de Jonge; Het Neerlandsch Koffiehuis
No. 15
Zooals hierna zal worden vermeld bestaat dit huis uit drie huizen, waarvan het hoekhuis aan de Markt heette het
423
Wit Lavoir en de daarachter in de Kolperstraat (oudtijds de Korte Kolperstraat geheeten) staande huizen In den Witten diamant of St. Franciscus en de Wit voet genaamd werden.
Omstreeks het jaar 1600 behoorde het huis het Wit Lavoir aan Roeland Aertszn Toelinck (of Tholinck) als man van Anneken, dochter van den chirurgyn Jan Voss, zoon van Andries Gijselbertszn Vos 1), die in 1544 barbier was in een huis Achter het verguld harnas; van hem erfde het voor de eene helft zijne dochter Jenneken, de echtgenoote van Jan van Niel Quirijnszn en voor de andere helft zijne dochter Elisabeth, huisvrouw van Frans, den zoon van Joost Corstens, die 16 April 1632 die wederhelft verkocht aan genoemden Jan van Niel (Reg. n° 371 f. 499); dit huis heette toen reeds het Wit Lavoir en werd alstoen gezegd te staan tusschen het huis der wed. en kinderen van den apotheker Maarten van Werimont ex uno en de Kolperstraat ex alio en zich achterwaarts uit te strekken tot aan het huis In den Gulden Diamant.
Meergenoemd Jan van Niel zal het huis het Wit lavoir hebben verhuurd; zoo waren dan daarin in 1639 gevestigd de boekwinkel en drukkerij van den stadsdrukker Jan van Dockum, over wien men zie Taxandria XVI p. 20 en vlgd.; diens grootvader van vaderszijde was Jan van Dockum, die in 1618 reeds was overleden en van zijne vrouw Jenneken, dochter van Dierck van Os, (den zoon van Lambert Corstiaenszn) en Magdalena Sanders een eenigen zoon Carel van Dockum had, welke in laatstgemeld jaar nog minderjarig was (Reg. n° 343 f. 234); deze Carel van Dockum werd bode van den Bosch op Amsterdam en had van zijne vrouw Anneken Tregels Jansdr (Reg. n° 370 f. 579 vso) behalve eene dochter Berber, die huwde met Nicolaas de Vlieger, een zoon Jan van Dockum, zijnde de voornoemde stadsdrukker 2), alsmede een zoon Izaak
424
van Dockum, die zijnen vader opvolgde als gezworen bode van den Bosch op Amsterdam en huwde met Jacomina 3), dochter van Jacob Henrickszn van Oudenhoven junior en Willemken Want Willemsdr; in het jaar 1670 deed Jacob van Oudenhoven bij haar 4), die toen reeds weduwe was, zijne Nieuwe en vermeerderde beschrijving van den Bosch het licht zien.
In 1644 was in het Wit lavoir eene apotheek gevestigd. Elsken, gewezen dienstbode van den kapitein Douglas, liet er toen vergift koopen, waarmede zij zich het leven benam; wegens dien zelfmoord is daarop op last van Schepenen van den Bosch haar lijk, dat reeds naar het lijkenhuisje der Bossche St. Janskerk was vervoerd, op eene horde gesleept naar de galg op de Vughterheide en toen daaronder begraven, vermits sy haer selve seer grouwelijck ende onmenschelijck vermoort hadde. (Onuitgegeven Kronijk van den Bosch.)
Anna van Niel, inwoonster van den Bosch, dochter van Jan van Niel Quirijnszn en Jenneken Toelinck of Tholinck, erfde de helft in het huis het Wit lavoir en in het daarbij aangekocht huis St. Franciscus van hare moeder. Zij schonk in 1693 (Reg. n° 482 f. 195) die helft aan de kinderen van hare moeizegster Johanna van Niel, (dochter van Johan den jonge, koopman en Maria Nieuhoff), welke geboren waren uit het huwelijk van die nicht met Govert van Ceulen.
Genoemde van Ceulen werd in datzelfde jaar eigenaar van de wederhelft van laatstbedoelde huizen door ze aan te koopen (Reg. n° 481 f. 29) van den Bosschen wijnkooper Jacobus Minten, welke die helft betrouwd had met Wilhelmina Elisabeth van Bree, die ze weder geërfd had van hare ouders Dirck van Bree en Elisabeth van Niel, dochter van Jan en Jenneken Toelinck of Tholinck meergenoemd.
Den 4 Juni 1745 waren die heide huizen, het Wit lavoir en St. Franciscus nl., reeds tot één huis samengevoegd, zooals
425
blijkt uit eene Bosche schepenakte van dien datum, waarbij dat huis werd in beslag genomen ten laste der kinderen en erfgenamen van de weduwe van Govert van Ceulen meergenoemd. Daniel Jannette, die bij de gerechtelijke uitwinning van dat samengevoegd huis daarvan op 4 September 1745 kooper was geworden, verkocht het 7 Juli 1749 (Reg. n° 569 f. 94 vso) aan Guillaume Simonis, koopman te den Bosch; het werd toen gezegd te zijn: het huis het Wit lavoir met het daarmede samen gebouwd en daarachter staand huis St. Franciscus. Genoemde Simonis en zijne vrouw Elisabeth Christophels verkochten het Wit lavoir met het daaraan annex huis St. Franciscus 10 December 1753 (Reg. n° 575 f. 240 vso) aan Francis Bakkers, woonachtig te den Bosch, die het 19 Maart 1778 (Reg. n° 585 f. 176) weder verkocht aan Diederik Huygens, oud-schepen en raad van den Bosch; deze verkocht het op zijne beurt 1 December 1781 (Reg. n° 601 f. 61 vso) aan Joan Abraham van der Voort, oud-gouverneur van Amboina.
He is married to Maria van Nieuhoff.
They got married on December 9, 1657 at 's-Hertogenbosch, Noord-Brabant, Nederland.
Child(ren):
The data shown has no sources.