She is married to Klaas Roodermont.
inschrijvingsdatum:19-01-1742
naam bruidegom:Roodermont, Klaas
naam bruid:Rumtink, Metje Jansz
bronverwijzing:DTB 585, p.101
opmerkingen:Huwelijksintekeningen van de KERK.
Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van Amsterdam (retroacta van de Burgerlijke Stand)
Ondertrouwregister: NL-SAA-26131579
Their notice of marriage was on January 19, 1742 in AmsterdamAmsterdam.
Child(ren):
Meppel, doopboek (1672-1735; DTB 85), 16 april 1710, pagina 119
Gedoopt: Metjen, dochter van Jan Baerents Runting.
ingeschrevene: Roodermond, Klaas
ingeschrevene: Runtink, Metje
datum begrafenis: 25-06-1789
begraafplaats: Oude Zijds Kapel
relatieinformatie: Weduwe / Geb.
Archief van de Burgerlijke Stand: doop-, trouw- en begraafboeken van Amsterdam (retroacta van de Burgerlijke Stand)
Begraafregisters voor 1811: NL-SAA-9260828
Claas is verschillende keren in staat, een huis te kopen.
In 1748 koopt hij twee achterhuizen en erven, recht tegenover elkaar gelegen in de Buiten Dommerstraat, voor f 1000:-.
In 1752 een huis en erf aan de noordwestzijde van de Dommerstraat, achter het hoekhuisvan de Houttuinen, voor f 845:-.
In 1754 een huis en erf met een wal van 50 voet ervoor op het Prinseneiland aan de oostzijde, het zuidelijkste huis van De Drie Prinsen, voor f 2200:-.
In 1758 een huis, pakhuis en erf alsmede een loods op een vrije wal in de Haarlemmer Houttuinen, het derde huis bewesten de Buiten Oranjestraat, voor f 3000:-. Hier gaat hij met zijn gezin wonen.
Tenslotte koopt hij in 1761 nog een huis en erf in de Buiten Dommerstraat in de Jeroenengang voor f 330,-.
[bron: KwS 122-320; 126-28v; 128-310; 132-204v; 135-352.]
Na Claas’ dood neemt Metje de zaak over. In 1771 neemt ze drie knechten aan; bovendien komt zoon Hendrik in het kuipersbedrijf werken. Ook in de periode daarna neemt ze nog knechten aan.
Ze krijgt op enig moment als weduwe van een Gildelid ook steun uit de Gildekas. Kennelijk is haar te veel gegeven, want wanneer er na haar overlijden een boedelinventaris wordt opgemaakt, staat daar in de kantlijn te lezen "wijders dient pro memorie dat door overlieden van ’t kuipersgilde alhier voor restitutie van alimentatie wordt gevorderd f 600:-".
[bron: Gildeboeken 366-895]
Op 17 juni 1768 laten Claas en Metje een mutueel testament opmaken bij notaris Abraham Coijmans. Er staat vermeldt dat ze onder f 2000:- gegoed zijn, maar dat mag met een korreltje zout worden genomen; de waarde van de panden is kennelijk niet meegeteld, evenmin als de waarde van huisraad, sieraden enz...Als executeurs-testamentair worden Claas’broers Hendrik en Dirk benoemd. Ze laten precies beschrijven, welk aangekocht pand voor wie bestemd is, met inachtneming van onderlinge verrekening van de verschillen in waarde van de panden. Uiteraard gaat alle slaatwerk (gereedschap), hoepels en werkhout naar Hendrik, evenals zijn vaders sieraden. Metje’s sieraden zijn voor haar dochters.
[bron: Notarisarchieven 5075-12092; -12050; -12101]
24-11-1776: In november 1776 leent Metje f 1000:- van Augustinus van Rumpt; haar dochters Cornelia en Catharina met hun echtgenoten staan borg, de huizen die Claas ooit kocht zijn onderpand.
[bron: schepenenkennisse 5063-130]
30-11-1776: Zoon Hendrik blijft tot aan zijn huwelijk bij Metje wonen. Daarover hebben ze samen een zakelijke afspraak gemaakt, want Metje laat een "akte van kwitantie" opmaken bij notaris Coijmans:
"te kennen gevende, dat haar comparant en soon Hendrik zedert de tijd van ses ą zeven jaaren bij haar comparante heeft ingewoond, onder conditie dat deselve geduurende dien tijd aan haar comparante ’sweeks voor kost en drank soude betalen twee guldens, en dan nog daarenbooven een hondert guldens per jaar, voor huur van haar comparantes woon- en pakhuijs en de solder boven de Loots op de Wal, dog dat deselve haar soon in ’t laatst van de maand april laatstleden , is komen te trouwen, als wanneer sij comparante metterwoon uit haar voornoemde huijs is gegaan, en ’t selve in huur aan gedachte haar soon heeft overgelaaten, soo verklaart sij comparante als nu bij deesen opdat sulks ten allen tijden sou konnen blijken, dat deese haar soon tot haar genoegen de voornoemde somma van twee guldens per week aan haar comparante heeft voldaan en betaalt, en dat wel tot den 20 April 1776 toe alsmede dat deselve de huur van ’t voornoemde woon- en pakhuijs en gedagte solder ą eenhondert guldens per jaar, tot op Meij laatstleden, meede aan haar comparante ten vollen heeft betaalt, volgens quitantie door haar comparante op de huurcedul geteekent, soo verklaart comparante deselve haar soon Hendrik Roodermont als nu nog bij deesen soo ter saaken van ’t voornoemde kostgelt, als huuren van woon- en pakhuijs en de solder boven de loots ten vollen en sonder eenige reserve te quiteren tot dato als vooren toe met belofte van vrijwaaring en onder verband als na regten".
[bron: Notarisarchieven 5075-12092-520]
Metje verstrekt in 1779 een lening aan schoonzoon Willem Cramer, de echtgenoot van Catharina Roodermont.
Vermoedelijk heeft zij hiervoor zelf geld moeten lenen...
Metje’s dochter Gesina en haar man, Frans Hallie, doen het voorwerk bij het opmaken van haar boedel. De complete boedelinventaris wordt op 5 juli 1789 bij notaris Jonathan Baak gepasseerd. Er zijn gigantisch veel spullen, in kasten en kastjes, keuken, kamers, vliering. De lijst beslaat zo’n 10 pagina’s...Veel zaken zijn wellicht niet van zoveel waarde, maar enkele van de hierna te noemen dingen ongetwijfeld wel:
- drie gecouleurde chinese beelden
- 1 japanse kwispedoor
- kwartiermeestershoorn met ketting
- héél erg veel porselein (waaronder bijna 400 kopjes, ruim 300 schoteltjes..)
- zilveren theestel, veel zilveren theebusjes
- 12-delig zilveren bestek
- verschillende zijden jurken, een oostindische boezelaar
- een gouden ketting, twee gouden ringen met diamanten, oorbellen met diamanten, enig goud bezet met granaten
- cornalijne kralen
Maar ook:
- een speeltafeltje (zou Claas van kaarten hebben gehouden?)
- een poppenwagen, poppengoed
Ook is in de boedelbeschrijving opgenomen, hoeveel jaarhuur de verschillende panden tot dan toe opbrachten:
onroerend goed in de Haarlemmer Houttuinen:
-huis, pakhuis en zolder van de loods f 380:-
-loods f 100:-
-bovenste voorkamer f 50:-
-bovenste achterkamer f 34:-
-onderste voorkamer f 50:-
-onderste achterkamer f 42:-
huis op ’t Prinseneiland:
-onderhuis f 55:-
-achterkamer f 40:-
-voorkamer f 30:-
-wal f 35:-
achterhuizen Buiten Dommerstraat:
-’t ene f 57:-
-’t andere f 45:-
huis Haarlemmerdwarsstraat:
-huis f 76:-
-kelder f 38:-
huis in Jeroenengang: f 45:-
Verder wordt bij de lasten verwezen naar een "schepenenkennnisse" van november 1778; er moet nog f 1000,- worden betaald aan ene Augustinus van Rumpt. Heeft zij dat geld geleend, om het vervolgens aan haar dochter Catharina en haar man, Willem Cramer, te kunnen uitlenen?
Tenslotte is er een opsomming van de feitelijke begrafeniskosten; die blijken meer dan f 215:- te bedragen.
[bron: Notarisarchieven 5075-17376 en Schepenenkennisse 5063-130]
23-09-1789: Vóór de erfenis wordt afgehandeld, wordt er een "akte van conventie" opgemaakt.Er zijn nl familietroebelen, veroorzaakt door Willem Cramer...
Deze akte begint uiteraard met een complete opsomming van het eerdere testament, de obligatie aan Willem Cramer, de onderhandse disposities, de vermelding dat elk kind bij huwelijk f 275:- had gekregen, en de namen van de executeurs-testamentair. Daarna een interessante passage: "...mitsgaders naar gedaan onderzoek op den staat des gemeenen boedels van de zoėven genoemde Claas Roodermont en Metje Runtinck hebben geoordeeld tot vermijding van kosten hun meeste interest te zijn denselven boedel simpel te aanvaarden en voor zoverre er uit hoofde van het voormelde testament en onderhandsche disposities eenige bedenkingen mogten ontstaan, dezelve met elkandere tot voorkoming van andersints daar ligtelijk te ontstane langwijlige en kostbare procedures in der minne te reguleeren en alzo derzelve boedel edoch ten respecte cmparanten voogden niet anders dan onder approbatie van de Edele Achtbare Heere Schepene deezer Stad als oppervoogden tussen elkandere...".
De weduwnaars Jan Koghee (van Cornelia), Willem Cramer (van Catharina) zetten hun handtekening, evenals zoon Hendrik, dochter Gesina en haar man Frans Hallie.
[bron: Notarisarchieven 5075-17376]
Op 23 maart 1790 passeert de "akte van scheiding waarbij verdeeld wordt beneden f 1200:-".
De erfgenamen zijn de drie nog in leven zijnde kinderen van Cornelia en haar man Jan Koghee: Metje, Jan jr en Catharina; vervolgens de nog in leven zijnde kinderen van Catharina en haar man Willem Cramer: Willem en Claas; zoon Hendrik, en dochter Gesina - met haar man, Frans Hallie - .
De panden die naar Catharina zouden gaan, zijn verkocht, ter voldoening van Willem’s schuld aan Metje. Ook zijn alle sieraden van Claas en Metje verkocht, evenals alle meubilaire en andere goederen, ter voldoening van de schulden (Gilde, Schepenenkennisse) en de begraafkosten. Ontvangen is in totaal een bedrag van f 3338:3:2, aan uitgaven stond daar f 3154:4:2 tegenover. Resteerde minder dan f 1200 om te verdelen...
[bron: Notarisarchieven 5075-17377]
(bron: Marijke Kuijper)
The data shown has no sources.