Jacob Sijbrands Bakker, 1802-1863, van 1828 tot 1830 leraar bij de doopsgezinde gemeente Woudsend en van 1830 tot 1863 op Terschelling.
In het dagboek van ds. Foeke Wigles Gorter staat een bijzonder verhaal over een jongeman, zoon van een zeekapitein te Ameland, die graag doopsgezind leraar wilde worden. Zijn ouders wilden dat niet en stonden erop, dat hij zeeman werd. Na lange tijd kregen de ouders bericht, dat zich op dat schip een jongeman had opgehangen. Zij hadden al langere tijd niets meer van hun zoon gehoord en dachten, dat hij het was. Hun zoon kreeg echter ernstige problemen met zijn been, vermoedelijk door een slangenbeet. Zijn toestand verergerde zich en men wilde zijn been gaan afzetten. De jongen weigerde dit echter, want hij wilde liever sterven dan dat zijn been werd geamputeerd. Die nacht vroeg hij in een gebed aan God om hem te genezen. Als dat zou gebeuren, wilde hij doopsgezind leraar worden. De volgende morgen verwijderde men de ontsteking van zijn been. Hij genas voorspoedig. Zijn ouders hadden juist besloten om zich niet langer meer te verzetten tegen de vurige wens van hun zoon. Hij werd opgeleid door ds. Dirk Anskes Koopmans en ds. Barend Rusburg. Op 26 juni 1828 werd Jacob Sijbrands Bakker te Amsterdam bevoegd verklaard als predikant.
He is married to Grietje Siebes Visser.
They got married on February 24, 1826 at Ameland, he was 23 years old.Source 1
Jacob Sijbrands Bakker | ||||||||||
1826 | ||||||||||
Grietje Siebes Visser |