Attention: Was older than 65 years (72) when child (Pieter van Beveren) was born (??-??-1596).
Attention: Died 9 months (January 27, 1586) prior to the birth (??-??-1596) of child (Pieter van Beveren) .
He is married to Joncvr Maria Gijsbrechts Valckensdr van der Valck.
They got married on January 7, 1548 at Leerdam, he was 24 years old.
Bron: Het voorgeslacht van Ir. Adriaan Stoop (1856-1935)
1160. Cornelis VAN BEVEREN29, geb. [Schiedam] 1524, gildebroeder van het kuipersgilde te Dordrecht 1550 en commissaris tot het maken van de keuren van dat gilde 1570, kerkmeester, waterschepen 1550, grachtmeester 1550, acht 1562, deken der schutterij 1565, raad 1570,’71,’72, burgemeester 1572 (eerste gereformeerde burgemeester van Dordrecht),’73,’78,’79,’80,’81,’85,’86 en schutmeester van de Cruysboog 1577 te Dordrecht, commissaris van financiën van de prins van Oranje 1573, raad van de prins 1581, lid van de Landraad 1581, lid der vergadering van Algemene Staten te Gent 1578, alwaar de Pacificatie werd getekend, woonde te Dordrecht in h. ‘S. Eeuwoud’ in de Wijnstraat, † Dordrecht 27.1.1586, begr. (Augustijnerkerk, Queckelkapel), tr. Leerdam (huw. voorw. 7.1.) 1548
1161. Maria VAN DER VALK Gijsbrechtsdr, † Dordrecht 12.12.1576.
Maria van der Valk (?-1676) was de echtgenote van Cornelis van Beveren. Zij vormt een belangrijke schakel in de Dordtse gereformeerde gemeenschap voor 1572. In die periode vinden anti-protestantse vervolgingen plaats. Cornelis krijgt ambtshalve informatie over arrestaties van gereformeerden. Hij vertelt dit door aan Maria die de gereformeerden vervolgens helpt te ontsnappen.
Gijsbrechtsdr. van der Valk
Het Utrechts Archief / Inscriptiones van Buchel, p.278
Jonkvrou Maria van de Valk, (Dochter van de Heer Gijsbert van de Valk, Dirksz, kasteleyn, en Drossard van de Stad en Lande van Leerdam, Ackoy, enz. Hofmeester van Floris, Grave van Buren, Leerdam, enz. Ridder van den Gulden Vlieze, Stadhouder van Holland; En van Jonkvrou Maria Quekel van Wieldrecht, Dochter van de Heer Jakob Quekel van Wieldrecht, Heer van Wieldrecht, Heer-Oudelands-Ambocht ; Baillu van Zuyd-Holland, enz.)
Wieldrecht, groot hemelsbrete 1882 mergen lang, een ambachtsheerlickheit, te leen gehouden van de graven van Hollant, ende in den jaere 1414 beleent bij graef Willem, aen den heer van Sevenbergen, ende in den jaere 1453 bij Gijsbert Queeckel Gijsbertsz, als getrout hebbende joffrou Mabelia van Sevenbergen, suster van heer Aernt van Strien, heer van Sevenbergen, van welck huwelick gecomen is Hugo Queeckel van Wieldrecht, vader van Jacob Queeckel van Wieldrecht, ambachtsheer van Wieldrecht, Heer Oudelants ambacht etc., wiens suster was joffrou Maria Queeckel van Wieldrecht, moeder van joffrou Maria van Valck, huysfrou van heer Cornelis van Beveren, heer Pieterssoon, borgemeester der stadt Dordrecht. Van dit Wieldrecht hebben de descendenten van Gijsbrecht Queeckel den toenaem genomen, ende haer wapen gecarteleert, ende sijn alle gecomen van Gijsbert Queeckel Barentsz, borgermeester tot Dordrecht anno 1426. Dit leen compt jegenwoirdich aen de graeffelickheit van Hollant.
Child(ren):
The data shown has no sources.