(1) She is married to Doe Adriaens Luck (Lucq, Locq).
They got married.
(2) She is married to Jacob Engelsz.
They got married in the year 1619 at Naaldwijk.
Bron: HOGENDA
Historisch Archief Westland, Naaldwijk
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1623-1629) INV. NR. 9
bewerkt door Pieter van der Hoeven
[fol. 130] 23-2-1628: Jacob Engelsz. woonende binnen den dorpe van Naeldwijck, te kennen
gevende verstaen te hebben dat Trijntgen Cornelisdr. de tweede huijsvrou van wijlen Doe
Adriaensz. Lucq de helft vande huijsinge … (verder als in vorige akte) … ende naedien hij
comp(aran)t getrout heeft gehadt Annitgen Jans geweest zijnde de derde huijsvrouwe
van(den) voorn. Doe Adriaensz. Lucq mitsgaders in dijer qualite tvoors. huijs ende erve
vercocht aen Joris Cornelisz. van Vliet de welcke als coper onwillich es, ten regarde ende
oirsaecke vande subiectheijt tvoors. hijpoteecq onderworpen omme de resterende belooffde
custingpenn(ingen) aen hem comp(aran)t te voldoen ende willende hij nochtans den voorn.
Joris Cornelisz. van Vliet vande voors. subiectheijt, lasten ende beswaernissen ontlasten, ende
tvoors. vercochte huijs ende erve bevrijden, soo heeft hij comparant tot verseeckeringe
vandien wettelick verbonden ende tot waerborge gestelt specialicken sijn comp(aran)ts
huijsinghe ende erve staende ende gelegen binnen den dorpe van Naeldwijck.
Historisch Archief Westland, Naaldwijk
OUD RECHTERLIJK ARCHIEF NAALDWIJK (1613-1624, 1626) INV. NR. 8
bewerkt door Pieter van der Hoeven
[fol. 169v.] 14-8-1619: Annitgen Jans wedue wijlen Doe Adriaensz. Lucq woonende binnen
den dorpe van Naeldwijck ende bekende dat zij comparante op den vierden decembris anno
XVIC achtien lestleden doen ter tijt wedue vanden voorn. Lucq en(de) jegenwoordich
huijsvrouwe van Jacob Engelsz. haer man ende voocht in desen voor de eene helft, Jacob
Doesen Lucq woonen(de) binnen der stede sGravesande voor hemselven mitsgaders den
voorn. Lucq met Jan Herpersz. tot Monster ende Jaspar Jansz. van Alenburch tot sGravesande
te samen als voochden vande twee onmondige weeskinderen van Adriaen Doesen Lucq met
advijs van bailliu ende weesmeesters tot Naeldwijck ten overstaen van schepenen
bovengenoempt te samen voor de wederhelfte int openbaer vercocht hadden sulcx sij
vercopen mits desen volgens schriftelicke voorwaerden daer van zijnde van date den vierden
decembris a° voors. aen Jacob Jansz. Coman vettewarier in sGravenhage seeckere elff hondt
vijff entachtich roede patrimonij landt gelegen achter den boomgaert van Vreuchdenhill in
den ambachte van Naeldwijck hen comp(aran)ten aengecomen deur doode en(de) overlijden
van(den) voorn. Doe Adriaensz. Lucq.
[fol. 170] 14-8-1619: Jacob Jansz. Coman vettewarier woonende in sGravenhaghe ende
bekende schuldich te wesen aen Annitgen Jansdr. lest wedue wijlen Doe Adriaensz. Lucq
voor de eene helfte, Jacob Doesen Lucq woonende tot sGravesande ende de weeskinderen van
Adriaen Doesen Lucq te samen voor de wederhelfte de somme van dertienhondert een
entwintich carolus guldens spruijtende uijt coop van elff hondt vijffentachtich roeden lants in
den ambachte van Naeldwijck achter den boomgaert van Vreuchdenhill.
[fol 171] 14-8-1619: Annitgen Jans wedue wijlen Doe Adriaensz. Lucq woonende binnen den
dorpe an Naeldwijck ende bekende dat zij comparante opden vierden decembris anno XVIC
achtien lestleden doen ter tijt wedue van(den) voorn. Lucq ende jegenwoordich huijsvrouwe
van Jacob Engelsz. haer man ende voocht in desen voor de eene helfte, Jacob Doesen Lucq
woonen(de) binnen der stede sGravesande voor hemselven mitsgaders den voorn. Lucq met
Jan Herpersz. tot Monster ende Jaspar Jansz. van Alenburch tot sGravesande te samen als
voochden vande twee onmondige weeskinderen van Adriaen Doesen Lucq met advijs van
bailliu ende weesmeesters tot Naeldwijck ten overstaen van schepenen bovengenoempt tesamen voor de wederhelfte int openbaer vercocht hadde aen Jacob Jans Comans vettewarier in
sGravenhaghe vierdalff mergen patrimonij landt gelegen inden ambachte van Naeldwijck hun
comp(aran)ten opgecomen en(de) aenbestorven deur doode en(de) overlijden van den voorn.
Doe Adriaensz. Lucq.
[fol. 172] 14-8-1619: Jacob Jansz. Coman vettewarier in sGravenhaghe ende bekende
schuldich te wesen aen Annitgen Jansdr. lest wedue wijlen Doe Adriaensz. Lucq voor de eene
helfte, Jacob Doesen Lucq woonende tot sGravesande ende de weeskinderen van Adriaen
Doesen Lucq te samen voor de wederhelfte de somme van sestienhondert vijftich carolus
guldens spruijtende uijt coop van vierdalff merghen lants gelegen in den ambachte van
Naeldwijck.
[fol. 189] 14-8-1619: Annitgen Jans weduwe wijlen Doe Adriaensz. Lucq woonende binnen
den dorpe van Naeldwijck ende bekende dat zij comparante op den vierden decembris anno
XVIC achtien lestleeden doen ter tijt wedue van(den) voorn. Lucq ende jegenwoordich
huijsvrouwe van Jacob Engelsz. haer man ende voocht voor de eene helfte, Jacob Doesen
Lucq woonen(de) binnen der stede sGravesande met Jan Herparsz. tot Monster ende Jaspar
Jansz. van Alenburch tot sGravesande te samen als voochden vande twee onmondige
weeskinderen van wijlen Adriaen Doesen Lucq met advijs van bailliu ende weesmrs. tot
Naeldwijck ten overstaen van schepenen vercocht hadden aen Crispijn Heijnrixz. Houckwater
woonen(de) in sGravenhage drie mergen patrimonilandt gelegen aen den Achterwech in den
ambachte van Naeldwijck.
[fol. 190] 14-8-1619: Crispijn Heijnrixz. Houckwater woonende in sGravenhaghe ende
bekende schuldich te wesen aen Annitgen Jans lest wedue wijlen Doe Adriaensz. Lucq voor
de eene helfte, Jacob Doesen Lucq woonende tot sGravesande ende de weeskinderen van
Adriaen Doesen Lucq te samen voor de wederhelfte te samen de zomme van zeventienhondert
een entsestich guldens spruijtende uijt coop van drie mergen lants gelegen aen den
Achterwech.
The data shown has no sources.