenburch, de welcke verclaert trecht van tneffens staende landt in dese actie geexpresseert en so het hem bij dese aengecoomen is te renuntieeren ende over tegen en aen Antonij Cling ende Leendert Geurts vander Linden als in heuwelijck hebbende Marija Jan Cling om in gevolge de voorgaende brieve daer meede te doen so teraeden, en consenteert der halve in cassatie deser vermits sijn uijtgeslaegen penn: bekent bij dese ontfangen en door de boven staende Antonij en Leendert gerestitueert en betaelt te hebben. Actum Littoijen den 20-7-1726.
- R.A. Lithoijen 28, 10-3-1700; 8-2-1703, p. 162: Fredrick van Werdenburch
- RAL 68, 03-03-1705, 53-55: Verdeling van de nalatenschap onder de erfgenamen van wijlen Magriet, weduwe van Herbert Peeterssen.
1 - Jantie, dochter van Herbert Peeterssen, gehuwd met Jan Pauwelsen Naijkens, met momboor Coenraet van Liende: 1 akker op de Littoijer Ackeren van 6,5 hond.
2 - Aert Herberts: het huis met zijn gerechtigheid aan de Bandijk te Lith, met een rente van 40 gulden aan Spijcken Gasthuijs; de helft van een derde deel in het Bogartie binnendijks aan het einde van den Zeijlweert.
3 - Jan Herbert Peeters: onder Lithoijen genoemd op den Heuvel, of Eng 3,5 hond (naast onder anderen Frederick van Weerdenburgh [Magriets zoon bij haar eerste man Jacob van Weerdenburg]; 1 morgen in de Engwijckse Hoeve, met een last van 50 gulden aan Frederick van Weerdenburgh.
4 - Jan Claes Clingh, namens een kind verwekt bij wijlen Peeternel Herberts: een halve morgen lands in de Zeijlweert onder Lithoijen; de helft van een derde deel in het Bogaertie binnendijks aan het einde.
- RA Lithoijen 7324.28, f. 157, p. 202-203, 10-12-1705: Jan Herberts verkoopt aan Frederick Jacobs van Werdenburgh zijn zwager broeder 3,5 hond lands in Lithoijen genoemd den Heuvel.
- R.A. Lithoijen 59, 13-05-1718, p. 66-67: Jan Crijnen van Geffen en Fredrick van Weerdenbeurgh, gewezen borgemeesteren van het jaar 1707.
- R.A. Lithoijen 30, 26-02-1719, p. 103-106 en p. 107-110: Mr Hendrick van Maeren en Fredrick van Waerdenbeurgh, kerkmeesters te Lithoijen, in een machtiging van het dorpsbestuur aan de president van de schepenbank.
- R.A. Lithoijen 30, 20-12-1719, p. 134-135: Idem. Een staand kruis als merk van Fredrick.
- R.A. Lithoijen 30, 10-05-1720, p. 160-162: Idem, met Mr. Hendrick van Maren en Fredrick Jacops van Weerdenbeurgh. Alle leden van het dorp en de dingbank zijn schuldenaren aan de kerkmeesters van de kerk te Lithoijen een bedrag van 800 gulden tegen 4% interest. Een staand kruis als merk van Fredrick.
- RAL 71, 24-12-1725: Frederik Jacobs van Weerdenburgh plaatsaanduiding.
- RAL 71, 6 februari 1726, foto's 4588-4589: Fredrik van Weerdenburgh en Antonij van Roosmalen, momboiren over de zes onmondige kinderen van wijlen Aert Herpers en Henderske Wouter Smits hebben de roerende goederen publiek verkocht en de penningen daarvan uitgegeven aan verschillende schulden. Zij zijn niet in staat de resterende schulden te betalen en vragen toestemming tot verkoop van een huis met erf of van een stuk grond, waarmee de schulden zouden kunnen worden voldaan. Op advies van de naaste vrienden van de onmondige kinderen verlenen drossaard en schepenen toestemming voor de verkoop.
- RAL 71, 28 februari 1726, foto's 4590-4591: Fredrik van Werdenburgh en Antonij van Roosmalen als momboiren over de onmondige kinderen van Aart Herpers en Henderske Wouter Smits verkopen een huis en hof aan de Bandijk.
- RAL 71, 28 februari 1726, foto 4592: Gerrit, zoon van Peeter Janse van Heck, belooft ter zake van de koop van een huis, erf en hof te betalen 260 gulden aan Frederik Jacobs van Waardenborgh en Antonij van Roosmalen als momboiren van de onmondige kinderen van wijlen Aart Herbers en Henderske Wouter Smits.
Marge verso: 21 mei 1735: Frederik Jacobs van Weerdenburgh heeft 50 gulden met interest ontvangen in mindering op de schuld.
Marge recto boven: 16 maart 1727: Frederik Jacobs van Weerdenburgh heeft in mindering op de schuld ontvangen 60 gulden.
Marge recto onder: 20 december 1745: het restant is geheel afgelost.
- R.A. Lithoijen 60, 20-08-1728, p. 44-45 (oud 48-49): Op verzoek van Ffrederick van Werdenborgh hebben de schepenen in het weideveld den Polder de graaf naast de kant van Willem Brodden Hanrixken bezichtigd en bevonden dat deze sloot ‘onheimbaar’ is en gegraven moet worden. In gebreke zijn bevonden het land van de armen en Willem Brodden, het land van de kinderen of erfgenamen van Geret van Lent, mr. Willem van Goor en het land van de schoutin De Leuw. De sloot die zij bevoegd zijn te graven naast Willem Brodde is geheel ‘onheimbaar’. De gebrekigen worden door de schepenen verordonneerd de onkosten te bedragen aan Frederik van Werdenborgh om hem kost- en schadeloos te houden. Er moet worden gegraven binnen 3 maal 24 uren op straffe van verdere kosten.
Marge: de onkosten zijn samen 3 gulden, 17 stuivers en 8 penningen.
- RAL 71, 28-10-1728: Fredrick Jacops van Werdenburg plaatsaanduiding.
- RA Lithoijen 52, p. 21-32, 26-02-1739 (1737-1763, 1765; protocol, testament, scheiding, boedel): Erfscheiding tussen de kinderen van Frederik van Weerdenburg en Willemke Hoepe, overleden.
1. Hermen van Teefelen, man en momboor van Willemijntje Frederiks van Weerdenburg: huis; ‘car schuerke’; 1,5 hond met het houtgewas “den Heuvel”; 1 hond teulands op den Eng, met houtgewas.
2. Jan Frederiks van Weerdenburg: hof teulands “den Heuvel”van 3,5 hond, met houtgewas; een ‘tsijns’ van 3 stuivers en 8 penningen aan het kantoor van de heer Buighaagel te ’s-Hertogenbosch; een halve morgen “den Poolast”; 1 hond in Jans van Maggeren Camp.
3. Crist van Gemonde, man en momboor van Maria Frederiks van Weerdenburg: 1 morgen in den Orden Heuvel; 2 hond in Sterren Hoeff; 3,75 hond in den Blok; 1 hond in het Wieken; het Paske of houtgeas aan of in den Ronden Wiel.
4. Willem van Geffen den Jongen, man en momboor van Cornelia Frederiks van Weerdenburg: 1 morgen te Lith in de Engwijkse Hoeve; 2,5 hond de Elsbergen; 2 hond op de Akkeren; 0,5 morgen broeklands in Spaapenhoeff.
In totaal een huis, een schuurtje en bijna 6 hectare lands.