She is married to Georgius (Joris) Valkenburg.
3 Georgius was ́"Tamboer in '‘t Regiment van de Hr. Luijtenant Generaal Ronph dienende in de Compagnie van de Hr. Capiteyn Valat ́. Toen in april 1747 de Franse legers weer eens de Zuidelijke Nederlanden binnen vielen werd de Compagnie waartoe Georgius behoorde gelegerd langs de toen voor het eerst in gebruik genomen Grebbelinie. Om precies te zijn heeft Georgius gelegen aan de Lambalgeerkade bij Scherpenzeel. Deze kade werd in 1745 opgericht en was in 1747 nog niet voorzien van de nodige fortificaties (deze zouden pas in de jaren ’80 van de 18e eeuw worden gebouwd). De Lambalgeerkade is ook nu nog te vinden in Scherpenzeel. Joris werd verliefd op een meisje in Scherpenzeel: Meijnsje van Ooick en besloot in Scherpenzeel te blijven. Nadat Joris van Valkenburg in Scherpenzeel ging wonen, vertrok hij uit het regiment en was hij tamboer-af. Hierna ging hij in de bouw werken. Als opperman was hij nauw betrokken bij de restauratie van de Grote Kerk in Scherpenzeel in 1758 / 1759. Joris wordt ondermeer genoemd in het boek “De geschiedenis van de Grote Kerk in Scherpenzeel”. De Lambalgeerkade in Scherpenzeel anno december 1977. Georgius was als rooms-katholiek vanuit Den Bosch naar Scherpenzeel gekomen, maar tijdens het huwelijk met Meijnsje van OJIK bleek : ”Den bruijdegom, die Roomsch Catolijk is, heeft voor ons verklaert, dat alle de kinders, die zij saems pcreeren moghte in de gereformeerde religie zouden opgevoedt en onderweesen worden”. De Capiteyn Valat gaf toestemming voor het huwelijk en als getuige trad de vader Roelof Ooick op. Joris en Meine woonden in Scherpenzeel " ́In het dorp aan het Oosteijnde" ́. Tijdens het huwelijk van Cornelia met Joris blijkt de verandering van naam naar Valkenburg(h) een feit. Bij een volgende vermelding in de boeken valt ook de ‘h’ aan het einde van de naam weg en blijft de huidige naam Valkenburg over. Op 15 september 1790 schrijft W. Lutzenburgh, Schout te Scherpenzeel, een brief naar het Hof van Gelderland waarin hij melding maakt van geruchten in het dorp. In deze geruchten wordt gesproken dat ene Hendrikje van Ginkel, door haar echtgenoot Evert Jansen verlaten, zwanger zou zijn van haar stiefgrootvader Joris van Valkenburg. Hendrikje van Ginkel moet ten overstaan van de schout en drie getuigen haar verhaal vertellen. Hendrikje van Ginkel blijkt op16 november 1783 te Scherpenzeel, 6 maanden zwanger, getrouwd te zijn met Evert (Jansz) van Houten. Hendrikje van Ginkel verklaart ten opzichte van de Schout, 44 echter nooit met Van Houten samengewoond te hebben. Een geboorte en/of doop van een kind uit dit huwelijk is trouwens niet bekend! In 1785 was Hendrikje wederom zwanger. Zij woonde toen in bij stiefvader Joris. Vervolgens zou zij, lopend onderweg naar haar vader in Veenendaal, ergens in de velden in de omgeving van Renswoude, van een kind zijn bevallen. Wat hierbij opvalt, is dat de exacte datum wordt genoemd: zondagavond 18 december 1785. Hendrikje werd door een boer uit Renswoude met de wagen terug naar Scherpenzeel gebracht en liep in Scherpenzeel ongevraagd te verkondigen dat zij nimmer zwanger was geweest! Ook wordt van een eventueel kind nooit meer wat vernomen. In de gerechtsstukken wordt gesproken over incest en kindermoord. In de briefwisseling die volgt blijkt dat de geruchten alleen maar toenemen en dat er zelfs al gesproken wordt dat Hendrikje tot driemaal toe zwanger is geweest van stief-grootvader Joris. Roddels of was er inderdaad sprake van een incestueuze verhouding? Voor zover bekend heeft er nooit een rechtszaak gediend over dit verhaal. De vraag die zich aandient is of Joris eigenlijk wel ‘’gepruimd’’ werd als katholieke zuiderling door die Gelderse boeren uit Scherpenzeel. Als Joris niet geaccepteerd werd door de Scherpenzelers kan dit een reden vormen voor roddels die over die vreemde nieuwkomer de ronde hebben gedaan. Genoemde Hendrikje van Ginkel is trouwens gedoopt te Scherpenzeel op 23 augustus 1761. Zij was een kind van Cornelis (Melchiorsz) van Ginkel en Willemijntje (Breunisse) van Essen. In het Archief van het Huis Ter Schuur Ambt Scherpenzeel wordt Joris Valkenburg in 1790 vermeld als als “boschwagter of oppasser van der houtgewassen” en krijgt hiervoor een bedrag van ruim 10 gulden betaald. In 1792 wordt Joris vermeld als oppasser in ""Memorie der Persoonen die den Jood Hartog Abrahams, gedetineerd op 24 januari 1792 's namiddags om 4 uuren, hebben bewaard, tot den 28 dito 's avonds om 8 uuren"" Op donderdag 26 januari 1792 heeft Joris op deze gedetineerde gepast en hiervoor werd hij op 11 april 1792 uitbetaald. Een bedrag wordt niet genoe
They got married on September 28, 1749 at Scherpenzeel, she was 19 years old.
Child(ren):
Georgius (Joris) van Valckenborgh was de stamvader die van '‘s-Hertogenbosch naar Scherpenzeel verhuisde. Die Scherpenzelers moesten niks hebben van die dure namen en Georgius werd dan ook in de volksmond Joris of Jores genoemd. Onder deze naam staat hij ook vermeld in de kerkelijke archieven
Meijnsje Roelofs van Ooik | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
1749 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Georgius (Joris) Valkenburg |
The data shown has no sources.