He is married to Aaltje Pieters Holwerda.
They got married on May 17, 1879 at Wetdongeradeel, he was 27 years old.
Zeven maart 1883 gingen er vier Jongens langs het strand van Schiermonnikoog om te zien wat er na de zeer zware storm van de vorige dag, die de dijken langs de kust had gebeukt en de zee tot een hel van water had gemaakt, was aangespoeld. De oogst voor de jutters was de moeite waard, die dag, maar de meest sensationele vondst van deze knapen was een compleet schip, een vissersvaartuig, dat ondersteboven op het strand lag. Ze klommen er op en gingen op de kiel zitten om het er eens over te hebben wat ze met de vondst konden doen. Maar op die vraag hebben ze nooit een antwoord gevonden, want zij zaten nog maar nauwelijks, toen ze hoorden kloppen in het schip. Het spookt hier", zei de een. Je bent niet wijs", was de repliek. Hoe kan er dan geklopt worden . verklaarde de derde en de andere zei wijs: Als er geklopt wordt moet er leven zijn en dan zitten er nog mensen in dit schip". En die bewering was juist. Want, nadat de Jongens in het dorp hulp hadden gehaald en nadat men een gat in de buik van het schip had gehakt, haalde men een uitgeputte visserman te voorschijn. Het was Gerben Gooitzens Basteleur uit het vissersdorp Moddergat aan de Friese kust
Gerben Basteleur had bijna een etmaal in zijn omgeslagen blazer op zee rondgedreven en zijn wonderbaarlijke redding leeft voort tot de dag van vandaag, want Gerben Basteleur was de enige overlevende van alle schepen van de vissersvloot van Peasens en Moddergat, die op 6 maart 1883 in een orkaan vergingen. De ondergang van die vloot wordt nu, 75 jaar na dato, weer opnieuw actueel. Op 6 maart wordt er namelijk op de zeedijk bij Moddergat een uit bazaltblokken opgetrokken monument met een tekst van de Friese dichter D. A. Tamminga onthuld, dat de herinnering aan deze ramp levend zal houden en een blijvende herinnering zal vormen aan Gerben Basteleur en de 83 vissers van Peasens en Moddergat, die 75 jaar geleden het leven verloren, die vijftig weduwen en 150 halve wezen nalieten, waarnaar van officiële zijde niet werd omgekeken.
De ramp kwam als een donderslag bij heldere hemel. In de ochtend van de vijfde maart lagen de 22 schepen van deze vloot op de rede van Peasens, omstreeks twee kilometer uit de kust. De vissers zouden voor het eerst na de winter weer uitvaren en het was daar in die twee kleine dorpjes een drukte van belang. ledereen was druk in de weer, de bemanningsleden met het doen van inkopen, de bakkers en slagers met de aanvoer van proviand. Op de zeedijk namen de mannen afscheid van vrouwen en kinderen en met pramen werden zij naar hun schepen gebracht. Voor 83 van de 105 vissers was dit hun laatste afscheid en het begin van hun laatste reis.
.
Het was mooi weer, maar er hing een dreiging in de lucht. Tegen de avond, toen de schepen nog maar nauwelijks benoorden Schiermonnikoog waren, stak er een felle noordwester op, feller dan die de oudsten onder de vissers ooit hadden beleefd, en die oudsten wisten van wanten, want zij waren al over de zeventig en ze voeren met hun zoons en kleinzoons van soms nauwelijks twaalf jaar op de aken en blazers. De mannen hadden al bange uren beleefd, toen de storm in de ochtend van de zesde maart een hoogtepunt bereikte en zeventien van de tweeëntwintig schepen vernielde. De boten werden soms finaal omgekiept door de grondzeeën en de bemanningsleden verdronken jammerlijk. Zo ging het ook met het schip van Gerben Basteleur, terwijl hij juist in het vooronder was. Dat feit redde hem, want het schip bleef ondersteboven drijven en Gerben wist zijn zinnen bij elkaar te houden tot het schip op het strand van Schiermonnikoog werd geslagen. In 1905 is Basteleur overleden, 52 jaar oud. Hij was de enige overlevende van de bemanningen der vergane schepen. Van de 83 omgekomen vissers spoelden later slechts van veertien het stoffelijk overschot aan. En wat men voor de nabestaanden deed was een armzalig schimmetje van de hulpacties, zoals wij die na de ramp van 1953 hebben gezien. Er kwam een provinciaal comité, dat een ton bijeenbracht. Maar dat was alles en het was niet voldoende om de nood te lenigen. Het rijk deed niets, de provincie zelf deed niets en de gemeente ook niet. Het is nu burgemeester A. E. Hoving van Westdongeradeel, die het initiatief heeft genomen tot de stichting van dit monument, dat een herinnering is aan een ramp, aan een wonderbare redding en aan het einde van de bloeitijd van de visserij vanuit de dorpjes Peasens en Moddergat, die nu vergeten en vereenzaamd weggedoken liggen achter de zeedijk.
[ De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad 20 februari 1958]
ongetwijfeld voer Gerben op de WL02, met zijn vader Gooitzen Jans en zijn broer Jan Gooitzens
Gerben Gooitzens Basteleur | ||||||||||||||||||
1879 | ||||||||||||||||||
Aaltje Pieters Holwerda |