getuigen: de vader en de moeder
Plaats: in de Nieuwe Waalse Kerk door pastor Jean Thomas Griot, bron 135 p. 630 (oud pag. 622; folio 311v) nr. 1
Plaats: bron GAA BS-O 2/145v
Witness: Paulus Jeremias du Corbier
(1) He is married to Maria Elisabeth Hendriks.
They got married on April 7, 1819 at Amsterdam, Noord-Holland, Nederland , he was 22 years old.
Witness: Jean Paul Jérémie du Corbier
Child(ren):
(2) He is married to Trijntje de Noe.
They got married on November 3, 1824 at Amsterdam, Noord-Holland, Nederland , he was 27 years old.
Child(ren):
(3) He is married to Jannetje Jacobs.
They got married on August 30, 1837 at Amsterdam, Noord-Holland, Nederland , he was 40 years old.
Paul Jeremie is de eerste die het vak van vergulder uitoefent. Een collega van hem, Jan Groeneveld, woonde op de Singel, zoals de volgende illustratie laat zien, die een goede sfeertekening van de tijd geeft.
Het vak van vergulder in de 15e eeuw
Het vergulden vereiste een grote vaardigheid van de vergulder en werd in de grotere werkplaatsen dikwijls toevertrouwd aan een specialist. Er waren twee technieken in gebruik: namelijk met water en met beits. Bij de meer gebruikelijke watertechniek werd bladgoud op een onderlaag van bolus gelegd. Bolus is een dikke klei-achtige massa die met wat lijm is vermengd en over de te vergulden plekken wordt aangebracht. Hierop wordt het bladgoud gelegd met behulp van een verguldpenseel. Dit is een borstel van eekhoornhaar, waarmee men door statische elektriciteit het bladgoud oppakt en op zijn plaats brengt. Deze methode is nu nog steeds in gebruik. De bolus blijft een beetje vochtig waardoor het bladgoud meteen goed hecht.
De natuurlijke kleur van de bolus bepaalde sterk het eindeffect en kon variëren van wit via geel en oranje tot diep rood. Rode bolus kwam het meeste voor in de 15de eeuw en gaf aan het gepolijste goud een warme gloed. De beitstechniek werd voornamelijk om technische redenen gebruikt, als het goud niet kon worden gepolijst vanwege het oneffen oppervlak of op fijn uitgesneden delen als haren of het maaswerk van altaarstukken. Het goud werd met een soort goudlijmwater - een mengsel van olie of lijm -opgebracht.
De schilder-vergulder kon een heel scala van decoratieve technieken toepassen op de vergulde delen van het beeldhouwwerk om het kleurrijker en luxueuzer te maken. Hij kon bijvoorbeeld heldere glaceringen op het gepolijste goud aanbrengen of wat ook veel gedaan werd, sgraffito toepassen, een techniek waarin het goud werd overgeschilderd en dan weer tevoorschijn gehaald door zorgvuldig wegschrapen van de verf. Hierdoor ontstonden ornamenten die van eenvoudig tot zeer ingewikkeld gingen.
bron: Cultuurnetwerk.nl
Paul Jeremie du Corbier | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) 1819 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maria Elisabeth Hendriks | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(2) 1824 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Trijntje de Noe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(3) 1837 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jannetje Jacobs |
The data shown has no sources.