She is married to Adriaen Mathijs Jan Thijs van den Nyeuwenhuysen.
They got married
Heylwich Ghysbrechts van den Nyeuwenhuysen trouwde met Adriaen Mathijsse van den Nyeuwenhuysen, schepen van Diessen, overleden in 1586. Onder hun drie kinderen:
1, Ycken Adriaen Thijssen van den Nieuwenhuysen trouwde met Andries Michielssen van den Nyeuwenhuysen (1549-1640), gezworen, schepen, raadsman, deken van het Sakramentsgilde, roedrager van het kapittel van Hilvarenbeek, woonachtig aldaar in de Koestraat. Zij hadden twee kinderen:
a. Mr Michiel Andriessen van den Nieuwenhuysen 50 studeerde te Leuven en Parijs, werd priester en vestigde zich in de Koestraat te Hilvarenbeek. Hij was vice-dekaan van het kapittel aldaar. Tijdens de retorsieperiode, toen de pastoor naar Antwerpen was gevlucht, celebreerde hij missen in zijn woonhuis. Later nam ook hij de wijk, hij werd biechtvader van de franciskanessen Achter de Tolbrug te ´s-Hertogenbosch. Bij hen is hij op 27 oktober 1640 gestorven.
b. Adriaen Andries Michielssen van den Nieuwenhuysen (j 1622) trouwde in 1610 met Neeltgen Joris van Baerle (f 1618) en werd vader van een zoon en een dochter, Anneken, die trouwde met Jan van Trier en mr Lambrecht Verrijt. De zoon was:
aa. Andries van den Nieuwenhuysen is op 20 april 1614 te Hilvarenbeek gedoopt, studeerde te Leuven en werd priester. Met zijn oom Michiel ruilde hij een Hilvarenbeeks altaar tegen een prebende in het kapittel. Hij woonde in de Koestraat en volgde ook zijn oom, toen hij verhuisde naar het klooster Achter de Tolbrug te ´s-Hertogenbosch. Hij hield zijn stamboom goed bij, had in huis genealogieën van Heylwich van den Nyeuwenhuysen (stichtster van een groot kindertehuis te Mechelen), van de familie Nouwen en van de erfgenamen van heer Ghijsel Back; aan verwanten verstrekte hij genealogische attestaties. Op 23 mei 1668 is hij te ´s-Hertogenbosch overleden. Volgens zijn testament wilde hij begraven worden in de kloosterkerk of in de kerk te Hilvarenbeek, in het laatste geval in het cruijs choor aldaer aenden snijdt sijde, neffen den sarck daer sijn vader ende moeder ende grootvader saliger begraven liggen, en dan sal aldaer geleijt worden eenen eerlijcken sarcksteen, waarop zijn naam en kwaliteit en, als zij wil, die van zijn zus zullen worden aangebracht.
50) Adriaenssen, Hilvarenbeek onder de hertog, 314, 315.
The data shown has no sources.