Child(ren):
In bescheiden genoemd 1334-1367
Ook: Herbaren, genoemd 1334 – overleden te Haarlem in 1367. Ambachtsheer van de Rijnlandse ambachtsheerlijkheid Middelburg, was schepen te Haarlem en lid van de hoge vierschaar onder graaf Willem V van Holland. Herpert van Foreest werd geboren als zoon van Jan van Foreest en Aleid van Henegouwen van Avesnes. In 1334 had hij grond in leen bij Moordrecht. In 1347 volgde hij zijn vader op in diens ambachtsheerlijkheid in het Rijnland. Met wie hij was getrouwd is onbekend. Hij is overleden in 1367. Herpert van Foreest werd begraven in de Janskerk te Haarlem. Herpert leefde tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Hij stond aan de kant van de Kabeljauwen. In de hoedanigheid als lid van de hoge vierschaar verrichtte hij in 1356 twee lijkschouwingen in de gouw Kennemerland, ten tijde dat Kabeljauw-gezinde Gijsbrecht II van Nijenrode daar als baljuw fungeerde. Nadat Albrecht van Beieren in 1358 de macht overnam, werd Herpert waarschijnlijk uit alle ambtsbetrekkingen gezet, want sindsdien bekleedde hij geen bestuurlijke functies meer in Haarlem.
Ned Leeuw. 1935.
Van laatstgenoemden Herbern van Foreest is een zegel
bewaard gebleven aan eene oorkonde door hem — Harparen van Foreest, knap e — 26 November 1349 gegeven aan de abdij van Leeuwenhorst. Dit zegel geeft
het door de huidige Foreesten nog gevoerde wapen
met den. hoekigen dwarsbalk te zien, welk wapen v.
Gouthoeven aldus beschreef: „een roode baer ofte fasce,
ghetant onder ende boven, in forme van een saghe, in
een zilver velt, contrary het wapen van der Woert".
Wanneer wij nu achtslaan op het bezit van het ambacht Middelburg bij Boskoop door Herbern van Foreest,
dan ligt het voor de hand zijne ouders te herkennen
in Jan va,n Foreest en diens echtgenoote joncfr. Aleid,
die 2 Januari 1327 met de tienden aldaar en land te
Speelwijc werden beleend (Holl. leenk. n°. 2. fol. 52).
De juistheid dezer afstamming blijkt uit de navolgende
aanteekeningen in het zoogenaamde Oude Register van
Graaf Florens, waarin wij lezen (zie Bijdr. en Meded.
van het Hist. Gen. te Utrecht, dl. XXI I blz. 246):
Ned, Leeuw 1935.
Harper van Fereest ontfanghen te rechte lien,
officium de Middelborch cum COC jugeribus terre
ibidem; item in Coudekerke idem Harparus XIIII,
hieten die Bate, beleghen oestwaert Dirric van
Foreest, sijn broeder , ende Jans sijns vade r
waren in sijn live, feria quarta post circumsoisionem
anno nativitatis X L VI L
The data shown has no sources.